H3 WEEK 40 Chap. 1 Bron D / Chap. 2 Bron A (les 4 - 01/10)

Bonjour tout le monde ! 
Start klaar ?

  • Ga rustig op je vaste plek zitten.
  • Doe je jas en oortjes uit.
  • Doe je telefoon in het zakkie en in je tas.
  • Op tafel: laptop, etui, boek en jdw-map
  • Timer af: stoppen met praten & de les begint

timer
3:00
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour tout le monde ! 
Start klaar ?

  • Ga rustig op je vaste plek zitten.
  • Doe je jas en oortjes uit.
  • Doe je telefoon in het zakkie en in je tas.
  • Op tafel: laptop, etui, boek en jdw-map
  • Timer af: stoppen met praten & de les begint

timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Présence (Aanwezigheid)
Tout le monde est présent?
(Is iedereen aanwezig?)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. R Ik ken woorden die te maken hebben met social media en vriendschap.
  2. T1 Ik kan een (regelmatig)bijvoeglijk naamwoord gebruiken.
  3. T1 Ik kan woorden gebruiken die te maken hebben met social media en vriendschap.
  4. I


Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. R Ik ken woorden die te maken hebben met social media en vriendschap.
  2. T1 Ik kan het bijvoeglijk naamwoord gebruiken in het Frans.
  3. T1 Ik kan woorden gebruiken die te maken hebben met social media en vriendschap.
  4. I


Slide 4 - Tekstslide

Vocabulaire A & B - Chapitre 1

Slide 5 - Woordweb

Que signifie ..... ?

Slide 6 - Open vraag

C'est quoi: bijvoeglijk naamwoord?

Slide 7 - Woordweb

Grammaire

Slide 8 - Tekstslide

Grammaire

Slide 9 - Tekstslide

Grammaire

Slide 10 - Tekstslide

Exercice:
1. C'est un problème (m) facile________ (makkelijk).
2. Nous avons regardé une série (v) marrant__________ (grappig).
3. Jimmy a trois restaurants (m) américain_____ (Amerikaans).
4. J'aime les chansons anglais_______ (Engelse).
5. Les chiens (m) sont noir____ et gris_____ (zwart en grijs).
6. Mon frère a deux voitures rouge_______ (rood).

Slide 11 - Tekstslide

Grammaire 2

Slide 12 - Tekstslide

Grammaire 2

Slide 13 - Tekstslide

Grammaire D - Chapitre 1
Onregelmatige vormen
woorden op..
mannelijk enkelvoud
mannelijk meervoud
vrouwelijk enkelvoud
vrouwelijk meervoud
-ien
italien
italiens
italienne
italiennes
-eux
heureux
heureux
heureuse
heureuses
-if
sportif
sportifs
sportive
sportives

Slide 14 - Tekstslide

Grammaire D - Chapitre 1
Onregelmatige vormen
mannelijk enkelvoud
mannelijk meervoud
vrouwelijk enkelvoud
vrouwelijk meervoud
bon
bons
bonne
bonnes
beau
beaux
belle
belles
nouveau
nouveaux
nouvelle
nouvelles
vieux

vieux
vieille
vieilles

Slide 15 - Tekstslide

Instructie 
page 30

ex. 15a,b,c,d
timer
7:00

Slide 16 - Tekstslide

Ik kan het bijvoeglijk naamwoord gebruiken
A
oui
B
presque
C
non
D
d.

Slide 17 - Quizvraag

Instructie 
Chapitre 2
Bron A
p.58

ex. 4a,b, 5a,b,c, 6a,b,c, 7a

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

ex. 5a

Slide 21 - Tekstslide

ex. 5a

Slide 22 - Tekstslide

ex. 5b

Slide 23 - Tekstslide

ex. 5b

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

ex. 7a

Slide 29 - Tekstslide

Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 30 - Quizvraag

Aan de slag

Slide 31 - Tekstslide

Nabespreking

Slide 32 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 33 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 34 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 35 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 36 - Open vraag