Als een woord eindigt op -e, -el, -en, -er, -em, -ie of -eau dan schrijf je in het meervoud een s. Bijvoorbeeld: vlinders, niveaus, subsidies.
Als een woord eindigt op -i, -a, -o, -u, -y dan maak je het meervoud met 's. Bijvoorbeeld: pinda's, pasta's, poema's, kiwi's, ski's, hobby's.