Oefeningen MHV 2, H4 elektriciteit

Oefeningen Elektriciteit
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefeningen Elektriciteit

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we allemaal nog van elektriciteit?

Slide 2 - Woordweb

Wat hebben we geleerd
 
  • Wat een open en gesloten stroomkring zijn
  • Wat geleiders en isolatoren zijn
  • Wat stroomsterkte is en hoe je deze meet
  • Wat spanning is en hoe je deze meet
  • Wat er gebeurd als ik batterijen aan elkaar aansluit


  • Hoe ik schakelschema's teken aan de hand van een tekening en andersom
  • Hoe ik schakelschema's teken aan de hand van een beschrijving
  • Wat het vermogen is en hoe ik dit uitreken met de GGFO methode

Slide 3 - Tekstslide

Wat wist je nog nog niet van elektriciteit ?

Slide 4 - Open vraag

Is koper een goede isolator?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Is hout een goede isolator?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Sleep de foto's naar het juiste vak
Isolator
Geleider

Slide 7 - Sleepvraag

Je ziet vier symbolen voor schakelschema's. 
Sleep de naam van het onderdeel onder het juiste symbool.
Batterij
Schakelaar
Snoer
Lampje

Slide 8 - Sleepvraag

Koppel de tekening aan een van de twee soorten schakelingen.
Serieschakeling
Parallelschakeling

Slide 9 - Sleepvraag

Wat gebeurd er als het bovenste lampje kapot gaat?
A
Beide lampen gaan uit
B
Beide lampen blijven aan
C
Het onderste lampje blijft branden
D
Er komt kortsluiting

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel spanning staat er op het net?

Slide 11 - Open vraag

Wat wordt de totale spanning wanneer ik 1 batterij omdraai?

Slide 12 - Open vraag

Stroomsterkte is een grootheid.
Wat is de eenheid voor stroomsterkte?
A
Watt (W)
B
Volt (V)
C
Power (p)
D
Ampère (A)

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de stroomsterkte?
A
4 A
B
4 V
C
0,4 A
D
0,4 I

Slide 14 - Quizvraag

Wat geeft de
voltmeter nu aan?
A
2,5 volt
B
25 volt
C
12,5 volt
D
0 volt

Slide 15 - Quizvraag

Spanningsbron (een plek waar stroom vandaan komt)
Een apparaat wat stroom verbruikt

Slide 16 - Sleepvraag

Verbindt de grootheden met de juiste eenheden.
Watt
Volt
Ampère
Spanning
Stroom sterkte
Vermogen

Slide 17 - Sleepvraag

Vermogen =
X
......................
........................
Tijd
Windingen
Stroomsterkte
Spanning

Slide 18 - Sleepvraag

Een elektromotor heeft een vermogen van 40W en een stroomsterkte van 2,5A. Wat is de spanning op deze motor? Geef alleen het antwoord.

Slide 19 - Open vraag

Wat is het vermogen van de lamp? Geef alleen het antwoord

Slide 20 - Open vraag

Leren Leren
  • Maak opgaven uit het boek die je moeilijk vind (opnieuw)
  • Kom langs met vragen als je deze hebt
  • In het boek staat uitleg, mocht je hier niet uitkomen dan kan youtube je ook helpen
  • Berekeningen en tekeningen leer je het beste door te oefenen.

Slide 21 - Tekstslide