In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Hallo Iedereen!
Doe je telefoon in de telefoontas.
Pak je tekstboek, schrift en een pen erbij.
Tassen van tafel, capuchons en hoofddeksels af.
Wacht rustig tot de les begint.
Slide 1 - Tekstslide
Werken in de stad
Paragraaf 5.1
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier steden in de Middeleeuwen ontstonden, en groter werden, en hoe mensen hun geld verdienden in de Middeleeuwse stad.
Slide 3 - Tekstslide
De middeleeuwen
Even Kort: De middeleeuwen
De tijd de tussen de oude tijd (oudheid) en de nieuwe tijd (Renaissanse)
Van grofweg 500 tot 1500
Vroege middeleeuwen 500-1000 (tijd van Monikken en Ridders)
Late middeleeuwen 1000-1500(tijd van Steden en Staten)
Ook wel de donkere eeuwen genoemd.
Slide 4 - Tekstslide
Het word beter
Het wordt veiliger en rustiger, door het verdwijnen van de Vikingen
Er ontstaat weer handel
Geld komt terug
De bevolking groeit
Hierdoor ontstaan steden
Steden krijgen meer macht
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Verbeteringen in de landbouw
Rond het jaar 1000
Er komen verbeteringen in de landbouw waardoor de landbouw efficiënter wordt
Drieslagstelsel
IJzeren ploeg
Halsjuk
Slide 7 - Tekstslide
Steeds meer handel
Betere landbouw = betere oogst.
Wat overblijft kan worden geruild of verkocht op de markt
Geld komt terug omdat dit een handig ruilmiddel blijkt te zijn (je kan sparen!)
Het is veiliger, handelaren kunnen nu vrij reizen naar verre landen
Ze nemen o.a. wijn en zijde mee
Slide 8 - Tekstslide
De steden komen terug!
Om ergens te kunnen overwinteren en hun spullen op te slaan bouwen de handelaren huizen.
Dit doen ze vaak bij een kruispunt van rivieren of wegen: Zo kan je overal heen.
Voor bescherming gaan ze wonen in de buurt van kasteel of klooster
Langzamerhand groeien deze plekken uit tot steden
Op deze plekken komen nu ook Jaarmarkten (grote markten waar handelaren hun spullen kunnen tonen en verkopen)
Slide 9 - Tekstslide
De handelsteden gaan samenwerken
Nu de handel eenmaal terug was, wilden de steden steeds meer handel
Steden gingen samenwerken in een zogehete Hanze: Een groep handelsteden die samen handel gingen drijven
Je had verschillende Hanzes in Europa. De Duitse Hanze, De Vlaamse Hanze en de Italiaanse Hanze.
Nederland hoorde bij de Duitse Hanze
Slide 10 - Tekstslide
Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze.
Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Maak een mindmap over handel!
Wat: Maak een mindmap over handel in de middeleeuwen
Hoe: Maak op papier een mindmap. In het midden zet je HANDEL. Daar omheen maak je vertakkingen die te maken hebben met de handel en ook daar maak je weer vertakkingen van. Voorbeeld: Handel -> Hanze -> Vlaamse Hanze -> Brugge.
Dingen die je in je mindmap kan verwerken zijn: Redenen waarom de handel terug kwam, Geld, Handelaren en waar ze woonden, Jaarmarkten, handelsproducten, Hanze, Handelssteden enz.
Je mag in tweetallen werken
Hulp: Je boek, je aantekeningen, internet(?), elkaar, Meneer van Aalst
Tijd: De rest van deze les en volgende les
Uitkomst: Je hebt nu een overzichtelijk beeld van de handel in de middeleeuwen
Klaar: Werkboek vragen paragraaf 5.1
Slide 13 - Tekstslide
Het werd veiliger in het land want:
A
De wegen werden weer onderhouden
B
Er kwamen overal soldaten te staan
C
De Vikingen waren het land uit
D
Het werd helemaal niet veiliger
Slide 14 - Quizvraag
De middeleeuwen heten ook wel:
A
De donkere eeuwen
B
De saaie eeuwen
C
De tijd van Koningen en Monniken
D
De trieste eeuwen
Slide 15 - Quizvraag
Handelaren gingen wonen bij:
A
De zee, zo konden ze makkelijk naar andere landen reizen.
B
Het bos, daar konden rovers ze moeilijk vinden
C
De bergen, want dat vonden ze mooi wonen
D
Een kruispunt van rivieren of wegen, want zo konden ze alle kanten op
Slide 16 - Quizvraag
Wat hoort NIET bij de verbeteringen in de landbouw:
A
Het onderhouden van het land werd makkelijker
B
Er kwam meer oogst dat handelaren konden verhandelen op markten.
C
De boeren hadden geen bescherming van hun heer meer nodig en gingen voor zichzelf werken.
D
Er kwamen nieuwe werktuigen.
Slide 17 - Quizvraag
Welke woorden horen NIET bij elkaar
A
Drieslagstelsel, IJzeren ploeg, Halsjuk
B
Kruispunt, Handelaren, Steden
C
Vikingen, Geld, Jaarmarkten
D
Hanze, Koggeschepen, Handelssteden
Slide 18 - Quizvraag
Twee stellingen: 1: Geld was zo handig omdat je het kon sparen 2: Doordat er zoveel steden tegelijk opkwamen kregen de steden minder macht Welke zijn juist?
A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
B
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Bij welke Hanze hoorden de Nederlandse steden
A
De Vlaamse Hanze
B
De Duitse Hanze
C
De Friese Hanze
D
De Nederlanden hadden geen Hanze steden.
Slide 20 - Quizvraag
In veel steden worden Jaarmarkten gehouden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Hoewel het veiliger was, bleven de handelaren het liefst dicht bij huis
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
De middeleeuwen kan je verdelen in de vroege en de late middeleeuwen