`OTT werkwoorden hoofdregel + stam op d/t

Lernziele
In deze les leer je hoe je zwakke werkwoorden vervoegt:

1. 
Je kent de hoofdregel
2.
Je kent de uitzondering: stam eindigt op d of t

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare school

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Lernziele
In deze les leer je hoe je zwakke werkwoorden vervoegt:

1. 
Je kent de hoofdregel
2.
Je kent de uitzondering: stam eindigt op d of t

Slide 1 - Tekstslide

1. Ich [kaufen] ein Auto

Slide 2 - Open vraag

2. Er [reden] sehr viel.

Slide 3 - Open vraag

3. Daan [arbeiten] in einem Supermarkt

Slide 4 - Open vraag

4. Shanita [machen] die Hausaufgaben.

Slide 5 - Open vraag

5. Veronique [singen] ein Lied.
A
sing
B
singe
C
singst
D
singt

Slide 6 - Quizvraag

6. Jaydon [warten] vor der Schule.
A
wart
B
warte
C
wartest
D
wartet

Slide 7 - Quizvraag

7. Amy [finden] Deutsch nicht schwer.
A
find
B
finde
C
findt
D
findet

Slide 8 - Quizvraag

8. Selina [machen], was sie will.

Slide 9 - Open vraag

9. Chaymae und Paris [chatten] jeden Tag.

Slide 10 - Open vraag

10. Toon [schwimmen] immer mittwochs.

Slide 11 - Open vraag

11. Abdulwahab [surfen] in den Ferien.

Slide 12 - Open vraag

12. Melandri [baden] immer morgens.
A
bad
B
bade
C
badt
D
badet

Slide 13 - Quizvraag

13. Faith [schneiden] die Kartoffeln.
A
schneid
B
schneide
C
schneidet
D
schneiden

Slide 14 - Quizvraag

23. Herr Burger [schneiden] das Fleisch
A
schneid
B
schneide
C
schneidet
D
schneiden

Slide 15 - Quizvraag

28. Sie [sprechen] lieber Englisch, Herr Lacroix?
A
spreche
B
sprechen
C
sprechst
D
sprecht

Slide 16 - Quizvraag

17. Herr Mawhin [reden] sehr laut.
A
red
B
redet
C
rede
D
redest

Slide 17 - Quizvraag

30. Ich [hoffen], ihr [kennen] jetzt Taalregel C!

Slide 18 - Open vraag

Ik ken de hoofdregel van Duitse werkwoorden
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Ik ken de vervoeging van werkwoorden met een stam die eindigt op een d of een t
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll