5.2 wat voor ondernemingen?

H5 Is er werk voor jou?
Paragraaf 5.2 Wat voor ondernemingen?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5 Is er werk voor jou?
Paragraaf 5.2 Wat voor ondernemingen?

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 5.1
  • Je kunt uitleggen wat voor arbeidsmotieven er zijn.
  • Je kunt uitleggen hoe de hoogte van je loon bepaald wordt.
  • Je kunt je nettoloon berekenen.
  • Je kunt het verschil tussen wit, grijs en zwart werk uitleggen.
  • Je kunt uitleggen wat het minimumloon is.

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 5.1 
  • Arbeidsmotieven
  • Brutoloon
  • Cao
  • Geschoold werk
  • Minimumloon
  • Nettoloon
  • Zwart werk

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 5.2
  • Je kunt de productiesectoren noemen en herkennen. 
  • Je kunt uitleggen wat arbeidsverdeling is.
  • Je kunt uitleggen wat een zelfstandige, eenmanszaak en een zzp'er is.
  • Je kunt de kenmerken van een vof benoemen.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een nv en een bv.

Slide 5 - Tekstslide

Arbeidsverdeling
  • Arbeidsverdeling is dat personen en bedrijven werk doen waarin zij gespecialiseerd zijn.
  • Dit zorgt voor een grote totale productie.
  • Doordat er sprake is van arbeidsverdeling, is er een grote keuze aan opleidingen en werk.

Slide 6 - Tekstslide

Productiesectoren
Er zijn 4 productiesectoren waarin je kunt werken:

Slide 7 - Tekstslide

Eigen baas
  • Werken in loondienst geeft zekerheid, bijvoorbeeld door afgesproken loon, de WIA en de WW.
  • Als zelfstandige heb je minder zekerheid, maar meer vrijheid. Je bepaalt zelf wat je doet en hoeveel je werkt.
  • Je inkomen is wel onzekerder.
  • Als je als zelfstandige geen personeel in dienst hebt, dan ben je een ZZP'er.

Slide 8 - Tekstslide

Ondernemingsvormen
Als je een onderneming start, dan moet je een ondernemingsvorm kiezen.
In Nederland hebben de volgende ondernemingsvormen:
  • Eenmanszaak
  • Vof
  • Bv
  • Nv

Slide 9 - Tekstslide

Eenmanszaak
  • Bij een eenmanszaak is er één eigenaar die zelfde leiding heeft.
  • De eigenaar kan wel personeel in dienst hebben.
  • De winst van een eenmanszaak is het inkomen voor de eigenaar, hierover wordt inkomstenbelasting betaald.
  • De eigenaar van een eenmanszaak is privé aansprakelijk.

Slide 10 - Tekstslide

Vof
  • Bij een Vof (vennootschap onder firma) zijn er twee of meer eigenaren, zij hebben samen de leiding.
  • De winst van een Vof is het inkomen voor de eigenaar, hierover wordt inkomstenbelasting betaald.
  • De vennoten spreken af hoe ze de winst verdelen.
  • De eigenaren van een vof zijn privé aansprakelijk.

Slide 11 - Tekstslide

BV
  • een BV (besloten vennootschap) is een ondernemingsvorm met één of meer eigenaren.
  • De eigenaren stoppen geld in het bedrijf, dat is hun aandeel.
  • De aandelen van een bv worden niet vrij verhandeld.
  • De eigenaar(en) zijn niet privé aansprakelijk.
  • Een BV betaalt over haar winst vennootschapsbelasting.
  • Winst kan worden uitgekeerd aan aandeelhouders als dividend
  • Voor de dagelijkse leiding heeft een bv een of meer directeuren.
  • Als een bv één aandeelhouder heeft, is die vaak ook directeur.

Slide 12 - Tekstslide

NV
  • een NV (naamloze vennootschap)is vaak een grote onderneming.
  • De eigenaren zijn aandeelhouders
  • De aandelen van een nv worden vrij verhandeld.
  • De aandeelhouders zijn niet privé aansprakelijk.
  • Een nv betaalt over haar winst vennootschapsbelasting.
  • Winst kan worden uitgekeerd aan aandeelhouders als dividend.
  • Voor de dagelijkse leiding heeft een bv een of meer directeuren.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Je kunt nu
  • Je kunt de productiesectoren noemen en herkennen.
  • Je kunt uitleggen wat arbeidsverdeling is.
  • Je kunt uitleggen wat een zelfstandige, eenmanszaak en een zzp'er is.
  • Je kunt de kenmerken van een vof benoemen.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een nv en een bv.

Slide 15 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 5.2
  • Arbeidsverdeling
  • Bv
  • Eenmanszaak
  • Nv
  • Productiesectoren
  • Vof
  • Zelfstandige 
  • Zzp'er

Slide 16 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 5.2: 2, 6, 7, 8, 9, 11, 12 en 13
Maken Rekenopdrachten: 13 en 14
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 5.2
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 5.2

 

timer
25:00

Slide 17 - Tekstslide