Formuleren 4V - les 6

ma 8 mei. - 4v3 - 4e uur
Lesdoel: aan het einde van de les weet je of je foutieve samentrekkingen uit zinnen kunt halen. 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

ma 8 mei. - 4v3 - 4e uur
Lesdoel: aan het einde van de les weet je of je foutieve samentrekkingen uit zinnen kunt halen. 

Slide 1 - Tekstslide

ma 8 mei. - 4v3 - 4e uur
Lesdoel: aan het einde van de les weet je of je foutieve samentrekkingen uit zinnen kunt halen. Verder weet je wat een foutieve beknopte bijzin is en kun je die vinden in voorbeeldzinnen. 

Slide 2 - Tekstslide

ma 8 mei. - 4v3 - 4e uur
Lesdoel: aan het einde van de les weet je of je foutieve samentrekkingen uit zinnen kunt halen. Verder weet je wat een foutieve beknopte bijzin is en kun je die vinden in voorbeeldzinnen. Zelf ga je aan de slag met zinnen die onjuist begrensd zijn.

Slide 3 - Tekstslide

ma 8 mei. - 4v3 - 4e uur
  • Opfrissen foutieve samentrekking - opdr. 14 blz. 143
  • Uitleg foutieve beknopte bijzin blz. 144-145
  • Zelfstandig werken

Slide 4 - Tekstslide

Een foutieve samentrekking..


Wat is dat ook alweer?

Slide 5 - Tekstslide

Foutieve samentrekking
Als twee zinnen aan elkaar gemaakt zijn, mogen de delen die hetzelfde zijn weggelaten/samengetrokken worden, mits:
  • de betekenis hetzelfde is;
  • de vorm hetzelfde is (allebei meervoud, allebei enkelvoud);
  • de grammaticale functie hetzelfde is (allebei ow, allebei lv, allebei kww = koppelwerkwoord).




Slide 6 - Tekstslide

Foutieve samentrekking
Voorbeelden foutieve samentrekking:

  • Esther hield konijntjes in een hok, maar vooral van haar cavia.
  • Dat lelijke gebouw wordt afgebroken en ook die oude flats.
  • De nieuwe brug is af en daarom vandaag door de minister geopend.





Slide 7 - Tekstslide

Foutieve samentrekking
Voorbeelden foutieve samentrekking:
--> Welk(e) woord(en) is/zijn weggelaten/samengetrokken?

  • Esther hield konijntjes in een hok, maar Esther hield vooral van haar cavia.
  • Dat lelijke gebouw wordt afgebroken en ook die oude flats worden afgebroken.
  • De nieuwe brug is af en de nieuwe brug is daarom vandaag door de minister geopend.





Slide 8 - Tekstslide

Foutieve samentrekking
Voorbeelden foutieve samentrekking:
--> Welk(e) woord(en) is/zijn weggelaten/samengetrokken?

  • Esther hield konijntjes in een hok, maar hield vooral van haar cavia.
  • Dat lelijke gebouw wordt afgebroken en ook die oude flats worden afgebroken.
  • De nieuwe brug is af en is daarom vandaag door de minister geopend.





Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 14 - zin 1
  • De overmoedige handelaar zag altijd nieuwe kansen op de markt, maar (de overmoedige handelaar zag) helaas zijn eigen beperkingen niet in.
  • - ‘de overmoedige handelaar’ heeft beide keren dezelfde betekenis, beide keren dezelfde vorm (enkelvoud) en beide keren dezelfde grammaticale functie (onderwerp); ‘de overmoedige handelaar’ mag je weglaten.
  • - ‘zag’ is de eerste keer het werkwoord ‘zien’, maar de tweede keer deel van het werkwoord ‘inzien’; ‘zag’ mag je niet weglaten.
  • - Verbetering:
  • De overmoedige handelaar zag altijd nieuwe kansen op de markt, maar zag helaas zijn eigen beperkingen niet in.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 14 - zin 2
  • Onze buurman werd bij zijn pensionering benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau en (onze buurman werd) door de gemeente het ereburgerschap aangeboden.
  • - ‘onze buurman’ heeft niet beide keren dezelfde grammaticale functie: de eerste keer is ‘onze buurman’ onderwerp, de tweede keer meewerkend voorwerp (aan onze buurman).
  • ‘werd’ zou je wel mogen weglaten, maar dat kan niet in deze zin.
  • - Verbetering:
  • Onze buurman werd bij zijn pensionering benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau en hem werd door de gemeente het ereburgerschap aangeboden.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 14 - zin 3
  • De prijzen van Nike-artikelen zijn wellicht hoger, maar de kwaliteit (zijn?) heel wat beter.
  • - meervoud/enkelvoud
  • - Verbetering:
  • De prijzen van Nike-artikelen zijn wellicht hoger, maar de kwaliteit is heel wat beter.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 14 - zin 4
  • Jullie studie over duurzaam bouwen vond ik bijzonder boeiend en (jullie studie over duurzaam bouwen) zal ik in de toekomst zeker gebruiken bij het ontwerpen van mijn kantoorpanden.
  • - De zin is correct, want ‘jullie studie over duurzaam bouwen’, heeft: 
  • beide keren dezelfde betekenis, 
  • beide keren dezelfde vorm (enkelvoud) en 
  • beide keren dezelfde grammaticale functie (lijdend voorwerp); 
  • - ‘jullie studie over duurzaam bouwen’ mag je weglaten.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 14 - zin 5
  • De meivakantie duurt dit jaar twee weken en (de meivakantie) brengen we dus lekker in Italië door.
  • - ‘de meivakantie’ is de eerste keer onderwerp van de zin en de tweede keer, lijdend voorwerp; ‘de meivakantie’ mag je dus niet weglaten.
  • - Verbetering:
  • De meivakantie duurt dit jaar twee weken en die brengen we dus lekker in Italië door.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 14 - blz. 143 - zin 6
  • Beroepsinbreker K.R. heeft het slachtoffer eerst een klap op zijn hoofd gegeven en daarna van zijn geld en zijn creditcard beroofd.
  • Beroepsinbreker K.R. heeft het slachtoffer eerst een klap op zijn hoofd gegeven en (beroepsinbreker K.R. heeft het slachtoffer) daarna van zijn geld en zijn creditcard beroofd.
  • - ‘beroepsinbreker K.R.’ heeft beide keren dezelfde betekenis, beide keren dezelfde vorm (enkelvoud) en beide keren dezelfde grammaticale functie (onderwerp); ‘beroepsinbreker K.R.’ mag je weglaten.
  • - ‘heeft’ heeft beide keren dezelfde betekenis (voltooid verleden tijd), beide keren dezelfde vorm (enkelvoud) en beide keren dezelfde grammaticale functie (hulpwerkwoord); ‘heeft’ mag je weglaten.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 14 - zin 6
  • - ‘het slachtoffer’ is de eerste keer meewerkend voorwerp (aan het slachtoffer) en de tweede keer lijdend voorwerp; ‘het slachtoffer’ mag je niet weglaten.
  • - Verbetering:
  • Beroepsinbreker K.R. heeft het slachtoffer eerst een klap op zijn hoofd gegeven en hem daarna van zijn geld en zijn creditcard beroofd.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 14 - zin 7
  • De oude man is onwel geworden en per ambulance naar het ziekenhuis gebracht.
  • De oude man is onwel geworden en (de oude man is) per ambulance naar het ziekenhuis gebracht.
  • - ‘de oude man’ heeft beide keren dezelfde betekenis, beide keren dezelfde vorm (enkelvoud) en beide keren dezelfde grammaticale functie (onderwerp); ‘de oude man’ mag je weglaten.
  • - ‘is’ is de eerste keer hulpwerkwoord nw-gezegde, maar de tweede keer hww ww-gezegde; ‘is’ mag je niet weglaten.
  • - Verbetering:
  • De oude man is onwel geworden en is per ambulance naar het ziekenhuis gebracht.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 14 - zin 8
  • The Blair Witch Project was een heel enge film, maar (The Blair Witch Project) had ik desondanks voor geen goud willen missen.
  • - The Blair Witch Project is de eerste keer onderwerp en de tweede keer lijdend voorwerp; The Blair Witch Project mag je niet weglaten.
  • - Verbetering:
  • The Blair Witch Project was een heel enge film, maar die film had ik desondanks voor geen goud willen missen.

Slide 18 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin

Slide 19 - Tekstslide

Uitleg foutieve bekn. bijzin
  • Toen wij in ons hotel aankwamen, vonden we de kamers erg tegenvallen.
  • Dit is een samengestelde zin: hoofdzin + bijzin
  • De hoofdzin is: 
  • vonden we de kamers erg tegenvallen, want als de zin vragend gemaakt wordt staat de pv van de hoofdzin voorop:
  • Vonden we de kamers erg tegenvallen toen wij in ons hotel aankwamen?
  • De bijzin is: 
  • Toen wij in ons hotel aankwamen.

Slide 20 - Tekstslide

Uitleg foutieve bekn. bijzin
Toen wij in ons hotel aankwamen, vonden we de kamers erg tegenvallen.
  • De bijzin Toen wij in ons hotel aankwamen
  • een ‘gewone’ bijzin, want ow + pv aanwezig:
  • Toen wij in ons hotel aankwamen, vonden we de kamers erg tegenvallen.
  • Soms zijn bijzinnen ‘ongewoon’, want ow + pv afwezig 🡪 beknopte bijzin
  • Bijvoorbeeld:
  • In ons hotel aangekomen, vonden we de kamers erg tegenvallen.

Slide 21 - Tekstslide

Uitleg foutieve bekn. bijzin
In ons hotel aangekomen, vonden we de kamers erg tegenvallen.
  • De beknopte bijzin is juist als:
  • het denkbeeldige ow van de beknopte bijzin = het ow van de hoofdzin
  • In ons hotel aangekomen = beknopte bijzin
  • denkbeeldige ow beknopte bijzin = wij
  • vonden we de kamers erg tegenvallen = hoofdzin
  • ow hoofdzin = wij
  • Dus: In ons hotel aangekomen, vonden we de kamers erg tegenvallen.
  • ...is een zin met een juiste beknopte bijzin.

Slide 22 - Tekstslide

Uitleg foutieve bekn. bijzin
In ons hotel aangekomen, vielen de kamers erg tegen.
  • Wat is de HZ + ow; wat is de BZ + denkbeeldig ow?
  • HZ = vielen de kamers erg tegen
  • ow = de kamers
  • BZ = In ons hotel aangekomen
  • denkbeeldig ow = wij
  • Dus: In ons hotel aangekomen, vielen de kamers erg tegen.
  • ...is een zin met een onjuiste beknopte bijzin.

Slide 23 - Tekstslide

Uitleg foutieve bekn. bijzin
Oplossing voor: In ons hotel aangekomen, vielen de kamers erg tegen.

  • 1.) Maak v.d. beknopte bijzin een gewone bijzin:
  • Toen wij in ons hotel aankwamen, vielen de kamers erg tegen.

  • 2.) Maak het ow v.d. HZ gelijk aan het denkbeeldige ow v.d. bekn. bijzin:
  • In ons hotel aangekomen, vonden wij de kamers erg tegenvallen.

Slide 24 - Tekstslide

Uitleg foutieve bekn. bijzin
Ander voorbeeld:
  • Na een half uur op het perron gewacht te hebben, reed de trein het station binnen.
  • beknopte bijzin 🡪 gewone bijzin
  • Nadat ik een half uur op het perron gewacht had, reed de trein het station binnen.
  • ow hoofdzin gelijk maken aan denkbeeldige ow beknopte bijzin
  • Na een half uur op het perron gewacht te hebben, zag ik de trein het station binnenrijden.

Slide 25 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak opdr. 15 en 17 op blz. 145
Bestudeer de uitleg op blz. 146 Zinnen onjuist begrenzen
Maak opdr. 18 op blz. 147
Werk alleen; 
Werk in stilte; 
Bij vragen: lees de uitleg nogmaals en steek daarna pas je vinger op. 
huiswerk do. 11/5 - 5e

Slide 26 - Tekstslide