week 6 - les 6 - samengestelde zin

donderdag 11/2
  • Inoefenen: de samengestelde zin
  • Maken: opdr. 1 + 2  (p.156/157)
  • tijd over? kahoot als nakijkmodel voor de opdrachten.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

donderdag 11/2
  • Inoefenen: de samengestelde zin
  • Maken: opdr. 1 + 2  (p.156/157)
  • tijd over? kahoot als nakijkmodel voor de opdrachten.

Slide 1 - Tekstslide

PERSOONSVORM

- In de vorige les heb je weer gezien hoe je de persoonsvorm kan vinden:  tijdproef/getalsproef


En onthoud:

- De persoonsvorm is altijd een werkwoord!!!!!!!



Slide 2 - Tekstslide

Hoofd- en bijzinnen

Samengestelde zinnen bestaan uit hoofdzinnen en/of bijzinnen.



Slide 3 - Tekstslide

Is onderstaande zin enkelvoudig of samengesteld?

Vorige zomer was het extreem warm in Nederland.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin

Slide 4 - Quizvraag

Is onderstaande zin enkelvoudig of samengesteld?

De man liep op straat en hij kwam zijn vrouw tegen.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin

Slide 5 - Quizvraag

Hoofdzin/bijzin?
1. Ik kan niet mee, want ik moet naar voetbal.



2. Ik ga naar de pizzeria, omdat ik wel zin in pizza heb vanavond.



Slide 6 - Tekstslide

1 Ik kan niet mee, want ik moet naar voetbal.



2 Ik ga naar de pizzeria, omdat ik wel zin in pizza heb vanavond.

                                                                   



Hoofdzin
Hoofdzin
Hoofdzin
Bijzin

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdzin (HZ)

-  onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar

- de persoonsvorm staat op de eerste of tweede plaats in de zin

- er kan niets tussen het onderwerp en de pv staan


Voorbeeld:

Alle boeken van Harry Potter zijn beroemd en ze  zijn spannend.

onderwerp
pv
ow
pv

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Bijzin (BZ)

- tussen de persoonsvorm en het onderwerp kunnen wel andere zinsdelen staan

- de persoonsvorm staat vaak achter in de zin


Voorbeeld:

Ik heb mijn tas alvast ingepakt, zodat ik straks op tijd ben.

ow
pv
ow
pv

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

zelfstandig werken (15 min)
  • theorie lezen en maken opdracht 1 + 2 op p. 156/157
  • kijk bij opdr. 2 even naar de uitleg over voegwoorden op p.158
  • Klaar? bekijk het filmpje over samengestelde zinnen als je dat nog (steeds) niet hebt gedaan...
Wel gedaan? Dan theorie op p. 158 lezen en starten met opdr. 1

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk voor ma 15/2  (zie ook magister)
  • maken op p. 158: opdr. 1 + 2 
  • kijken video-uitleg over het voegwoord op NN online/lezen theorie op p. 158

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

   Samengestelde zinnen p.156
Wat is het verschil tussen de twee zinnen?
- Ik heb mijn huiswerk niet kunnen maken?
- Ik heb mijn huiswerk niet kunnen maken, omdat ik de hond moest uitlaten. 

  • Enkelvoudige zin: Er is maar één pv.

  • Samengestelde zin: Er zijn meer pv's.

Slide 19 - Tekstslide

Bij enkelvoudige zin:

1. Persoonsvorm  (pv)
2. Werkwoordelijk gezegde (wg)
3. Zinsdeelstrepen 
4. Onderwerp (o)
5. Lijdend voorwerp (lv)
6. Meewerkend voorwerp (mv)     
7. Bijwoordelijke bepaling (bwb)     

Bij samengestelde zin:

1. pv en ow zoeken in beide zinnen
2. voegwoord benoemen 
3. Wat is de hoofdzin (hz) en wat is de bijzin (bz)?




Slide 20 - Tekstslide

Zin a + b = samengestelde zin

a Mijn moeder heeft me straf gegeven,
b want ik was een uur te laat thuis.
A
a en b zijn beide HZ
B
a en b zijn beide BZ
C
a is HZ, b is BZ
D
a is BZ, b is HZ

Slide 21 - Quizvraag

a Ik ben in Griekenland geweest,
b omdat mijn moeder daar is opgegroeid.
A
a en b zijn beide HZ
B
a is HZ, b is BZ
C
a is BZ, b is HZ
D
a en b zijn beide BZ

Slide 22 - Quizvraag

Samengevat: Samengestelde zinnen

- hebben meerdere pv's

- de samengestelde zinnen worden met elkaar verbonden door     een voegwoord (maar, of, en, want, terwijl, dus,...)

- bestaan uit een hoofdzin - hoofdzin of hoofdzin- bijzin, of bijzin- bijzin.  Dat hangt af van het gebruikte voegwoord 

Slide 23 - Tekstslide