2.1 Wat is sociaal gedrag - 2.2 Samen sterker

HOE WIL IK MET ANDEREN OMGAAN?
2.1 Wat is sociaal gedrag?
2.2 Samen sterker?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

HOE WIL IK MET ANDEREN OMGAAN?
2.1 Wat is sociaal gedrag?
2.2 Samen sterker?

Slide 1 - Tekstslide

Doelen:
  • Je kent de belangrijkste functie van omgangsvormen en sociale vaardigheden.
  • Je kunt van enkele positieve eigenschappen de voordelen en mogelijke nadelen noemen.
  • Je bent je ervan bewust dat sociale vaardigheden per groep en situatie verschillen.
Respect
Gelijkheid
Beleefdheid

Sportiviteit

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het aanleren van sociaal gedrag?

Socialisatie

=

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primaire Socialisatie  =

Aanleren van normen en waarden binnen een gezin.
Secundaire Socialisatie = 

Leren van vrienden, klasgenoten, teamgenoten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Goed gedrag = alle manieren om rekening met elkaar te houden

omgangs-vormen
sociaal gedrag

Bij sociaal gedrag horen bepaalde vaardigheden:

  1. Contact maken met anderen
  2. Samenwerken
  3. Afspraken nakomen
  4. Respectvol communiceren
  5. Omgaan met emoties
  6. Omgaan met kritiek
  7. Regels v/d groep respecteren
  8. Je verplaatsen in anderen
  1. - iemand groeten en oogcontact maken
  2. - een ander om een reactie vragen
  3. - op tijd zijn of op tijd een afspraak afzeggen
  4. - vriendelijk of beleefd iets zeggen
  5.   als iets je irriteert, dan stel je je reactie uit
  6. - proberen te leren van de tips van een ander
  7. - op je beurt wachten in de rij bij de kassa
  8. - een mede-passagier aanbieden om haar rollator uit de bus te tillen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ASSERTIVITEIT:

Assertiviteit of zelfstandigheid wil ook zeggen dat je goed voor jezelf kunt opkomen waarbij je anderen in hun waarde laat. Je bent zelfstandig en niet afhankelijk van de mening van anderen over wat jij wel of niet moet doen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


En nu jullie:

kies 1 positieve eigenschap en maak je eigen kwadrant

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • geduldig        
  • eerlijk
  • nauwkeurig
  • genuanceerd
  • grondig
  • overtuigend
  • enthousiast
  • bedachtzaam 
  • voorzichtig
  • praktisch
  • doelgericht
  • attent
  • gezellig
  • verdraagzaam
  • bescheiden
  • behulpzaam
  • diplomatiek
  • oplossingsgericht
  • flexibel
  • concreet
  • humoristisch
  • volhardend
  • betrouwbaar
  • direct
  • spontaan
  • nuchter
  • optimistisch
  • zakelijk

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KERNKWADRANT -
DANIËL OFMAN

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eerlijk/direct
goed nadenken voordat je iets zegt
niet spontaan, eromheen draaien
brutaal

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AGRESSIE

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In een voetbalteam werk en speel je samen. Daardoor ben je als team sterker en kun je een beter resultaat behalen. Je zou kunnen zeggen dat je in jouw rol als medespeler sociaal gedrag dient te vertonen
In een samenleving is sociaal gedrag noodzakelijk voor de leefbaarheid. Goed gedrag of sociaal gedrag betekent dat mensen rekening met elkaar houden. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal
Altruïstisch (altruïsme)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal = rekening houden met elkaar
vb.: je ruimt je eigen afval op, je remt op tijd af zodat een voetganger ziet dat hij het zebrapad kan oversteken
Altruïstisch (altruïsme) = Je houdt niet alleen rekening met een ander, je doet ook iets voor de ander, zonder dat je er zelf per se beter van wordt.
vb.: Mantelzorg (onbetaalde en langdurige zorg voor familie)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 casussen waarin we oefenen met begrippen als: Altruïsme, egoïstisch, sociaal, etc. 

Slide 18 - Tekstslide

OEFENEN IN DRIETALLEN

Verdeel de klas in groepjes van drie. De studenten gaan opnieuw in gesprek. Elk drietal heeft een Verteller en een Luisteraar. Nieuw is de Observator. Herhaal de eerste opdracht. De Observator let tijdens het gesprek goed op de de Luisteraar: houdt de Luisteraar rekening met alle punten van jullie klassikale brainstorm? Wissel drie keer zodat iedere student elke rol een keer heeft gehad. 


Ramos is vrijwilliger in een verpleeghuis. Hij vindt dit leuk en belangrijk. Maar de leidinggevende doet wel heel vaak een beroep op hem. Ramos moet ook studeren en werken. Daarom geeft hij het duidelijk aan wanneer het niet uitkomt. Soms gaan andere dingen voor.
A
Ramos is altruïstisch. Hij komt niet op voor zichzelf.
B
Ramos is altruïstisch. Hij komt op voor zichzelf.
C
Ramos is altruïstisch. Hij verplaatst zich niet in de leidinggevende.
D
Ramos is egoïstisch. Hij denkt meer aan zichzelf dan aan anderen.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Levi is bijna aan de beurt bij de bakker. Hij heeft een beetje haast omdat hij straks moet werken. Toch laat hij mevrouw Brouwer voor als ze het aan hem vraagt. Ze hoeft maar een paar boodschappen, zegt ze. Maar dan doet mevrouw Brouwer een bestelling voor de hele week en heeft ze ook nog een uitgebreide vraag over een taart. Levi wacht geduldig en komt zo te laat op zijn werk. In gedachten scheldt hij mevrouw Brouwer de huid vol

A
Levi is altruïstisch. Hij komt niet op voor zichzelf.
B
Levi is egoïstisch. Hij vindt dat hij te lang moet wachten.
C
Levi is sociaal. hij laat mevrouw Brouwer voorgaan.
D
Levi verplaatst zich niet in een ander. Hij scheldt mevrouw Brouwer stiekem uit.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Britt geeft een tuinfeestje. Ze heeft van tevoren gewaarschuwd dat ze het feestje zou geven en haar buren hebben geen bezwaar gemaakt. Het feestje gaat tot laat door en iedereen heeft het erg naar zijn zin. De buurman klopt aan. Hij kan niet slapen en vindt dat ze moeten stoppen. Britt gaat gewoon door met het feest. Ze had toch van tevoren gewaarschuwd?
A
Britt heeft zich verplaatst in haar buren. Later gedraagt ze zich egoïstisch.
B
Britt heeft zich verplaatst in haar buren. Zij komt op voor haar eigen belangen.
C
Britt is altruïstisch. Ze houdt rekening met de buren, maar ook met de mensen op haar feestje.
D
Britt is egoïstisch. Ze heeft de buren gewaarschuwd zodat ze daarna haar eigen gang kon gaan.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Volgens de nieuwe donorwet is iedereen van af 2020 automatisch donor. Als je geen donor wilt zijn, moet je actie ondernemen. Wat vind jij van deze nieuwe wet en waarom vind je dat?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies