Je kunt/kent:
rekening houden met het publiek voor wie je schrijft
een korte, volledige, duidelijke en foutloze tekst schrijven
een tekst met alinea’s en kernzinnen schrijven
per tekstsoort de juiste opbouw toepassen
interviewvragen opstellen en uitwerken
het verschil tussen open en gesloten vragen
vragen stellen om feiten te weten te komen en meningen te horen
doorvragen
verantwoordelijkheid nemen voor je eigen rol binnen de groep
je aan gemaakte groepsafspraken houden
overleggen met je groepsgenoten
elkaar gerichte feedback geven op geschreven teksten