30 maart - pv vt sterkte werkwoorden en voltooid en onvoltooid deelwoord

Welkom!
Lezen
Pv vt sterke werkwoorden
Voltooid en onvoltooid deelwoord


Volgende week: formatieve toets spelling
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Lezen
Pv vt sterke werkwoorden
Voltooid en onvoltooid deelwoord


Volgende week: formatieve toets spelling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pvvt sterke werkwoorden
Schrijf mee

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet in de verleden tijd.
Wat gebeurt er met de klank?
WACHTEN
A
de klank verandert
B
de klank blijft gelijk

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet in de verleden tijd.
Wat gebeurt er met de klank?
SLAPEN
A
de klank verandert
B
de klank blijft gelijk

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zwakke werkwoorden blijven in een andere tijd hetzelfde klinken.



Bijvoorbeeld:
wacht - wachtte
dans - danste
kook - kookte
teken - tekende

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterke

werkwoorden


hebben de

KRACHT

om in de verleden tijd

van klank te veranderen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Typ een voorbeeld van
een sterk werkwoord

Slide 7 - Woordweb

Bedenk zelf voorbeelden, zoals:
denk - dacht
lieg - loog
zwem - zwom

Verleden tijd

sterke werkwoorden





In het enkelvoud: schrijf op zoals het klinkt
In het meervoud:
schrijf op zoals het klinkt
Regel
Leer de regels uit je hoofd.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden:
kopen : ik koop - ik kocht
lopen : ik loop - ik liep
geven : wij geven - wij gaven
kruipen : zij kruipen - zij kropen

Verleden tijd

zwakke werkwoorden





In het enkelvoud: stam + te / stam + de

In het meervoud:
stam + ten / stam + den
Regel
Leer de regels uit je hoofd.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

-te(n) of -de(n)?

    Vaak hoor je of je

stam + te(n)

of stam + de(n)

moet gebruiken.

Regel
Leer de regels uit je hoofd.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid en onvoltooid deelwoord

Schrijf mee

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf op van het werkwoord spieken
- infinitief
- persoonsvorm tegenwoordige tijd
ik.... , jij, hij, zij, het ......., wij......
- persoonsvorm verleden tijd
ik, jij, hij.....,  wij.....
- voltooid deelwoord
- onvoltooid deelwoord

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen beterspellen.nl

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak in stilte 7 Spelling, paragraaf 9 opdracht 1 t/m 4, paragraaf 10 opdracht 1 t/m 5

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies