Signaalwoorden

PROGRAMMA
                 - Lezen
- NN online: Meer dan lezen §1
- NN boek: Meer dan lezen §2 
blz. 11 opdracht. 2 maken,
blz. 12 tekst 1 lezen 
en opdracht 3 maken.
Toetsweek: 2-toets tekstbegrip
                                     

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

PROGRAMMA
                 - Lezen
- NN online: Meer dan lezen §1
- NN boek: Meer dan lezen §2 
blz. 11 opdracht. 2 maken,
blz. 12 tekst 1 lezen 
en opdracht 3 maken.
Toetsweek: 2-toets tekstbegrip
                                     

Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

PROGRAMMA
           - NN online: Meer dan lezen §1
- NN boek: Meer dan lezen §2 
blz. 11 opdracht. 2 maken,
blz. 12 tekst 1 lezen 
en opdracht 3.2 t/m 3.9 maken.
Toetsweek: 2-toets tekstbegrip
Meer dan lezen §1-2-3
                                     

11:55 uur:
einde les

Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

PROGRAMMA
Lezen
NN online: Meer dan lezen §1
of leren/oefenen werkwoordspelling

einde les: 12:20 uur

Slide 5 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

KIES:
-NN online: extra oefenen Cursus 7 Spelling werkwoorden §10, §11, §12. (trainen en oefentoetsen) of www.cambiumned.nl
-NN online: Meer dan lezen §1



Slide 7 - Tekstslide

PROGRAMMA
Lezen
Tekstbegrip: tekstverbanden en signaalwoorden 

Slide 8 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

PROGRAMMA
           - NN          online: Meer dan lezen §1 (deze week af)
- NN boek: Meer dan lezen §2 
opdracht 2 
opdracht 3.2 t/m 3.9 
opdracht 7 
17 januari: 2-toets tekstbegrip
Meer dan lezen §1-2-3
                                     

Slide 10 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

PROGRAMMA
           - NN online: Meer dan lezen §1
- NN boek: Meer dan lezen §2 
opdracht 2 
opdracht 3.2 t/m 3.9 
opdracht 7 
Toetsweek: 2-toets tekstbegrip
Meer dan lezen §1-2-3
                                     

Slide 13 - Tekstslide

PROGRAMMA
- Lezen
- Signaalwoorden
- Meer dan lezen §2: welke signaalwoorden zie je in tekst 3 op blz. 15?
- Welk verband geven zij aan?

Slide 14 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Tekstverbanden en  Signaalwoorden

Slide 16 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les weet ik wat signaalwoorden zijn en kan ik deze vinden in een tekst of zin. 

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een signaalwoord?

• Verbindingswoorden 

•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s.

Slide 18 - Tekstslide

Welk signaalwoord past in de zin:
.... er verkiezingen komen, presenteren de partijen zich aan de kiezers.
A
Nadat
B
Voordat
C
Eerst
D
Want

Slide 19 - Quizvraag

Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger, hierna, , vervolgens, later, ten eerste, ten slotte,  later,  oorspronkelijk, intussen 

Slide 20 - Tekstslide

Welk signaalwoord past in de zin: Eerst zijn er verkiezingen en ..... wordt er een nieuw kabinet samengesteld.
A
ook
B
daarom
C
dus
D
vervolgens

Slide 21 - Quizvraag

Opsomming
en, ook, verder, daarbij, bovendien, daarnaast, een ander…, ten eerste, vervolgens, eveneens, noch… noch…, zowel… als…., niet alleen… maar ook…, tevens, voorts, ten slotte

Slide 22 - Tekstslide

Welk signaalwoord past in de zin: De PvdA is .... de VVD een linkse partij.
A
in tegenstelling tot
B
ondanks
C
evenals
D
behalve

Slide 23 - Quizvraag

Tegenstelling
maar, echter, toch, doch, niettemin, daarentegen, juist (niet), al(hoewel), desondanks, enerzijds… anderzijds…, in tegenstelling tot, daar staat tegenover dat, terwijl (in de betekenis van hoewel)

Slide 24 - Tekstslide

Welk signaalwoord past in de zin:
De PVV heeft extreme standpunten, .... veel partijen niet met hen willen samenwerken.
A
omdat
B
dus
C
aangezien
D
waardoor

Slide 25 - Quizvraag

Oorzaak – gevolg
oorzaak:)  doordat, door, de oorzaak is…, te danken/wijten aan, ten gevolge van
(gevolg:) daardoor, hierdoor, waardoor, leidt tot…., zodat,
het gevolg/resultaat/effect (daarvan) is

Slide 26 - Tekstslide

Welk signaalwoord past in de zin:
De partijen voeren campagne,..... ze de kiezers proberen over te halen om op hen te stemmen.
A
waarmee
B
doordat
C
tenzij
D
vandaar dat

Slide 27 - Quizvraag

Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van

Slide 28 - Tekstslide

Welk signaalwoord past in de zin:
Iedere partij heeft een eigen standpunt t.o.v. het onderwijs, .... de leraren moeten meer salaris krijgen.
A
aangezien
B
omdat
C
want
D
zoals

Slide 29 - Quizvraag


Voorbeeld/ toelichting
zo, bijvoorbeeld, zoals, namelijk, ter illustratie, stel, neem, onder andere, denk hierbij aan, dat komt voor bij, dat is het geval bij 

Slide 30 - Tekstslide

Welk signaalwoord past in de zin: Mensen stemmen alleen in een hokje, ... de privacy.
A
omdat
B
vanwege
C
want
D
immers

Slide 31 - Quizvraag

Redengevend
argument) omdat, want, immers, namelijk, vanwege, wegens, aangezien  
(standpunt) daarom, dus  

Slide 32 - Tekstslide

Welk signaalwoord past in de zin:
... iemand zich niet kan legitimeren, mag hij/zij ook niet gaan stemmen.
A
Als
B
Tenzij
C
Bijvoorbeeld
D
Want

Slide 33 - Quizvraag

Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, ( niet als),
mits(= alleen als) 
 aangenomen dat
gesteld dat

Slide 34 - Tekstslide

Welk signaalwoord past in de zin:
..... hoop ik dat jullie nu begrijpen wat signaalwoorden zijn.
A
Al met al
B
Vandaar dat
C
Aan het eind
D
Tenzij

Slide 35 - Quizvraag

Samenvatting / conclusie
kortom, samengevat, al met al, alles bij elkaar genomen, om kort te gaan, met andere woorden

dus, vandaar, daarom, om die redenen, dan ook, kortom, al met al, concluderend, dat betekent, aldus, hieruit volgt

Slide 36 - Tekstslide

Blz. 15-16, tekst 3

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link

Nederlandse tekst (jr.1075)
'Hebban olla vogala nestas hagunnan 
hinase hic anda thu, 
wat unbidan we nu?'

Slide 39 - Tekstslide

Blz. 15-16

Welke 20 signaalwoorden 
zie je in tekst 3 op blz. 15?
- Welk verband geven zij aan?
- Maak opdracht 8

timer
10:00

Slide 40 - Tekstslide

Voorbeeld of toelichting
zo, bijvoorbeeld, zoals, namelijk, ter illustratie, stel, neem, onder andere, denk hierbij aan, dat komt voor bij, dat is het geval bij 

Slide 41 - Tekstslide

overeenkomst vergelijking
net zoals
• hetzelfde als
• evenals
• evenzeer
• overeenkomstig
• lijkt op
• is vergelijkbaar met

Slide 42 - Tekstslide

Samenvatting / conclusie
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat

Slide 43 - Tekstslide

Tussenkopjes
  • Een tussenkopje de kortste samenvatting van de teskt die eronder volgt.
  • Zoek de kernzin van een alinea
  • Zoek daarin het belangrijkste woord
  • Dat is het beste woord voor je tussenkopje

Slide 44 - Tekstslide

PROGRAMMA

- Lezen
- Meer dan lezen §3

14:05 uur: einde les

Slide 45 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 46 - Tekstslide

blz. 19, tekst 1
blz. 18: opdracht 1 maken.
Klaar? 
Haal een nakijkblad op 
en vergelijk je antwoorden.

timer
20:00

Slide 47 - Tekstslide

PROGRAMMA
- Lezen/ leren
- Meer dan lezen §3

Neem een leesboek mee 
tijdens de toetsweek.


Slide 48 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 49 - Tekstslide

blz. 21, tekst 2



blz. 20: opdracht 5
maken. (3 t/m 14) Klaar? Haal een nakijkblad op.
timer
25:00

Slide 50 - Tekstslide