H7 Oefenen Besluiten en Besturen
1 / 55
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Leg in je eigen woorden uit wat vertegenwoordigen is.
Slide 2 - Open vraag
0
Slide 3 - Video
Wie was Aletta Jacobs en waarom is zij belangrijk geweest?
Slide 4 - Open vraag
0
Slide 5 - Video
0
Slide 6 - Video
Eerste Kamer
Staten-Generaal
Tweede Kamer
Slide 7 - Sleepvraag
Hoeveel leden zitten er in de Eerste Kamer?
A
75
B
76
C
100
D
150
Slide 8 - Quizvraag
Hoeveel leden zitten er in de Tweede Kamer?
A
75
B
150
C
200
D
250
Slide 9 - Quizvraag
Het Parlement bestaat uit...
A
De Eerste en Tweede Kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen
Slide 10 - Quizvraag
75 zetels
150 zetels
100 zetels
Direct gekozen door het volk
Indirect gekozen door het volk
Slide 11 - Sleepvraag
Wanneer mag je in Nederland stemmen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen?
Slide 12 - Open vraag
Als je gaat stemmen tijdens verkiezingen noem je dit...
A
Actief kiesrecht
B
Passief kiesrecht
C
Activerende kiesrecht
D
Klassenjustitie
Slide 13 - Quizvraag
Wanneer heb je een meerderheid in de Tweede Kamer?
A
74 of meer zetels
B
75 of meer zetels
C
76 of meer zetels
D
77 of meer zetels
Slide 14 - Quizvraag
0
Slide 15 - Video
Slide 16 - Tekstslide
0
Slide 17 - Video
Gelijkheid
Vrijheid
Grote overheid
Kleine overheid
Midden overheid
Samenwerken
Geld moet eerlijk verdeeld worden.
Iedereen zorgt voor zichzelf.
Slide 18 - Sleepvraag
Slide 19 - Sleepvraag
Wat is een staatssecretaris?
Slide 20 - Open vraag
Het kabinet
De regering
Het Parlement
Ministers
Ministers
Koning
Eerste Kamer
Tweede Kamer
Staatssecretarissen
Slide 21 - Sleepvraag
De regering
Het parlement
Rechters
Slide 22 - Sleepvraag
Deze macht kan wetten goedkeuren en uitvoeren.
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke mancht
Slide 23 - Quizvraag
Deze macht is onafhankelijk.
A
Uitvoerende macht
B
Wetgevende macht
C
Rechterlijke macht
Slide 24 - Quizvraag
De Eerste Kamer kan zelf wetten schrijven.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quizvraag
De Tweede Kamer kan wetten schrijven en goedkeuren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quizvraag
De staatshoofd van Nederland is...
A
Minister-president
B
De koning
C
Het parlement
D
De regering
Slide 27 - Quizvraag
Waar staat de afkorting AOW voor?
Slide 28 - Open vraag
Hoe komt het dat de AOW leeftijd langzaam omhoog gaat?
Slide 29 - Open vraag
Wat is een verzorgingsstaat?
Slide 30 - Open vraag
Noem twee voorbeelden uit een verzorgingsstaat.
Slide 31 - Open vraag
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
0
Slide 35 - Video
Burgerinitiatief
Demonstratie
Referendum
Idee waarmee je door 40.000 handtekeningen het in Tweede Kamer wordt besproken.
Een groep mensen die bij elkaar komen om ergens de aandacht op te vestigen of om ergens tegen te protesteren.
Volksraadpleging
. Een soort verkiezing, maar dan met twee keuzes
Slide 36 - Sleepvraag
De overheid mag het uitvoeren.
De overheid moet het uitvoeren.
Slide 37 - Sleepvraag
Wat is een parlementaire democratie?
Slide 38 - Open vraag
Parlement die is gekozen door de burgers.
Vrije en geheime.
Eén persoon of partij.
Persvrijheid.
Censuur
Niet vrij en geheim. Vaak één partij.
Slide 39 - Sleepvraag
De overheid gebruikt censuur.
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 40 - Quizvraag
Er neemt maar één partij deel aan de
verkiezingen.
verkiezingen.
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 41 - Quizvraag
Er zijn vrije en geheime verkiezingen
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 42 - Quizvraag
De politieke macht ligt bij het parlement.
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 43 - Quizvraag
In een dictatuur is het recht om te mogen demonstreren een politiek grondrecht.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 44 - Quizvraag
Het college voor B&W staat voor...
Slide 45 - Open vraag
De gemeenteraad wordt om de.....jaar gekozen.
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 46 - Quizvraag
Bedenkt wat er moet gebeuren
Controleeert hoe het is uitgevoerd
Voert de plannen uit
Slide 47 - Sleepvraag
Burgemeester en wethouders
Gemeenteraad
Rechtbank
Slide 48 - Sleepvraag
Slide 49 - Video
Wetsvoorstel indienen.
Tweede Kamer stemt
Eerste Kamer stemt
Wet wordt aangenomen.
Koning en Minister tekenen.
Wet komt in Staatscourant.
Slide 50 - Sleepvraag
Het indienen van wetten noemen we...
A
Wet van initiatief
B
Wet van amendement
Slide 51 - Quizvraag
Het aanpassen van wetten noemen we...
A
Wet van initiatief
B
Wet van amendement
Slide 52 - Quizvraag
Wie kan een wetsvoorstel indienen?
A
Eerste Kamerlid en Tweede Kamerlid
B
Minister en Eerste Kamerlid
C
Koning en Minister
D
Minister en Tweede Kamerlid
Slide 53 - Quizvraag
Waar komen de nieuwe wetten komen te staan?
