§6.2 De zeespiegel stijgt

§6.2 De zeespiegel stijgt 
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

§6.2 De zeespiegel stijgt 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

In welke geologische periode
leven we nu?
A
tertiair
B
kwartair

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de tijd in de geologische tijdsschaal waarin er ijstijden waren?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het Pleistoceen en wat heeft dat met glacialen te maken?
A
Het Pleistoceen is een geologisch tijdperk met alleen warme tijden
B
Het Pleistoceen startte 10.000 jaar geleden tot nu met ijstijden
C
Het Pleistoceen is een interglaciaal van 200.000 jaar geleden
D
Het Pleistoceen is een geologisch tijdperk met glacialen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoelang geleden begon het Pleistoceen?
A
1 miljoen jaar
B
2 miljoen jaar
C
10.000 jaar
D
2,6 miljoen jaar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een glaciaal en een interglaciaal?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de namen op de goede plek
Saalien
Weichselien

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belangrijkste verschil tussen het Saalien en het Weichselien?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Pleistoceen
Holoceen
Stijgende zeespiegel
IJstijden
Groot waddengebied
Ontstaan stuwwallen
Ontstaan veen

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dekzand
Keileemkoppen
Stuwwallen
Löss

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie vragen
Zelfstandig, 3 minuten de tijd : beantwoord de vragen in je schrift:
  1. Waar zie je de stuwwallen nog terug?
  2. Uit welk materiaal bestaan die stuwwallen? 
  3. Waarom is het bij de pijl geen aaneengesloten stuwwal meer?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen van deze les
Lees paragraaf 6.2. zorgvuldig en beantwoord de volgende vragen in je schrift:
  1. Wat is het belangrijkste verschil tussen het Holoceen en het Pleistoceen?
  2. Wat wordt er bedoeld met de relatieve zeespiegelstijging?
  3. Wat is het verschil tussen het basisveen en het Hollandveen?
  4. Wat zijn strandwallen en waarom zijn deze belangrijk geweest in de vorming van de duinen?
  5. Bekijk figuur 8 in je leerboek. Verklaar het verschil tussen kaart B en C, ga in je verklaring in op de rol van de zee.

Klaar? Maak opdracht 1 t/m 5 van paragraaf 6.2. 
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je kennen en kunnen?

  • waarom de relatieve zeespiegel steeg
  • wat de verklaring is voor de afwisseling van basisveen,oude zeeklei, Hollandveen en jonge zeeklei
  • wat het verschil is tussen strandwallen, oude duinen en jonge duinen
  • wat de invloed van de zee was in drie perioden (figuur 8)

Deelvraag: Wat is tijdens het Holoceen de invloed van de
natuurkrachten water en wind op de vorming
van het Nederlandse landschap?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Wat is het belangrijkste verschil tussen het Holoceen en het Pleistoceen?
2. Wat wordt er bedoeld met de relatieve zeespiegelstijging?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is het landschap in NL ontstaan?
Van pleistoceen 

Naar holoceen



§6.1
§6.2
Landijs smolt 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stijgende zeespiegel
Holocene processen
  1. Warm water zet uit; (wordt groter)
  2. Smelten van (pleistocene) landijs;
  3. Bodemdaling (herstel isostatisch evenwicht)
  4. Bodemdaling (veen inklinking)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom stijgt de zeespiegel?
Absolute zeespiegelstijging            Relatieve zeespiegelstijging
Klimaatverandering
In het holoceen warmde het klimaat op en ijskappen smolten = absolute zeespiegel.
Zeespiegel steeg ook door bodemdaling Samen zorgen bodemdaling en afsmelten van het ijs voor een relatieve zeespiegelstijging. 
Bodemdaling
Zeespiegel steeg ook door bodemdaling. Samen zorgen bodemdaling en afsmelten van het ijs voor een relatieve zeespiegelstijging. 

  • Inklinken van veen
  • Herstel isostatisch evenwicht

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeespiegelstijging
Aan het einde van het Pleistoceen smolt het landijs. Zeespiegel steeg met 100m

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeespiegel stijging?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herstel isostatisch evenwicht
Het gewicht van het landijs, werd de aardkorst ingedrukt.
Hierdoor kwamen andere delen hoger te liggen. 

Na het smelten van het landijs, veerde de aardkorst weer op, waardoor andere delen weer daalden. (60-75 cm / eeuw)

Nu is de daling afgenomen. Er is minder tot geen smeltend landijs.
Nederland op de wip!?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3. Wat is het verschil tussen het basisveen en het Hollandveen?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisveen
Periode van transgressie. Invloed van de zee neemt toe. 
Landschappen ontstaan:
  • duinen
  • veenmoerassen


Transgressie
Periode van transgressie. Invloed van de zee neemt toe. Ook het grondwaterpeil steeg tot aan het landoppervlak, hierdoor was het natte omstandigheden en er onstond moerassen waarin dode planten resten zich verzamelen onder water, dit noemen ze veen. (Basisveen/Hollandveen)


7000 j.g.
800 j.g.
Duinen/strandwallen
Basis veen
Door een stijgende zeespiegel zorgde voor nattere omstandigheden in Nederland. Het grondwaterpeil kwam omhoog en steeg tot aan het landoppervlak. Er onstonden moerrassig gebied, waarin dodeplantenresten niet of nauwelijks verteerden (veen). Ze noemen dit basisveen omdat het eerste laag is wat in het Holoceen in Laag-Nederland ontstond. Deze veenlaag ligt direct op de Pleistocene ondergrond. (zand)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Inklinking van Basis veengronden
Veen
Ophoping van plantenmateriaal
Ziet dit er stevig uit?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


 Relatieve zeespiegelstijging
Doordat het warmer worden op aarde, smelt het landijs, (Zuidpool, Groenland, Gletsjers) hierdoor stijgt de zeespiegel. Dit noemen we absolute zeespiegelstijging.
Absolute zeespiegelstijging + bodemdaling noemen we relatieve zeespiegelstijging. De bodem daalt, door dat de bodem inklinkt. De bodem is meestal veengrond. Wanneer hier water uitgehaald word, droogt het veen op en zakt in. (inklinking) Het land waar wij op leven komt dan lager te liggen. Wanneer de zee 2 meter stijgt en de bodem met 1 meter inklinkt, dan stijgt de zee relatief met 3 meter.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Holocene processen

Periode van transgressie 
Landschappen ontstaan:
  • duinen
  • veenmoerassen
Transgressie
invloed van de zee neemt toe. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk figuur 8 in je leerboek. Verklaar het verschil tussen kaart B en C, ga in je verklaring in op de rol van de zee.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn strandwallen en waarom zijn deze belangrijk geweest in de vorming van de duinen?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waddenkust
3850 v.Chr.: einde aan landinwaarts opschuiven kustlijn.

Ontstaan oude duinen:  

  • op de grens tussen land en zee ontstonden strandwallen.
  • strandwallen door zeegaten onderbroken, ontstaan binnenzee.
  • droogvallend met eb, onder water met vloed          ontstaan laag zeeklei door bezinken fijne kleideeltjes.


Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Veenmoerassen
Kust verschoof zeewaarts door een dalende zeespiegel.

Aan zee: lange, lage duinenrij gebied daarachter: 
  • Invloed zout zeewater werd minder
  • Zoet water + (dode)planten = veen
  • Verlanding = plantengroei in open water + veenontwikkeling.
 Ontstaan van een dik veenpakket: Hollandveen. 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Jongere afzetting
Door stormen werden in Noord- en Zuidwest-Nederland:
  • veen weggeslagen  
  • nieuwe zeegaten gevormd  
  • de overgebleven lagen veen bedekt door een nieuwe laag zand en klei: jonge zeeklei.

Jonge duinen ontstaan: Zandbanken voor de kust afgebroken door de zee, zand verder verplaatst door de wind.


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dynamisch kustbeheer
Vroeger:
  • zand storten bij weggeslagen kust

Tegenwoordig:
  • zand storten op één plek en natuur gaat werk zelf doen
  • natuur herstelt de kust

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Wat: lees en maak van §6.2 De zeespiegel stijgt vraag 1 t/m 4

Wanneer: voor de volgende les af

Hulp: de theorie (Lees goed!)
           buurman/buurvrouw naast je
           de docent

Klaar: Kijk in de studiewijzer bij leeractiviteiten voor deze paragraaf

Tijd: Timer

timer
10:00

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelcheck
  1. Noem 3 van de 4 oorzaken waardoor de zeespiegel stijgt?
  2. Leg uit wat herstel van isostatische evenwicht inhoudt
  3. Leg uit wat transgressie is.
  4. Hoe is veen ontstaan?
  5. Leg uit wat het verschil is tussen absolute zeespiegelstijging en relatieve zeespiegelstijging is. 

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van de vorige keer?

Slide 46 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt het voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 47 - Tekstslide

Beschrijving van de afsluitende foto

Slide 48 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De Zandmotor of zandsuppletie werkt alleen bij een zeestroom van zuid naar noord.


Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen van deze les
  1. Wat is het belangrijkste verschil tussen het Holoceen en het Pleistoceen?
  2. Wat wordt er bedoeld met de relatieve zeespiegelstijging?
  3. Wat is het verschil tussen het basisveen en het Hollandveen?
  4. Wat zijn strandwallen en waarom zijn deze belangrijk geweest in de vorming van de duinen?
  5. Bekijk figuur 8 in je leerboek. Verklaar het verschil tussen kaart B en C, ga in je verklaring in op de rol van de zee.

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 51 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelcheck
  1. Hoe zijn de oude duinen ontstaan en hoe herken je deze nog in het landschap van nu?
  2. Leg uit hoe het Hollandveen is ontstaan.
  3. Leg het verschil uit tussen oude duinen en jonge duinen
  4. benoem en leg uit het voorbeeld van dynamisch kustbeheer.

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies