1. Ik kan alle begrippen van de paragraaf uitleggen (republiek, consuls, senaat, volkstribunen, vetorecht, burgeroorlog, keizertijd).
2. Ik kan uitleggen om welke twee redenen de Romeinen de monarchie afschaften en welke bestuurssysteem ervoor in de plaats kwam.
3. Ik kan uitleggen wie de leiding had in de Republiek, uit hoeveel man deze bestond en wat de taken waren van de leiders.
4. Ik kan uitleggen wat de senaat deed in het bestuur.
5. Ik kan uitleggen wie er in de Romeinse volksvergadering de meeste macht hadden.
6. Ik kan uitleggen wat de taak was van de volkstribuun en hoe hij het vetorecht kon gebruiken
7. Ik kan uitleggen hoe de legeraanvoerders in de 1e eeuw v. Chr. probeerden meer macht te krijgen en hoe ze daarbij het volk gebruikten.
8. Ik kan uitleggen wat er met de macht van de generaals gebeurde tijdens de burgeroorlogen.