PA1 capítulo 2 - vocabulario
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
gebouwen
(in het Spaans, ¡claro!)
(in het Spaans, ¡claro!)
Slide 3 - Woordweb
la biblioteca
la estación
la pescadería
el instituto
la tienda de ropa
la panadería
el cine
la farmacia
el banco
Slide 4 - Sleepvraag
Welke woorden horen bij elkaar?
la panadería
la pescadería
el restaurante
la casa
el pan
el bacalao
comer
el vecino
Slide 5 - Sleepvraag
De vraagwoorden. Sleep ze naar elkaar toe!
Hoe?
Wat?
Wie?
Wanneer?
Waar?
¿Cómo?
¿Qué?
¿Quién(es)?
¿Cuándo?
¿Dónde?
Slide 6 - Sleepvraag
Sleep de vraagwoorden naar de juiste zin.
¿... te llamas?
¿... años tienes?
¿... está mi móvil?
¿... es tu número de teléfono?
Cómo
Cuántos
Dónde
Cuál
Slide 7 - Sleepvraag
18
14
15
9
4
20
dieciocho
cuatro
catorce
quince
nueve
veinte
Slide 8 - Sleepvraag
Pepe vive en una casa pequeña
Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord
Onderwerp
Werkwoord
Lidwoord
vive
Pepe
calle
pequeña
una
Slide 9 - Sleepvraag
¿Hay un centro comercial en esta ciudad?
A
Is er een kledingwinkel in deze stad?
B
Is er een centrum in deze stad?
C
Is er een winkelcentrum in deze stad?
D
Is er een bakker in deze stad?
Slide 10 - Quizvraag
Hier pak ik de trein
A
Una parada
B
Una estación
C
Un hospital
D
Un cine
Slide 11 - Quizvraag
Dit begint na de vrijdag.
(In het Spaans)
(In het Spaans)
Slide 12 - Open vraag
Vertaal:
Tot morgen
Tot morgen
Slide 13 - Open vraag
Vertaal:
La tienda de ropa está al lado del hospital.
La tienda de ropa está al lado del hospital.
Slide 14 - Open vraag
A
Es mi amiga Merche
B
Son Merche y Susanna
C
Es mi padre Jaime
D
Son mis hermanos
Slide 15 - Quizvraag
A
Buenas tardes. Estoy bien, gracias.
B
Buenos días. Estoy bien, gracias.
C
Buenos noches. Estoy bien, gracias.
Slide 16 - Quizvraag
Geef antwoord in het Spaans.
¿Dónde está tu escuela?
¿Dónde está tu escuela?
Slide 17 - Open vraag
Ik ben bij de bushalte.
Jij bent tegenover de bioscoop.
Het huis is naast de school.
Wij zijn in het ziekenhuis.
Jullie zijn in de supermarkt.
De bakker en de viswinkel zijn in het centrum.
estoy
estás
estamos
está
estáis
están
