Openbare scholen: zodat iedereen kon leren lezen, schrijven en rekenen.
-> Overheid controleerde deze scholen of ze goed onderwijs gaven.
Emancipatie: mensen kregen gelijke kansen.
Katholieken en protestanten wilde ook godsdienst aanbieden op school. Deze confessionelen richtten daarom eigen scholen op. Dit noemde ze bijzondere scholen. Zij kregen GEEN geld van de overheid.
Vanaf 1917 kwam er een nieuwe Onderwijswet. Vanaf toen financierde de overheid ook bijzondere scholen.