Romeinen overzicht

Het Romeinse rijk
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het Romeinse rijk

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen

Slide 2 - Tekstslide

Mythe: ontstaan van Rome
  • Romulus en Remus waren kinderen van de vestaalse maagd (dat is een dienaar van de goden) Rhea Silvia en de god Mars.
  • Haar vader was koning en voelde zich bedreigd: de kinderen moesten dood
  • De dienaren die ze moesten doden kregen medelijden en lieten ze levend bij de rivier achter
  • Romulus en Remus werden gezoogd door een wolvin en daarna opgevoed door een herder. 
  • Later hoorden ze wie ze werkelijk waren en stichtten ze een stad bij de Tiber
  • Ze kregen ruzie, Romulus doodde Remus en werd de heerser van de nieuwe stad: Rome.

    Slide 3 - Tekstslide

    Slide 4 - Video

    Het verhaal van Remus en Romulus is
    A
    een mythe
    B
    waar gebeurd
    C
    Ze hebben echt bestaan
    D
    een sprookje

    Slide 5 - Quizvraag

    Wie waren Romulus en Remus?
    A
    Romulus en Remus zijn in de Romeinse mythologie de tweelingzonen van Mars en Rhea Silvia
    B
    Romulus en Remus zijn in de Romeinse mythologie de tweelingzonen van Mars en Proca Silvius
    C
    Romulus en Remus zijn in de Romeinse mythologie de tweelingzonen van Numitor en Rhea Silvia
    D
    Romulus en Remus werden opgevoed door een wolvin

    Slide 6 - Quizvraag

    Ontstaan Rome




    • 8e eeuw voor Chr. De rivier de Tiber belangrijk voor handel, veel wegen kwamen samen die Griekse kolonies in Zuid-Italië met Noord-Italië verbonden.
    • Rome had zout. Zó belangrijk dat soldaten en ambtenaren een zout-rantsoen meekrijgen. (zout = sal in Latijn, SALaris!)

    Slide 7 - Tekstslide

    Griekse kolonies
    • Goed ontwikkeld in vergelijking met Rome.
    • Leerden Romeinen: Olijfolie, wijn, havengebruik, munten, schrift (allen handig voor de handel) en het godensysteem. 
    Je ziet hier een Griekse tempel in de Griekse kolonie Paestum, Campania. De tempel was bedoeld voor de aanbidding van de Griekse godin Hera (Juno voor de Romeinen). 

    Slide 8 - Tekstslide

    Ontwikkeling Romeinse Rijk
    BC = voor het jaar O
    AD =  na het jaar 0
    Vanaf 476 AD gaat het om het Oost-Romeinse Rijk (Byzantium) waar in 1453 een eind aan komt

    Slide 9 - Tekstslide


    Imperium Romanum

    • Vanaf de eerste eeuw voor Chr. komt Julius Caesar aan de macht
    • Hij breidt het Romeinse Rijk uit tot Noordwest-Europa
    • Na de moord op Julius Caesar wordt de Romeinse Republiek een Keizerrijk => Imperator
    • Vanaf nu: Imperium Romanum

    Slide 10 - Tekstslide

    Slide 11 - Video

    Nooit meer een koning! (1)
    • 509 v. Chr.: de Romeinen hadden de Etruskische koning Tarquinius Superbus verjaagd vanwege zijn wreedheid.
    • De monarchie (koninkrijk) werd afgeschaft
    • Rome wordt een republiek
    • Elk jaar kozen de Romeinen twee nieuwe personen als hoogste machtshebbers: consuls
    Tarquinius Superbus

    Slide 12 - Tekstslide

    Nooit meer een koning! (2)
    • Na hun ambstermijn komen de voormalige consuls  in de senaat

    • De senaat gaf de nieuwe consuls advies, meestal werd dit opgevolgd.
    • De senaat was lange tijd het machtigste onderdeel van het bestuur in Rome. 
    • Romeinen waren heel trots op hun Republiek, het was een grote eer als je belangrijk was voor de Republiek. 


    Slide 13 - Tekstslide

    Patriciërs en plebejers (1)
    • De oude adellijke families die de koning hadden verjaagd, kregen de macht in Rome
    • Adellijke families zaten in de senaat, waren consuls en andere bestuurders en waren rechters en priesters: ze werden patriciërs genoemd. 
    • De rest van het Romeinse volk had nauwelijks invloed. Zij werden plebejers genoemd.
    • De stemmen van plebejers telden minder mee dan die van patriciërs

    Slide 14 - Tekstslide

    Patriciërs en plebejers (2)
    • Grote verschillen in rijkdom tussen plebejers: de groep bestond uit zo veel verschillende beroepen van rijke handelaar tot arme landarbeider. 
    • Tussen de rijkste plebejers en patriciërs weinig verschil
    • Rijke plebejers vonden het oneerlijk dat zij niet dezelfde rechten hadden als patriciërs
    • 287 v.Chr.: rijke plebejers krijgen dezelfde rechten als patriciërs


    Slide 15 - Tekstslide


    Julius Caesar wordt vermoord
    44 v. Chr.


    • Julius Caesar wordt in 45 v. Chr. dictator voor het leven en wordt steeds machtiger. Tegenstanders denken dat Caesar zelfs koning wil worden: ze moeten hem tegenhouden!
    • Op de idus (15e dag) van maart wordt hij in de Senaat door andere senatoren vermoord.
    • Één van de leiders van de moordaanslag is Brutus. Hij was eerst heel echt met Caesar, die Brutus als een zoon zag en behandelde.

    Slide 16 - Tekstslide


    Octavianus neemt wraak
    44 v. Chr.



    • De geadopteerde zoon van Julius Caesar, Octavianus, neemt wraak
    • Hij schakelt de daders en andere tegenstanders één voor één uit.
    • Ook zijn vroegere medestander, Marcus Antonius, en diens geliefde: Cleopatra

    Slide 17 - Tekstslide


    Imperator Caesar Augustus
    27 v. Chr. - 14 n. Chr.


    • Uiteindelijk is er niemand machtiger dan Octavianus. De rust in het rijk is terug.
    • De senaat bedankt hem hiervoor en geeft de titel Augustus ('de verhevene') te geven. 
    • Augustus wordt de eerste keizer (princeps) van het Romeinse Rijk.

    Slide 18 - Tekstslide


    Wat betekent de titel 'Augustus'
    A
    De verhevene
    B
    Dictator voor het leven
    C
    Keizer van het Romeinse rijk
    D
    Redder van de Republiek

    Slide 19 - Quizvraag


    Pax Romana
    27 v. Chr.



    • Met keizer Augustus begint een periode van rust en vrede die ongeveer 200 jaar duurt: de Pax Romana (vrede van Rome)
    • Het rijk breidt zich nog steeds verder uit, maar voorlopig is er tussen de machtigste politieke groepen een soort vrede...  

    Slide 20 - Tekstslide

    In veel boeken over de Romeinen wordt
    regelmatig gesproken over: Imperium Romanum.

    Wat zou dit betekenen?
    A
    Romeinse Leiders
    B
    Romeinse Tijd
    C
    Romeinse Vrede
    D
    Romeinse Rijk

    Slide 21 - Quizvraag

    Wat is de juiste volgorde over het
    bestuur van het Romeinse Rijk?
    A
    koninkrijk-republiek-keizerrijk
    B
    republiek-keizerrijk-koninkrijk
    C
    keizerrijk-koninkrijk-republiek
    D
    koninkrijk-keizerrijk-republiek

    Slide 22 - Quizvraag


    Gebruik de bron 
    De naam van de man over wie de tekst gaat, is vervangen door een stippellijntje. 

    ➤Welke naam moet op het stippellijntje staan?

    Gebruik de bron 

    Slide 23 - Open vraag


    Gebruik de bron 
    De naam van de man over wie de tekst gaat, is vervangen door een stippellijntje. 

    ➤Waarom werd deze man vermoord?


    Gebruik de bron 

    Slide 24 - Open vraag


    In een koninkrijk en in een keizerrijk is één man de baas: de koning of keizer.

    ➤Bedenk hiervan een voordeel.



    Slide 25 - Open vraag

    Bestuur
    • De Romeinen verdeelden de veroverde gebieden in provincies.
    • Elke provincie kreeg een hoofdstad, van daaruit werd het gebied bestuurd.
    • Aan het hoofd van de provincie stond een gouverneur.

    Slide 26 - Tekstslide


    De Limes in Nederland


    In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

    Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
    Reconstructie van Colonia Claudia Ara Agripinnensis - (Keulen) 
    Het Forum lag op snijpunt van de twee belangrijkste wegen van de stad. 

    Slide 27 - Tekstslide

    Slide 28 - Tekstslide


    Romeinen in West-Europa


    In alle landen die de Romeinen veroveren, bouwen ze Romeinse gebouwen,
    waarvan je er tegenwoordig nog steeds veel kunt bezoeken. Hierdoor zijn
    archeologen ook veel te weten gekomen van de Romeinse techniek.

    Slide 29 - Tekstslide

    Pont du Gard (Frankrijk) is een Romeins aquaduct dat later is uitgebreid tot brug.

    Slide 30 - Tekstslide

    De Zwarte Poort (Porta Nigra) in Trier (Duitsland) was de poort van de stadsmuur.

    Slide 31 - Tekstslide

    De Arena van Nîmes (Frankrijk) is een amfitheater, gebouwd tussen 50 en 100 na Chr. en geïnspireerd op het Colosseum in Rome.
    Het wordt tegenwoordig nog steeds gebruikt voor concerten en stierengevechten.

    Slide 32 - Tekstslide

    In dezelfde stad, Nîmes, is ook deze tempel te vinden. Het Maison Carrée, zoals het tegenwoordig heet, is een van de best bewaarde Romeinse tempels die men kan vinden op het grondgebied van het voormalige Romeinse Rijk.

    Slide 33 - Tekstslide


    Leven onder de Romeinen


    • De Romeinen laten de overwonnen volken vaak hun gebruiken en godsdienst houden. 
    • En zolang de volken belasting betalen (o.a. door soldaten voor de hulptroepen te leveren), zijn er weinig problemen: precies wat de Romeinen willen.

    Slide 34 - Tekstslide

    Romanisering
    • Het contact tussen de mensen in deze streek en de Romeinen is intensief
    • Dat is ook niet zo vreemd: de Romeinen zijn hier ruim 400 jaar, en door handel en huwelijken worden gebruiken overgenomen.
    • Het overnemen van Romeinse gebruiken (taal, kleding, cultuur) heet romanisering
    • Zo werd de klassieke cultuur  (grieks-romeinse cultuur) over Europa verspreid.
    • Voor de inheemse elite deed graag mee met de Romeinen. Dat leverde status en rijkdom op. Ze gingen steeds meer romaniseren,  bijvoorbeeld door het dragen van toga's. 
    Reconstructie van een Villa Rustica

    Slide 35 - Tekstslide


    Romeinen in Nederland


    De Romeinse tijd (58 v. Chr. - ±400 n. Chr) is een belangrijke periode voor ons gebied. Zo nemen de Romeinen ijzer mee, dat handig is als gereedschap, maar ook het schrift. 

    Hiermee eindigt ook bij ons de prehistorie en begint de historie.

    Slide 36 - Tekstslide

    Bataafse Opstand
    • In Nederland was er een bondgenootschap tussen de Romeinen en de Bataven. Er woonden ook andere volken in Nederland. 
    • De volken in Nederland begonnen de Romeinen zat te worden vanwege de belastingen en ze komen in opstand
    • In 69 n. Chr. sluiten de Bataven onder leiding van Julius Civilis zich bij die opstand aan. 
    • De Bataven winnen eerst (Trajectum werd door brand verwoest), maar uiteindelijk worden ze een jaar later verslagen en kregen ze voortaan toezicht van een Romeins leger. 


    De samenzwering van Julius Civilis, geschilderd door Rembrandt van Rijn

    Slide 37 - Tekstslide

    Hoe heette de religieuze, politieke en economische centrum van een Romeinse stad?
    A
    Pax Romana
    B
    Forum
    C
    Romanisering
    D
    Senaat

    Slide 38 - Quizvraag

    Wat is GEEN voorbeeld van romanisering?
    A
    De Latijnse taal leren
    B
    De god Jupiter aanbidden.
    C
    Een toga dragen (in plaats van een broek)
    D
    Alle gegeven keuzes zijn voorbeelden van romanisering.

    Slide 39 - Quizvraag

    Hoe waren de Romeinen in staat om een groot gebied te besturen? (Kies de juiste antwoorden)
    A
    Door het stichten van steden.
    B
    Door het aanleggen van wegen.
    C
    Door Romanisering
    D
    Door de bevolking te onderdrukken.

    Slide 40 - Quizvraag

    Wanneer kwamen de Romeinen in onze streken?
    A
    158 v. Chr.
    B
    58 v. Chr.
    C
    58 n. Chr.
    D
    158 n. Chr.

    Slide 41 - Quizvraag

    Welk volk kwam in 69 n. Chr in opstand tegen de Romeinen?
    A
    Tubanten
    B
    Friezen
    C
    Cananefaten
    D
    Bataven

    Slide 42 - Quizvraag

    Waar woonden de Germanen? En de Romeinen?
    boven de Rijn 
    onder de Rijn 
    Romeinen
    Germanen

    Slide 43 - Sleepvraag

    Waar
    Niet waar
    De Germanen namen gewoonten van de Romeinen over
    De Germanen geloofden niet in de Romeinse goden
    De Germanen hielden hun haar lang
    Het Romeinse rijk werd steeds meer Romeins

    Slide 44 - Sleepvraag