15. Schrijfdossier, opdracht 2

PLANNING VAN DEZE LES
Nulmeting: Marcel en Midas. De nulmeting staat open vanaf 12:05 - 13:05 uur. Je hebt oortjes/hoofdtelefoon nodig en dat uur ook. Je krijgt veertig vragen over de Nederlandse taal in het algemeen, gericht op de bouwstenen. 

1. Over de nulmeting 
2. Overzicht Nederlands
3. Theorie werkwoordspelling
4. Opdracht 2: de sollicitatiebrief via e-mail (theorie)


1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

PLANNING VAN DEZE LES
Nulmeting: Marcel en Midas. De nulmeting staat open vanaf 12:05 - 13:05 uur. Je hebt oortjes/hoofdtelefoon nodig en dat uur ook. Je krijgt veertig vragen over de Nederlandse taal in het algemeen, gericht op de bouwstenen. 

1. Over de nulmeting 
2. Overzicht Nederlands
3. Theorie werkwoordspelling
4. Opdracht 2: de sollicitatiebrief via e-mail (theorie)


Slide 1 - Tekstslide

1. OVER DE NULMETING
Wat als je alle bouwstenen afhebt?
Dan ga je door naar de volgende nulmeting. Die van grammatica en spelling. Er is nog een derde: die van Woordenschat. 

Deze werken hetzelfde als de eerste nulmeting: bepaalde onderdelen worden grijs, andere blijven blauw. 

Let erop dat je het goede niveau kiest: 3F




Slide 2 - Tekstslide

2. OVERZICHT NEDERLANDS
Je gaat tot en met vrijdag 29 maart bezig met het Schrijfdossier. Op de volgende slide het overzicht. 

Ik geef les in Bouwsteen 04, 05, enz. tot aan de eindtoets van Bouwstenen. 

We doen drie lesuren over één Bouwsteen. Het vierde lesuur heb je de Bouwsteentoets over die Bouwsteen.  

Eén Bouwsteen duurt dus twee lesweken. 

Slide 3 - Tekstslide

Overzicht Schrijfdossier (nu tot 29 maart)
► 09 februari: het cv afronden
16 februari: de sollicitatiebrief via e-mail
01 maart: het persbericht
08 maart: een onderzoeksartikel
15 maart: het formulier en een begeleidende e-mail
22 maart: het betoog
29 maart: de reflectie en controle van jouw verslag met behulp van opdracht 8.

Deadline Schrijfdossier 29 maart 24:00 uur, via CumLaude inleveren


Slide 4 - Tekstslide

Na het Schrijfdossier
Bouwsteen 04. vrijdag 5 + 12 april ►Samenhang (signaalwoorden)
- vrijdag 12 april het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 04.
Niet: Ellen, Jinke, Damian, Evan en Nick
Geef aan mij door via e-mail wat jouw besluit is. 

Bouwsteen 05. vrijdag 19 + 26 april ►Hoofd- en bijzaken
- vrijdag 26 april het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 05.
Niet: Ellen, Amber, Jinke, David, Damian en Nick.
► Ook hier geldt: mij mailen. 

Slide 5 - Tekstslide

3. THEORIE
Onderscheid jezelf middels werkwoordspelling




Slide 6 - Tekstslide

Wat onder werkwoordspelling valt:
persoonsvorm tegenwoordige tijd:   nu begrijp ik het
persoonsvorm verleden tijd:                   vroeger begreep ik het
voltooid deelwoord:                                  ik heb het begrepen
onvoltooid deelwoord:                             begrijpend knikte ik
gebiedende wijs:                                       begrijp dat dan!
bijvoeglijk naamwoord:                           de begrijpende leerling

Slide 7 - Tekstslide

STAP 1
Wat doe je eerst bij werkwoordspelling? 

  • Stap 1: je zet de zin in een andere tijd om de pv te vinden. 

Slide 8 - Tekstslide

STAP 2
(stap 1) Je zet de zin in een andere tijd om de pv te vinden. 

Wie weet stap 2? 
  • Stap 2: je zoekt het hele werkwoord, het infinitief, van de pv.

  • NB let op scheidbare werkwoorden

Volgende slide: quizvragen over het infinitief




Slide 9 - Tekstslide

Wat is het hele werkwoord (het infinitief) in:
De hond van de buren bijt

Slide 10 - Open vraag

Wat is het hele werkwoord (het infinitief) in:
Henk leeft voor zijn hobby

Slide 11 - Open vraag

Wat is het hele werkwoord (het infinitief) in:
De havik viel in haar tuin de duif aan

Slide 12 - Open vraag

Antwoorden
De hond van de buren bijt ► het hele werkwoord van de pv is: 
  • bijten

Henk leeft voor zijn hobby ► het hele werkwoord van de pv is:
  • leven

De havik viel in haar tuin de duif aan ► het hele ww van de pv is:
  • aanvallen

Slide 13 - Tekstslide

STAP 3
(stap 1) Je zet de zin in een andere tijd om de pv te vinden. 
(stap 2) Je zoekt het hele werkwoord, het infinitief, van de pv.

Stap 3: je haalt -en van het infinitief af. Nu heb je de stam van het werkwoord. Dat is je basis. 


Volgende slide: quizvragen over de stam








Slide 14 - Tekstslide

Wat is de stam van de persoonsvorm in:
De hond van de buren bijt

Slide 15 - Open vraag

Wat is de stam van de persoonsvorm in:
Henk leeft voor zijn hobby

Slide 16 - Open vraag

Wat is de stam van de persoonsvorm in:
De havik viel de duif aan

Slide 17 - Open vraag

Antwoorden
De hond van de buren bijt ► de stam van de pv is: 
  • bijt (-en)

Henk leeft voor zijn hobby ► de stam van de pv is: 
  • lev (-en)

De havik viel in haar tuin de duif aan ► de stam van de pv is:
  • aanvall (-en)

Slide 18 - Tekstslide

ONTHOUDEN
(stap 1) Je zet de zin in een andere tijd om de pv te vinden. 
(stap 2) Je zoekt het hele werkwoord, het infinitief, van de pv.
(stap 3) Je haalt -en van het infinitief af. Nu heb je de stam van het werkwoord. Dat is je basis. 

Onthoud deze stappen. Onthoud ook dat het Nederlands gebaseerd is op klanken. Kappen - de stam kapp wordt kap. 
Leren - de stam ler wordt leer. 








Slide 19 - Tekstslide

4. OPDRACHT 2: de sollicitatiebrief via e-mail
Volg de richtlijnen in het Schrijfdossier en gebruik de vacature die ik jou ge-e-maild heb.  Je mag ook een eigen vacaturetekst gebruiken. Neem de vacaturetekst en jouw sollicitatiebrief op in jouw Schrijfdossier.


LESDOELEN
- Je bent op de hoogte van de taalconventies, de regels die bij een sollicitatiebrief horen
- Je kent de indeling van de sollicitatiebrief
- Je begrijpt waarom er taalconventies zijn

Slide 20 - Tekstslide

de vacature (zie e-mail)
Luister naar de theorie, kijk naar het digibord en schrijf jouw sollicitatiebrief. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

SOLLICITEREN
In jouw sollicitatiebrief overtuig je de lezer dat je geschikt bent voor de baan. 
Je wilt uitgenodigd worden voor een gesprek. 

  • formeel taalgebruik
  • je volgt de indeling voor een zakelijke brief 
  • maximaal 3/4 A4

Belangrijk:
- de taalconventies van een sollicitatiebrief
- de volgorde, in alinea's

Slide 23 - Tekstslide

VOORBEREIDING
  • welke informatie kan je vinden over het bedrijf? 

  • staat er een contactpersoon in de vacaturetekst? Die naam gebruik je in je aanhef. 

  • kan je bellen voor meer informatie? Alleen bellen als je een vraag hebt. 

Slide 24 - Tekstslide

DE START
► in een e-mail gebruik je de onderwerpsregel:
Sollicitatie naar de functie van .... → géén punt of komma

►In een brief: 
NAW-gegevens afzender (jij)

NAW-gegevens doelgroep (die ander)

Zwolle, 7 februari 2024 → géén punt of komma, wel de datum uitschrijven

Betreft: sollicitatie naar de functie van .... → géén punt of komma







Slide 25 - Tekstslide

DE AANHEF
Geachte heer/mevrouw,    → hierachter moet een komma

Allemaal prima (maar check de vacature): 

Beste mevrouw Deutz,
Beste meneer Van Pijkeren, 
Geachte heer Van der Molen, 
Geachte heer/mevrouw,
Geachte mevrouw De Bruyckere, 





Slide 26 - Tekstslide

EERSTE ALINEA: de inleiding
  • Stel jezelf voor:

Mijn naam is X X en ik ben x jaar. Ik volg de opleiding Wildlife aan het Zone.college in Zwolle. 


► je schrijft de functie met kleine letter: manager
► je volgt een opleiding met de titel Wildlife
► hoe schrijft de organisatie haar eigen naam? Jatten!

Slide 27 - Tekstslide

nog meer inleiding
  • Je schrijft waar je de vacature hebt gezien:
Ik zag uw vacature in [naam blad]. 
Ik werd geattendeerd op jullie vacature door [voornaam, achternaam]
Via Indeed zag ik uw vacature.  

  • Je schrijft waarom jij solliciteert:
Deze vacature sprak mij meteen aan, omdat ...
Ik werd meteen enthousiast van de vacature, omdat ... 

Houd de zinnen kort. Maximaal één komma en één keer het voegwoord [en]. 

Slide 28 - Tekstslide

TWEEDE ALINEA: de kern
►Lees de vacaturetekst nog een keer door. Welke karaktereigenschappen moet je hebben? Laat die woorden terugkomen. Je zet dit in een nieuwe alinea. 

Ik kan zowel goed zelfstandig werken, als in een team.
Ik kan goed zelfstandig werken en ook in teamverband.
  
Vragen ze nog meer karaktereigenschappen/werkeigenschappen? Die kunnen allemaal bij elkaar in deze alinea.

Slide 29 - Tekstslide

DERDE ALINEA: de kern
►Lees de vacaturetekst nog een keer door. Wat zijn 'harde' eisen? Die moeten apart in een alinea. 

Hoeveel uren willen ze dat je gaat werken?
De gevraagde X uren per week zijn voor mij goed haalbaar en ik kan in het weekend werken. 
  
Welke dagen willen ze dat je werkt? Moet je in het bezit zijn van rijbewijs B? Moet je een auto hebben? Welke diploma's vragen ze?


Slide 30 - Tekstslide

SLOTALINEA en SLOTZIN
  • Je breit er een eind aan: je geeft de laatste informatie en sluit af met jouw naam. 

Tot slot heb ik ook mijn cv toegevoegd. Bij vragen of interesse kunt u mij zowel telefonisch als via e-mail bereiken. 

  • De slotzin is ook weer een alinea: je stuurt aan op een uitnodiging voor gesprek. 

Mijn motivatie licht ik met plezier toe in een gesprek. 
  




Slide 31 - Tekstslide

AFSLUITING
Met vriendelijke groet,  → hier een komma aan het eind


Voornaam Achternaam  → hierachter niets


Bijlage: cv       → hierachter geen interpunctie


  




Slide 32 - Tekstslide

spellingtips e.d.
  • curriculum vitae of levensloop: afkorten met kleine letter: cv.

  • geen hobby's of irrelevante opleidingen in jouw motivatie.

  • schrijf je [u] in de brief, switch dan niet naar [jullie]. Kies één van de twee.

  • hun is NOOIT een onderwerp. Je begint een zin dus nooit met [hun].

Slide 33 - Tekstslide

spellingtips e.d.
  • schrijf actief, dus in de tegenwoordige tijd, met één werkwoord/persoonsvorm. 

  • interpunctie. Waar komt een komma? Lees je brief na. Heb je alle hoofdletters? Punten?  

  • schrijf in de alinea achter elkaar door! 

  • gebruik geen afko's, maar schrijf ze in het middenstuk volledig (uit).

Slide 34 - Tekstslide

VOLGENDE WEEK
... het persbericht. Je krijgt hier ook les in. 


Slide 35 - Tekstslide

EINDE VAN DE LES

Slide 36 - Tekstslide

Bouwsteen 06. vrijdag 17 + 24 mei ► Informatie en meningen
- vrijdag 24 mei het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 06. 
Wie hoeven deze bouwsteen niet te doen: Ellen, Amber, Jinke, Anton, Chris en Damian.

Bouwsteen 07. vrijdag 31 mei + 7 juni ► Evalueren
- vrijdag 7 juni het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 07.
Wie hoeven deze bouwsteen niet te doen: Ellen, Romy, Evan en Manu.

Slide 37 - Tekstslide

Bouwsteen 08.  vrijdag 14 + 21  juni ► Samenvatten
- vrijdag 21 juni het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 08.
Niet: Jinke, Leon en Nick.

Eindtoets Bouwstenen vrijdag 28 juni
- vrijdag 28 juni het 1e lesuur Nederlands de eindtoets.

Over: vijf lesuren in totaal: vrijdag 28 juni het 2e lesuur, vrijdag 5 en 12 juli. 
In die uren ga je toetsen inhalen en vereisten afronden. 

Slide 38 - Tekstslide

2. BOUWSTEEN 3: TAALBLOKKEN
3F Voorbeeld & theorie, leesleer de theorie (pg 3) en maak alle opdrachten.

► Lezen en luisteren, maken: 
pg. 1 - 3: opgave 1 t/m 8; 
pg. 5: opgave 13, 14; 
pg. 6: opgave 16, 17 en 18.


NB: vergeet de Woordenschat van Bouwsteen 3 niet (3F). 

Slide 39 - Tekstslide