Faites:
ex. 4ab et 5.Ex. 1 en 2 al af?
Tips:
ex. 4a: onderstreep de passé composé (2 werkwoorden!)
ex. 4b: geef antwoord in de passé composé, het onderwerp staat er al.
ex. 5a: omcirkel de juiste vorm.
ex. 5b: zet het woord tussen haakjes in de juiste vorm.
ex. 5c: vertaal de woorden, zet ze in de juiste vorm.