2HV Lezen §4: Feit, mening en argument

Welkom 2C!
- Doe je telefoon in de telefoontas.
- Doe je jas uit en ga zitten volgens de plattegrond.
- Pak je leesboek er vast bij.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2C!
- Doe je telefoon in de telefoontas.
- Doe je jas uit en ga zitten volgens de plattegrond.
- Pak je leesboek er vast bij.

Slide 1 - Tekstslide

Deze les...
- Stil lezen
- Oefentoets bespreken
- Theorie §4: Feit, mening en argument
- Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Stil lezen
Pak je boek
en ga lekker lezen.

Boek geleend?
Zet het netjes terug in de kast.

Slide 3 - Tekstslide

Oefentoets bespreken
- Vergelijk jouw antwoorden met de juiste antwoorden.
- Wat gaat al goed?
- Wat gaat nog niet goed? Hoe komt dat?
- Snap je iets niet? Vraag om extra uitleg!


Slide 4 - Tekstslide

§4: Feit, mening en argument
- Het Ichthus College staat aan de Jan Ligthartstraat.
- De gemeente Kampen heeft ongeveer 70.000 inwoners.

Slide 5 - Tekstslide

§4: Feit, mening en argument
- Het Ichthus College staat aan de Jan Ligthartstraat. (waar)
- De gemeente Kampen heeft ongeveer 70.000 inwoners.
   (niet waar)

Een feit is iets waarvan je kunt controleren of het waar of niet waar is. 

Slide 6 - Tekstslide

§4: Feit, mening en argument
- Ik vind het roodborstje de mooiste vogel die in Nederland in 
   het wild voorkomt.
- De nuggets van KFC zijn lekkerder dan die van McDonalds.

Slide 7 - Tekstslide

§4: Feit, mening en argument
- Ik vind het roodborstje de mooiste vogel die in Nederland in 
   het wild voorkomt.
- De nuggets van KFC zijn lekkerder dan die van McDonalds.

Met een mening kun je het eens of oneens zijn. Je herkent een mening vaak aan een signaalwoord, maar dat hoeft niet.

Slide 8 - Tekstslide

§4: Feit, mening en argument
Een mening kun je soms herkennen aan signaalwoorden:
ik vind, volgens mij, lijkt mij, daarom, dan ook, dus. Ook formuleringen als er moet, er zouden moeten, we zouden moeten geven vaak een mening aan.

Slide 9 - Tekstslide

§4: Feit, mening en argument
- Ramona zou op ballet moeten gaan, want ze beweegt
   altijd heel sierlijk.
- Ik vind scheikunde een leuk vak, omdat ik gek ben op het 
   doen van proefjes.

Slide 10 - Tekstslide

§4: Feit, mening en argument
- Ramona zou op ballet moeten gaan, want ze beweegt
   altijd heel sierlijk.
- Ik vind scheikunde een leuk vak, omdat ik gek ben op het 
   doen van proefjes.

Met een argument geef je aan waarom je een bepaalde mening hebt. 

Slide 11 - Tekstslide

§4: Feit, mening en argument
Argumenten herken je vaak aan signaalwoorden als: want, omdat, immers, namelijk.

- Ramona zou op ballet moeten gaan, want ze beweegt
   altijd heel sierlijk.
- Ik vind scheikunde een leuk vak, omdat ik gek ben op het 
   doen van proefjes.

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak NN Online > 2HV > Cursus 1: Meer dan lezen > §4: Feit, mening en argument > opdracht 1 en 2.
Voor opdracht 2 krijg je een stencil.

Deze opdrachten zijn huiswerk voor maandag 12 februari.

Slide 13 - Tekstslide