les 2

§3.2 Wat levert het je op?

  • hoe bereken je de omzet, de brutowinst en het nettoresultaat
  • ​waarom is​ een hoge arbeidsproductiviteit belangrijk 
  • wat bepaalt​ de productiecapaciteit van een bedrijf 
  • wat is het belang van MVO

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

§3.2 Wat levert het je op?

  • hoe bereken je de omzet, de brutowinst en het nettoresultaat
  • ​waarom is​ een hoge arbeidsproductiviteit belangrijk 
  • wat bepaalt​ de productiecapaciteit van een bedrijf 
  • wat is het belang van MVO

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst 
Brutowinst - kosten = Nettowinst

Omzet (verkoopopbrengst) = het totaalbedrag dat je voor de verkoop van goederen of diensten ontvangt.​

Brutowinst = omzet – inkoopwaarde​

Nettoresultaat (winst of verlies) = brutowinst – bedrijfskosten beloning. ​
 







Slide 3 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit
 productie per persoon in een bepaalde tijd.​


Arbeidsproductiviteit kan toenemen door:​
  • technologische ontwikkelingen (automatisering en mechanisering)​
  • betere arbeidsverdeling (ieder zijn eigen specialisatie)​
  • scholing​
  • prestatiebeloning





Slide 4 - Tekstslide

People, planet, profit

Voordelen van productie noem je maatschappelijke opbrengsten.​


Productie heeft ook maatschappelijke kosten (negatieve gevolgen). Bijvoorbeeld: ​milieuvervuiling​ of geluidsoverlast​

Veel bedrijven doen aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo): ​ze houden rekening met de gevolgen van hun productie voor mens en milieu






Slide 5 - Tekstslide

  • je gaat  6 minuten in sti
En nu?
je gaat 15 minuten in stilte werken 

Ga verder met de opdrachten van §3.1  (blz 74-77)

Als je klaar bent kun je starten aan §3.2 (blz 78-81)

Huiswerk maandag 3.1 en 3.2 zijn gemaakt
                huiswerkcontrole!

timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

§3.1 Wat zijn de kosten?
1a Ja, op deze manier hoeven er geen dieren meer te worden geslacht. Maar nee kan ook.
b Je loopt het risico dat je onvoldoende producten verkoopt en daardoor verlies draait en uiteindelijk failliet gaat. 
c Investeren in apparatuur / machines om op grote schaal het kweekvlees te produceren, investeren in personeel, investeren in een nieuwe fabriek.

2 De koeiencellen zijn een voorbeeld van natuur.
De oprichters leveren arbeid en ondernemerschap.

Slide 7 - Tekstslide

3 



4 Voor de ontwikkeling van de eerste Mosa Meat hamburger is heel veel arbeid, kapitaal en ondernemerschap ingezet. Dat zorgt voor een groot bedrag aan toegevoegde waarde.

Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
Rente en Huur
Loon
Pacht
Winst

Slide 8 - Tekstslide

5 





6a 160.000 ─ 31.000 / 6 = 129.000 / 6 = € 21.500,- per jaar 
b € 21.500 ÷ 125.000 = € 0,17 per kilometer 
of 129.000 / 6 x 125000
c Variabele kosten. Naarmate je meer met de vrachtwagen rijd, stijgen ook de onderhoudskosten. De banden slijten bijvoorbeeld sneller. 
Variabele kosten
Kosten van grondstoffen
Variabele kosten
Loonkosten van flexwerkers
Vaste kosten
Afschrijvingskosten
Vaste kosten
Huur van het gebouw

Slide 9 - Tekstslide

7 De besparing per jaar is 125.000 × € 0,20 = € 25.000,-
(€ 160.000 ─ € 31.000) ÷ € 25.000 = 5,16 = 6 jaar

8a Totale kosten 2,5 mln + 1 mln = € 3,5 miljoen = € 3.500.000.
Kostprijs per band is 3.500.000 / 625.000 = € 5,60. 
b 7,10 ─ 5,60 = € 1,50 winstopslag
1,50 / 5,60 × 100% = 26,8% 
c Na de productiestijging zullen de vaste kosten per jaar gelijk blijven. De variabele kosten zullen stijgen



Slide 10 - Tekstslide

8d De productie wordt 625.000 + (0,60 × 625.000) = 1.000.000 fietsbanden. 
Totale kosten worden 2,5 mln + 1 mln + 0,60 × 1 mln = 
€ 4.100.000.
De kostprijs per band wordt € 4.100.000 ÷ 1.000.000 = € 4,10. 
e Door de productiestijging is de kostprijs per product gedaald met € 1,50. (van € 5,60 naar € 4,10)




Slide 11 - Tekstslide

9 





Inkoopprijs
€ 145,00
berekeningen
Brutowinstopslag 70%
€ 101,50
0,7 x 145
Verkoopprijs
€ 246,50
145 + 101,50
Btw 21%
€   51,77
0,21 x 246,50
Consumentenprijs
€ 298,27
246,50 + 51,77
Inkoopprijs
€ 15,50
berekeningen
Brutowinstopslag 45%
€   6,98
0,45 x 6,98
Verkoopprijs
€ 22,48
15,50 + 101,50
Btw 9%
€   2,02
0,09 x 22,48
Consumentenprijs
€ 24,50
22,48 + 2,02

Slide 12 - Tekstslide

10-1 2049 / 121 x 100 = € 1.693,39 





2 2,15 / 109 x 100 = € 1,97




Slide 13 - Tekstslide