18. schrijfdossier opdracht 2 sollicitatiebrief

PLANNING VAN DEZE LES
0.  De nulmeting staat het tweede lesuur Nederlands klaar voor Noëlle. Starttijd: 13:30 uur. Je hebt oortjes nodig en je kunt als je wilt in een andere ruimte de toets maken. De meesten zijn met 45 a 60 minuten klaar met de 40 vragen. Het is wel belangrijk om het helemaal af te krijgen. 

1.   Over de nulmeting
2.  Theorie werkwoordspelling
3.  Het Schrijfdossier: overzicht + opdracht 2 'de sollicitatiebrief via e-mail' 
4.  Volgende week



1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

PLANNING VAN DEZE LES
0.  De nulmeting staat het tweede lesuur Nederlands klaar voor Noëlle. Starttijd: 13:30 uur. Je hebt oortjes nodig en je kunt als je wilt in een andere ruimte de toets maken. De meesten zijn met 45 a 60 minuten klaar met de 40 vragen. Het is wel belangrijk om het helemaal af te krijgen. 

1.   Over de nulmeting
2.  Theorie werkwoordspelling
3.  Het Schrijfdossier: overzicht + opdracht 2 'de sollicitatiebrief via e-mail' 
4.  Volgende week



Slide 1 - Tekstslide

1. OVER DE NULMETING
Eerst het Schrijfdossier, daarna gaan we verder met de bouwstenen. 

Wat als je alle bouwstenen afhebt?
Dan ga je door naar de volgende nulmeting. Die van grammatica en spelling. Er is nog een derde: die van Woordenschat. 

Deze werken hetzelfde als de eerste nulmeting: bepaalde onderdelen worden grijs, andere blijven blauw. 

Let erop dat je het goede niveau kiest: 2F




Slide 2 - Tekstslide

2. THEORIE
Onderscheid jezelf middels werkwoordspelling!




Slide 3 - Tekstslide

Wat onder werkwoordspelling valt:

persoonsvorm tegenwoordige tijd:                       nu begrijp ik het

persoonsvorm verleden tijd:                                       vroeger begreep ik het
voltooid deelwoord:                                                       ik heb het begrepen
onvoltooid deelwoord:                                                  begrijpend knikte ik
gebiedende wijs:                                                            begrijp dat dan!
voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord:    de begrijpende student

Slide 4 - Tekstslide

STAP 1
Wat doe je eerst bij werkwoordspelling? 

Stap 1: je zet de zin in een andere tijd en vindt daardoor de ... 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in:

De hond van de buren bijt

Slide 6 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in:

Henk leert voor zijn studie

Slide 7 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in:

De havik valt in haar tuin de duif aan

Slide 8 - Open vraag

Antwoorden
De hond van de buren bijt ► de pv is: 
  • bijt

Henk leert voor zijn studie ► de pv is: 
  • leert

De havik valt in haar tuin de duif aan ► de pv is: 
  • valt aan

Slide 9 - Tekstslide

STAP 2
(stap 1) Je zet de zin in een andere tijd om de pv te vinden. 

Stap 2: je zoekt het hele werkwoord, het infinitief, van de pv.

Let op scheidbare werkwoorden (afvallen, uitkijken, opletten)
                 
                                                       
                                                         Volgende slide: quizvragen hierover



Slide 10 - Tekstslide

Wat is het hele werkwoord (het infinitief) in:

De hond van de buren bijt

Slide 11 - Open vraag

Wat is het hele werkwoord (het infinitief) in:

Henk leert voor zijn studie

Slide 12 - Open vraag

Wat is het hele werkwoord (het infinitief) in:

De havik valt in haar tuin de duif aan

Slide 13 - Open vraag

Antwoorden
De hond van de buren bijt ► het hele werkwoord van de pv is: 
  • bijten

Henk leert voor zijn studie ► het hele werkwoord van de pv is:
  • leren

De havik valt in haar tuin de duif aan ► het hele ww van de pv is:
  • aanvallen

Slide 14 - Tekstslide

STAP 3
(stap 1) Je zet de zin in een andere tijd om de pv te vinden. 
(stap 2) Je zoekt het hele werkwoord, het infinitief, van de pv.

Stap 3: je haalt -en van het hele werkwoord van de persoonsvorm af. Nu heb je de stam van het werkwoord. Dat is je basis. 


                                               Volgende slide: quizvragen over de stam








Slide 15 - Tekstslide

Wat is de stam van de persoonsvorm in:

De hond van de buren bijt

Slide 16 - Open vraag

Wat is de stam van de persoonsvorm in:

Henk leert voor zijn studie

Slide 17 - Open vraag

Wat is de stam van de persoonsvorm in:

De havik valt in haar tuin de duif aan

Slide 18 - Open vraag

Antwoorden
De hond van de buren bijt ► de stam van de pv is: 
  • bijt (-en)

Henk leert voor zijn studie ► de stam van de pv is: 
  • ler (-en)

De havik valt in haar tuin de duif aan ► de stam van de pv is:
  • aanvall (-en)

Slide 19 - Tekstslide

ONTHOUDEN
(stap 1) Je zet de zin in een andere tijd om de pv te vinden. 
(stap 2) Je zoekt het hele werkwoord, het infinitief, van de pv.
(stap 3) Je haalt -en van het hele werkwoord van de pv af. Nu heb je de stam van het werkwoord. Dat is je basis. Onthoud deze stappen. 
Onthoud ook dat het Nederlands gebaseerd is op klanken: 
Kappen - de stam kapp wordt ik-vorm kap. 
Leren - de stam ler wordt ik-vorm leer. 








Slide 20 - Tekstslide

OVERZICHT
dinsdag 13 februari: de sollicitatiebrief via e-mail
dinsdag 27 februari: het persbericht
dinsdag 05 maart: een onderzoeksartikel
dinsdag 12 maart: het formulier en een begeleidende e-mail
dinsdag 19 maart: het betoog
dinsdag 26 maart: de reflectie
► dinsdag 2 april: je controleert jouw verslag met behulp van opdracht 8, daarna kan je jouw Schrijfdossier via CumLaude inleveren.

Deadline 2 april 22:00 uur.


Slide 21 - Tekstslide

DE SOLLICITATIEBRIEF
Pas de theorie van Bouwsteen 3 toe: 

In de inleiding stel je jezelf voor en schrijf je waar je de vacature hebt gezien.
Je schrijft dat je de vacature heel leuk vindt. 

In de kern schrijf je waarom jij voor de functie in aanmerking komt. 
Maak gebruik van alinea's! 

In het slot maak je gebruik van een passende afsluiting naar de taalconventies van de sollicitatiebrief. 









Slide 22 - Tekstslide

In jouw sollicitatiebrief overtuig je de lezer dat je geschikt bent voor de baan. 
Tekstdoel: je wilt uitgenodigd worden voor een gesprek. 

  • je schrijft in formele taal (netjes)
  • het is een zakelijke brief en die heeft een eigen indeling 
  • maximaal 3/4 A4 - zo houd je wat over voor het gesprek

Belangrijk:
- de taalconventies van een sollicitatiebrief
- de volgorde, in alinea's

Slide 23 - Tekstslide

voorbereiding
  • welke informatie kan je vinden over het bedrijf? 

  • staat er een contactpersoon in de vacaturetekst? Die naam gebruik je in je aanhef. 

  • kan je bellen voor meer informatie? Alleen bellen als je ook echt een vraag hebt!


Slide 24 - Tekstslide

DE START
► in een e-mail gebruik je de onderwerpsregel om aan te geven wat het onderwerp is.  

[aan]
[van]
Sollicitatie naar de functie van .... → géén punt of komma

Geachte heer, mevrouw, 








Slide 25 - Tekstslide

►In een brief zet je het onderwerp bij de 'betreft-regel'.

NAW-gegevens afzender (jij - de zender)

NAW-gegevens doelgroep (die ander - de ontvanger)


Zwolle, 9 februari 2024 → géén punt of komma, wel de datum uitschrijven


Betreft: sollicitatie naar de functie van .... → géén punt of komma







Slide 26 - Tekstslide

DE AANHEF
Geachte heer/mevrouw,    → hierachter moet een komma

Allemaal prima: 
Beste mevrouw Deutz,
Beste meneer Van Pijkeren, 
Geachte heer Van der Molen, 
Geachte heer, mevrouw,
Geachte mevrouw De Bruyckere, 

Controleer altijd de vacature, misschien staat er een contactpersoon vermeld.




Slide 27 - Tekstslide

DE INLEIDING
  • Stel jezelf voor:

Mijn naam is X X en ik ben X jaar. Ik volg de opleiding Sportvisserij & Waterbeheer aan het Zone.college in Zwolle. 


► je schrijft de functie met kleine letter: bloemist (daar zijn er meer van)
► je volgt een opleiding met de titel Green Design (daar is er maar eentje van)
► hoe schrijft de organisatie haar eigen naam? Jatten!

Slide 28 - Tekstslide

NOG MEER INLEIDING
  • Je schrijft waar je de vacature hebt gezien:
Ik zag uw vacature in [naam blad]. 
Ik werd geattendeerd op jullie vacature door [Voornaam, Achternaam]
Via Indeed zag ik uw vacature.  

  • Je schrijft waarom jij solliciteert:
Deze vacature sprak mij meteen aan, omdat ...
Ik werd meteen enthousiast van de vacature, want ... 

►Houd de zinnen kort, maar geen 'telegramstijl'. 

Slide 29 - Tekstslide

TWEEDE ALINEA: de kern
►Lees de vacaturetekst nog een keer door. Welke karaktereigenschappen moet je hebben? Laat die woorden terugkomen. Je zet dit in een nieuwe alinea. Het is immers een deelonderwerp van het hoofdonderwerp 'sollicitatie'.  

Ik kan zowel goed zelfstandig werken, als in een team.
Ik kan goed zelfstandig werken en ook in teamverband.
  
Vragen ze nog meer karaktereigenschappen/werkeigenschappen? Die kunnen allemaal bij elkaar in deze alinea.

Slide 30 - Tekstslide

DERDE ALINEA: de kern
►Lees de vacaturetekst nog een keer door. Wat zijn 'harde' eisen? Die moeten apart in een alinea, want het is een nieuw (deel)onderwerp. 

Hoeveel uren willen ze dat je gaat werken?
De gevraagde X uren per week zijn voor mij goed haalbaar en eventueel kan ik in het weekend werken. 
  
Welke dagen willen ze dat je werkt? Moet je in het bezit zijn van rijbewijs B? Moet je een auto hebben? Welke diploma's vragen ze? Hoeveel ervaring moet je hebben? ► voor deze vacature mag je van alles verzinnen! 


Slide 31 - Tekstslide

SLOTALINEA en SLOTZIN
  • Je breit er een eind aan: je geeft de laatste informatie en sluit af met jouw naam. 

Tot slot heb ik ook mijn cv toegevoegd. Bij vragen of interesse kunt u mij zowel telefonisch als via e-mail bereiken. 

  • De slotzin is ook weer een alinea: je stuurt aan op een uitnodiging voor gesprek. 

Mijn motivatie licht ik met plezier toe in een gesprek. 
  




Slide 32 - Tekstslide

AFSLUITING
Met vriendelijke groet,  → hier een komma aan het eind

Voornaam Achternaam  → hierachter niets



Bijlage: cv       → hierachter geen interpunctie


  




Slide 33 - Tekstslide

spellingtips e.d.
  • curriculum vitae of levensloop: afkorten met kleine letter: cv.

  • geen hobby's of opleidingen in jouw brief, die staan al in jouw cv.

  • schrijf je [u] in de brief, switch dan niet naar [jullie]. Kies één van de twee.

  • hun is NOOIT onderwerp. Je begint een zin dus nooit met [hun].

Slide 34 - Tekstslide

spellingtips e.d.
  • schrijf actief, dus in de tegenwoordige tijd - één werkwoord per zin. 

  • interpunctie. Waar komt een komma? Lees je tekst altijd na. Heb je alle hoofdletters? Punten?  

  • schrijf in de alinea de zinnen achter elkaar door! 

  • gebruik geen afko's, maar schrijf ze in het middenstuk volledig (uit).

Slide 35 - Tekstslide

de vacature
Studenten van Sportvisserij & Waterbeheer: in jouw e-mail van school staat de vacature die je kunt gebruiken. Het staat ook op de volgende slide. 

De vacature van Sytskes bloembinderij is inmiddels verlopen...

→ Geeft niets, gewoon reageren op de vacature. Je mag ervaring verzinnen! 
 
Begin er nu aan en neem jouw sollicitatiebrief mét de vacaturetekst op als opdracht 2 in jouw Schrijfdossier. 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Link

VOLGENDE WEEK
... krijg je les over het persbericht en ga je deze ook schrijven.  

Lees alvast de derde opdracht door, die vind je in het Schrijfdossier.  

Slide 38 - Tekstslide

EINDE VAN DE LES

Slide 39 - Tekstslide

Na het Schrijfdossier
Bouwsteen 04. dinsdag 9 + 16 april ►Samenhang (signaalwoorden)
- dinsdag 16 april het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 04.
Wie hoeven deze bouwsteen niet te doen: Luna, Wendy, Leon en Simon
► Weet je al wat je gaat doen? Mail mij jouw besluit!

Bouwsteen 05. dinsdag 23 april + 7 mei ►Hoofd- en bijzaken
- dinsdag 7 mei het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 05.
Wie hoeven deze bouwsteen niet te doen: Emma, Luna, Floor, Wendy, Sabine, Scott, Randy, Simon, Quint. 
► Ook hier geldt: mij mailen. 

Slide 40 - Tekstslide

Bouwsteen 06. dinsdag 14 + 21 mei ► Informatie en meningen
- dinsdag 21 mei het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 06. 
Wie hoeven deze bouwsteen niet te doen: Emma, Sabine, Leon, Scott, Randy en Simon.

Bouwsteen 07. dinsdag 28 mei + 4 juni ► Evalueren
- dinsdag 4 juni het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 07.
Wie hoeven deze bouwsteen niet te doen: Leon en Jesse.

Slide 41 - Tekstslide

Bouwsteen 08.  dinsdag 11 + dinsdag 18 juni ► Samenvatten
- dinsdag 18 juni het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 08.

Eindtoets Bouwstenen.  dinsdag 25 juni
- dinsdag 25 juni het eerste lesuur Nederlands.

Over: zeven lesuren in totaal, dinsdag 25 juni (het 2e uur), dinsdag 2 juli, 9 juli en 16 juli. In die uren ga je toetsen inhalen en vereisten afronden. 

Slide 42 - Tekstslide

3. INFORMATIE OVER DE NULMETING
Voorbeeld:  Bouwsteen 4 is grijs bij jou. 
Dan kan je drie dingen doen: 

1. zelfstandig in het voren werken aan een blauwe Bouwsteen.
2. aan Nederlands werken tijdens Nederlands.
3. je bent vrij van Nederlands voor de duur van de Bouwsteen die bij jou grijs is. 

Wanneer dat is? Wanneer die Bouwsteen klassikaal besproken wordt! 

Slide 43 - Tekstslide

4. OVERZICHT NEDERLANDS
De komende weken gaan we bezig met de opdrachten uit het Schrijfdossier (zie de volgende slide voor een overzicht)

Daarna gaan we klassikaal verder met Bouwsteen 04, daarna Bouwsteen 05, enz. 
We doen drie lesuren over één Bouwsteen. Het vierde lesuur heb je de Bouwsteentoets over die Bouwsteen. 

Eén Bouwsteen duurt dus twee lesweken. 

Slide 44 - Tekstslide

3. HET SCHRIJFDOSSIER
Maak een Word-bestand aan met een voorblad 'Schrijfdossier'. Noem het bestand: Schrijfdossier 2023-2024 [jouw voor- en achternaam]

Volg de richtlijnen in het Schrijfdossier (zie e-mail) en maak de opdrachten. Kopieer en plak ze vervolgens in jouw Schrijfdossier. 

Je maakt het Schrijfdossier naar voorbeeld van de StartUp, dus met voorblad, automatische inhoudsopgave, inleiding, kern (de opdrachten) en slot (de reflectie). Vergeet ook niet de Pagina-eindes en de paginanummering. 


Slide 45 - Tekstslide