§6.2 De zeespiegel stijgt deel 1

§6.2 De zeespiegel stijgt

Tijdens ijstijden in het Pleistoceen:
Water opgeslagen in ijs
Wat gebeurt er als het klimaat opwarmt?
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§6.2 De zeespiegel stijgt

Tijdens ijstijden in het Pleistoceen:
Water opgeslagen in ijs
Wat gebeurt er als het klimaat opwarmt?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Terugblik
  • Uitleg deel 2
  • Verwerking
  • Einde

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
  • de invloed van de natuurkrachten water en wind tijdens het Holoceen op de vorming van het Nederlandse landschap beschrijven


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling pleistoceen
Koud
Droog
Veel ijs (Gletsjers)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geologische tijdschaal
holoceen (warm)
pleistoceen (Afwisseling warm en koud)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Van pleistoceen 
naar holoceen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benodigde voorkennis 
Je weet wat zeespiegelstijging is;
Je weet waardoor het klimaat veranderd;
Je kent de waddenkust;
Je kent de Maas en de Rijn;
                

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transgressie periode

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stijgende zeespiegel
  1. In het holoceen warmde het klimaat op en ijskappen smolten = absolute zeespiegel.
  2. Zeespiegel steeg ook door bodemdaling                             Samen zorgen bodemdaling en afsmelten van het ijs voor een relatieve zeespiegelstijging. 
Bodemdaling door wip!?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeespiegel stijging

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland ligt hoog in de ijstijd
Scandinavië ligt laag in de ijstijd door de druk van landijs.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dikke laag landijs is gesmolten en Scandinavië gaat langzaam weer omhoog
Nederland zakt langzaam naar beneden omdat Scandinavië weer omhoog gaat

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurde er met NL?
  • Nederland was een moerassig gebied
  • +/- 4000 V. Chr ontstaan van strandwallen
  • Getijdenstroming en er werd zeeklei afgezet

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvragen

R


2p

Beschrijf het verschil tussen absolute- en relatieve zeespiegelstijging.


T1


3p
(1p) Benoem twee oorzaken van zeespiegelstijging;
(2p) Ligt beide oorzaken toe.

T2


3p
Gebruik de bron,
Tussen 500 v.chr en 800 n. chr is veel veen verdwenen
Wat is hiervan de oorzaak?

I


2p
Als gevolg van de transgressie van de zee zijn duinen ontstaan.
Beschrijf hoe duinen kunnen ontstaan terwijl de zee blijft stijgen;
Wanneer ontstaan duinen en wanneer verdwijnen duinen?
timer
7:00

Slide 17 - Tekstslide

Houdt PTD aan

Wat?
Maken in online werkboek:
§6.2 opdrachten

Hoe?
Zelfstandig (dus alleen). Oortjes mogen in

Tijd?
20 minuten

Klaar?
Dan ga je bezig met lezen van §6.2
Aan de slag!
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de afkorting "NAP"?
A
Nieuw Amsterdams Polder
B
Nieuw Amsterdams Peil
C
Normaal Amsterdams Polder
D
Normaal Amsterdams Peil

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen absolute en relatieve zeespiegelstijging?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke periode warmde het klimaat op?
A
Pleistoceen
B
Holoceen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In wat voor een gebied ontstaat veen?
A
Zandgrond
B
Kleigrond
C
Moeras
D
Zoutvlakte

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het begrip naar de juiste definitie!
Grondsoort die bestaat uit (half) vergane plantenresten
De combinatie van stijgen van zee + effect van bodemdaling
Periode waarin de invloed van de zee toeneemt
Veen
transgressie
Relatieve zeespiegelstijging

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op de afbeelding is transgressie te zien tussen afbeelding B en C
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een periode waarin de invloed van de zee toeneemt noemen we?
A
Regressie
B
Transgressie

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk materialen werd er tijdens het Weichselien neergelegd?
A
Dekzand
B
Löss
C
Veen
D
Klei

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem minimaal 1 reden waarom Nederland te maken heeft met bodemdaling

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een maatregel die we hebben genomen om ons te beschermen tegen de zee

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Atlaskaarten

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 6: 
Landschap in je eigen
omgeving
§6.2 De zeespiegel stijgt deel 2

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning 


Mededelingen:  Toets H3 in de toetsweek!

Uitleg §6.2 De zeespiegel stijgt deel 2

Maak van §6.2 De zeespiegel stijgt vraag 5 t/m 8

Lesdoelcheck



Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen van deze les
  1. Hoe zijn de oude duinen ontstaan en hoe herken je deze nog in het landschap van nu?
  2. Leg uit hoe het Hollandveen is ontstaan.
  3. Leg het verschil uit tussen oude duinen en jonge duinen
  4. benoem en leg uit het voorbeeld van dynamisch kustbeheer.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van de vorige keer?

Slide 40 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt het voor?
Waarom komt dit hier voor?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 41 - Tekstslide

Beschrijving van de afsluitende foto
Holocene processen

Periode van transgressie 
Landschappen ontstaan:
  • duinen
  • veenmoerassen
Transgressie
invloed van de zee neemt toe. 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waddenkust
3850 v.Chr.: einde aan landwaarts opschuiven kustlijn.

Ontstaan oude duinen:  

  • op de grens tussen land en zee ontstonden strandwallen.
  • strandwallen door zeegaten onderbroken, ontstaan binnenzee.
  • droogvallend met eb, onder water met vloed          ontstaan laag zeeklei door bezinken fijne kleideeltjes.


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Veenmoerassen
Kust verschoof zeewaarts door een dalende zeespiegel.

Aan zee: lange, lage duinenrij gebied daarachter: 
  • Invloed zout zeewater werd minder
  • Zoet water + (dode)planten = veen
  • Verlanding = plantengroei in open water + veenontwikkeling.
 Ontstaan van een dik veenpakket: Hollandveen. 

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Jongere afzetting
Door stormen werden in Noord- en Zuidwest-Nederland:
  • veen weggeslagen  
  • nieuwe zeegaten gevormd  
  • de overgebleven lagen veen bedekt door een nieuwe laag zand en klei: jonge zeeklei.

Jonge duinen ontstaan: Zandbanken voor de kust afgebroken door de zee, zand verder verplaatst door de wind.


Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dynamisch kustbeheer
Vroeger:
  • zand storten bij weggeslagen kust

Tegenwoordig:
  • zand storten op één plek en natuur gaat werk zelf doen
  • natuur herstelt de kust

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Zandmotor of zandsuppletie werkt alleen bij een zeestroom van zuid naar noord.


Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Wat: lees en maak §6.2 De zeespiegel stijgt vraag 5 t/m 8

Wanneer: voor de volgende les af

Hulp: de theorie (Lees goed!)
            buurman/buurvrouw naast je
            de docent

Klaar: maak herhaling van §6.2

Tijd: timer

timer
10:00

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 52 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelcheck
  1. Hoe zijn de oude duinen ontstaan en hoe herken je deze nog in het landschap van nu?
  2. Leg uit hoe het Hollandveen is ontstaan.
  3. Leg het verschil uit tussen oude duinen en jonge duinen
  4. benoem en leg uit het voorbeeld van dynamisch kustbeheer.

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies