2.3 Breuken

• Rekenen
• Middelbare school
• Leerjaar 1

Met de noemer wordt bedoeld:

1. de breuk
2. het getal boven de streep
3. het getal onder de streep
4. geen flauw idee

Reken uit:
1/9 + 3/18 =

1. 4/27
2. 5/18
3. 4/9
4. 4/18

Schrijf de breuk zo klein mogelijk:
16/32

1. 8/16
2. 2/4
3. 4/8
4. 1/2

Reken uit:
1/7 x 3/8 =

1. 29/56
2. 3/56
3. 4/8
4. 4/15

wat weet je allemaal over breuken?

hand omhoog

de breuk

teller/noemer

8/12 = 4/6 = 2/3

de teller en de noemer deel je door de grootste gemengde deler (ggd)

de helen eruit halen

13/5 = 2 3/5

de helen binnen de breuk brengen

2 4/7 = 18/7

afspraak bij breuken

• breuken zo ver mogelijk vereenvoudigen
• haal de helen eruit

breuken optellen en aftrekken

• breng helen binnen de breuken
• maak de breuken gelijknamig
• neem de tellers samen, houd de noemers gelijk
• vereenvoudig de uitkomst en haal de helen eruit

bijvoorbeeld

3/10 + 7/12 =
36/120 + 70/120=
106/120=
53/60

breuken vermenigvuldigen

teller x teller
noemer x noemer

stappenplan vermenigvuldigen

breng helen binnen de breuken
bereken teller x teller en noemer x noemer
zo klein mogelijk opschrijven en haal de helen eruit

bijvoorbeeld

3 x 2/7
3/1 x 2/7 =
6/7

8/9 - 5/9 =

1. 9/4
2. 4/9
3. 1 1/9
4. 9/8

5 - 2 1/3 =

1. 7 1/3
2. 3 2/3
3. 2 2/3
4. 1 2/3

3/7 x 5/8 =

1. 24/35
2. 15/42
3. 15/56
4. 35/24

vingers in de lucht

0 t/m 5