Herhalingskwisje
1 'Die Art' betekent:
A
de kunst
B
de manier
C
de soort
D
de aard
1 / 16
Onderdelen in deze les
1 'Die Art' betekent:
A
de kunst
B
de manier
C
de soort
D
de aard
Slide 1 - Quizvraag
2 'die Felsen' betekent:
A
de valsen
B
de zaken
C
de rotsen
D
de stranden
Slide 2 - Quizvraag
3 'de pijn' is in het Duits:
A
der Pfehn
B
der Schmerz
C
die Schmerz
D
die Pfehn
Slide 3 - Quizvraag
4 'Schmuck' betekent 'sieraad'
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
5 'Moderator' betekent 'ombouwer'
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
6 'de winkel' is in het Duits:
A
der Shop
B
die Winkel
C
der Laden
D
das Kaufhaus
Slide 6 - Quizvraag
7 De ik-vorm van 'dürfen' is:
A
dürfe
B
darf
C
dürf
D
darfe
Slide 7 - Quizvraag
8 'er trägt' betekent:
A
hij draagt
B
hij vertraagt
C
zij draagt
D
zij vertragen
Slide 8 - Quizvraag
9 De puntjes op een letter noemen we in het Duits:
A
Trema
B
Umlaut
C
Pfunkte
D
Pfunkten
Slide 9 - Quizvraag
10 Welke van deze woorden is goed gespeld:
A
mein Bruder
B
meine Bruder
C
mein bruder
D
meine brüder
Slide 10 - Quizvraag
11 Welke van deze woorden is goed gespeld:
A
liebelingsfarbe
B
Lieblingsfarbe
C
Liebelings Farbe
D
lieblings farbe
Slide 11 - Quizvraag
12 Welke van deze woorden is goed gespeld:
A
markenkleidung
B
marken kleidung
C
Märkenkleidung
D
Markenkleidung
Slide 12 - Quizvraag
13 'die Hose' betekent 'de broek'
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
14 'die Jacke' betekent 'de jassen'
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
15 'Ich liebe das hübsche Mädchen' is goed Duits
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
16 'die Sonderschule' betekent 'de zondagschool'
A
waar
B
niet waar
