Plezier in de hoofdrol
Plezier bevordert motivatie en stimuleert het leerproces.
Door plezier ontstaat ontspanning. Ontspanning is een belangrijke factor in het ervaren van welbevinden door mensen, het biedt een tegenwicht voor de negatieve emoties (ervaringen) die mensen in hun leven hebben gehad. Samen plezier hebben geeft vertrouwen, veiligheid en energie. Het zet alle deelnemers open voor samen verkennen, ontdekken, leren en leven.
Alle verschillende werkvormen uit de methodologie Laat Je Zien zijn gekozen met aandacht voor plezier voor de deelnemers en de docenten. Dat bevestigen gebruikers van Laat Je Zien in evaluaties van workshops en leservaringen. De eigen ervaring van de deelnemers is het uitgangspunt. Van daaruit wordt het uitwisselen, verkennen, bestuderen en oefenen als relevant, veilig en plezierig beleefd.
In het artikel van Judy Willis (2007) The Neuroscience of Joyful Education komt naar voren hoe plezier en het leerproces elkaar beïnvloeden.
Uit een aantal door Willis genoemde onderzoeken blijkt dat plezier ervaren het leereffect versterkt:
Deelnemers leren beter als de ervaring in de lessituatie plezierig is en relevantie heeft voor het leven, de belangstelling en ervaringen van de deelnemers (Chugani, 1998; Pawlak, Magarinos, Melchor, McEwan, & Strickland, 2003).
Deelnemers onthouden het geleerde beter als het met een sterke positieve emotie samenhangt (Dulay & Burt, 1977; Krashen, 1982).
Bij deelnemers die minimale stress ervaren en die betrokken en gemotiveerd zijn, vloeit informatie vrij langs het affectieve filter in de amygdala. Deze deelnemers behalen hogere cognitieve niveaus, leggen betekenisvolle verbindingen en ervaren regelmatig aha-momenten. Dit soort leren ontstaat niet in stille leeromgevingen met een docent die een lezing geeft, maar in leeromgevingen waar een sfeer is van energiek samen onderzoeken en ontdekken (Kohn, 2004).
Veiligheid
Vanuit haar/zijn rol als voorbeeld draagt de docent in belangrijke mate zelf bij aan de veiligheid in de groep. Om de veiligheid in de groep tijdens de stappen te waarborgen loopt de docent rond en is zij/hij beschikbaar om waar nodig bij te sturen.
Zo is de docent er op gericht om stress, verveling, verwarring, lage motivatie en angst bij deelnemers te vermijden. Ook ontwikkelt de docent alertheid op sociale processen en ziet interacties tussen deelnemers ontstaan voordat ze in negatieve vorm de ruimte krijgen.
De omgang van de docent en de deelnemers is tijdens het proces gebaseerd op gelijkwaardigheid maar de hoofdregie ligt bij de docent. Naarmate de groep groeit in het proces deelt de docent meer en meer de regie.
Waar houdt de docent rekening mee?
- Niveau van intimiteit: wees ervan bewust hoe persoonlijk sommige onderwerpen kunnen zijn voor de deelnemers. Het is anders om te spreken over een ervaring met fruit dan over een ervaring met grenzen. Rekening houden met de volgorde van de onderwerpen is van belang bij het ondersteunen van het gevoel van veiligheid bij de deelnemers. De docent draagt verantwoordelijkheid voor een goede afstemming op het niveau en de mogelijkheden van de deelnemers.
- Structuur in de lesruimte moet worden afgestemd op de deelnemers. Gebruik bijvoorbeeld pictogrammen als dat verhelderend is voor de deelnemers (een beetje zoals de reminder in de bioscoop: ‘Mobiele telefoons op stil’). Creëer bijvoorbeeld duidelijke plekken in de lesruimte waar materialen te vinden zijn.
- Aan het begin van de samenwerking neemt de docent tijd om samen met de deelnemers afspraken te maken over hoe iedereen met elkaar om wil gaan. Bij een-op-een samenwerken gelden deze regels ook. Door deze regels zichtbaar in de lesruimte op te hangen, hoeft een docent er niet telkens woorden aan te besteden.