Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2021 2F spelling hoofdstuk 4
Grammatica en spelling
4: spellingsregels
4.1 Meervoud
4.2 Tussenletters
4.3 Aan elkaar of los?
4.4 Bijvoeglijk naamwoord?
Mechteld Pots / Communicatieve vaardigheden 2021
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammatica en spelling
4: spellingsregels
4.1 Meervoud
4.2 Tussenletters
4.3 Aan elkaar of los?
4.4 Bijvoeglijk naamwoord?
Mechteld Pots / Communicatieve vaardigheden 2021
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Tussenletter in samenstellingen
Slide 3 - Tekstslide
Opdrachten
Maken
paragraaf 4.1: opdracht 1 t/m 6
Paragraaf 4.2: opdracht 1 t/m 3
Slide 4 - Tekstslide
Sommige of Sommige
n
?
Slide 5 - Tekstslide
Grammatica en spelling
4: spellingsregels
4.1 Meervoud
4.2 Tussenletters
4.3 Aan elkaar of los?
4.4 Bijvoeglijk naamwoord?
Slide 6 - Tekstslide
Aan elkaar of los?
Slide 7 - Tekstslide
Aan elkaar of los?
Slide 8 - Tekstslide
Aan elkaar of los
Slide 9 - Tekstslide
8. Aan elkaar of los?
Uitzonderingen zijn: voorvoegsels, gelijkwaardige delen,
uitspraakprobleem, letter/ cijfer/ teken/ afkorting, vaste combinaties
Slide 10 - Tekstslide
Enkele / Enkelen pennen moeten vervangen worden.
A
Enkele
B
Enkelen
Slide 11 - Quizvraag
A
laatste
B
laatsten
Slide 12 - Quizvraag
Tussenletter -s?
elektriciteit...centrale
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Als je weet dat het voorjaarsmoeheid is; welk antwoord is dan correct?
A
voorjaarsstorm
B
voorjaarstorm
C
Slide 14 - Quizvraag
Tussenletter -s?
staat...schuld
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
maneschijn
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s
Slide 16 - Quizvraag
Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
weidevogel
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s
Slide 17 - Quizvraag
Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
reuzegroot
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het meervoud van
KAAS
A
kaazen
B
kazen
C
kaasen
D
kasen
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het meervoud van
mees
A
meesen
B
mezen
C
meezen
D
mesen
Slide 20 - Quizvraag
Waar ligt de klemtoon?
genie
A
ge
B
nie
Slide 21 - Quizvraag
Hoe schrijf je het meervoud van
genie
Slide 22 - Open vraag
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 23 - Tekstslide
Opdrachten
Maken
paragraaf 4.3: opdracht 1 t/m 5
Paragraaf 4.4: opdracht 1 t/m 5
Slide 24 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
2021 2F spellingregels
December 2022
- Les met
29 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Hoofdstuk 4 spellingsregels
April 2022
- Les met
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
4.1 t/m 4.4 spellingsregels
Maart 2022
- Les met
42 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
spellingsregels week 4 a
Juli 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Samenvatting 4 spellingsregels
Mei 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Meervoud, tussenletters
Maart 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Samenvatting 4 spellingsregels
Februari 2022
- Les met
11 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
4.1 t/m 4.4
Oktober 2021
- Les met
38 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1