DBKT2A K8 - Aussehen Intro Wörter

Willkommen !
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Willkommen !

Slide 1 - Tekstslide

1. Lernziel dieser Stunde:
  • Aan het einde van dit uur kennen jullie tenminste 3 woorden en kunnen jullie ze schrijven in het Duits.

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk de Video en beantwoord tijdens het kijken de vragen ga daarna verder....  

Slide 3 - Tekstslide

5

Slide 4 - Video

klik hier
der Schal
der Schal ist gelb.
klik hier
die Jacke
die Jacke ist blau.
klik hier
die Hose
die kurze Hose
die (kurze) Hose ist braun.
klik hier
das Shirt
das T-Shirt
Das T-Shirt ist orange.

klik hier
die Socke (1)
die Socken (meervoud)
ein paar Socken
Die Socken sind grün.

klik hier
das Kleid
Das Kleid ist lila.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor

'klamotten'?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor

'klamotten'?

Slide 7 - Open vraag

Op de volgende dia
zie je verschillende kledingstukken 
met hun lidwoorden

Slide 8 - Tekstslide

klik hier
der Schal
der Schal ist gelb.
klik hier
die Jacke
die Jacke ist blau.
klik hier
die Hose
die kurze Hose
die (kurze) Hose ist braun.
klik hier
das Shirt
das T-Shirt
Das T-Shirt ist orange.

klik hier
die Socke (1)
die Socken (meervoud)
ein paar Socken
Die Socken sind grün.

klik hier
das Kleid
Das Kleid ist lila.

Slide 9 - Tekstslide

die Shorts
das Kleid
der Rock
die Jeans
die Hose
das Hemd
der Anzug
der Pullover
der Mantel
die Jacke
die Bluse

Slide 10 - Sleepvraag

Das ist Tim,
was trägt er?
Was trägt Tim? klik hier
Tim trägt einen roten Hut.
klik hier
Tim trägt eine grüne Jacke.
klik hier
Tim trägt eine blaue Hose.
klik hier
Nina trägt eine weiße Bluse.
klik hier
Nina trägt einen lila Rock.
klik hier
Nina trägt rot schwarz gestreifte Strümpfe.
Das ist Nina,
was trägt sie?
klik hier
Tim trägt ein braunes Hemd.
klik hier
Tim trägt rosa Socken.
klik hier
Tim trägt schwarze Schuhe
klik hier
Nina hat schwarze Haare.
klik hier
Nina trägt gelbe Schuhe / Pumps
klik hier
Nina hat eine orange Jacke.
ZOEK
PLAATJE

Slide 11 - Tekstslide

Let bij de volgende 
dia's goed op de 
zinsbouw

Slide 12 - Tekstslide

Satzbau (zinsbouw)
der Schal
der Schal ist gelb.
Es ist ein gelber Schal.
Tim trägt einen gelben Schal.

Slide 13 - Tekstslide

Satzbau (zinsbouw)
das T-Shirt
das T-Shirt ist orange.
Es ist ein oranges T-Shirt
Tim trägt ein oranges T-Shirt.

Slide 14 - Tekstslide

Satzbau (zinsbouw)
die Jacke
die Jacke ist blau.
Es ist eine blaue Jacke
Tim trägt eine blaue Jacke

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Hose
Kombiniere die Artikel (lidwoorden) mit den Nomen (zelfst. nw)
Pullover
Jacke
Rock
T-Shirt
Hemd
der
die
das
der
die
das

Slide 17 - Sleepvraag

00:30
Mensen in andere landen denken, dat Duitse mannen in andere landen graag Lederhosen dragen.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 18 - Quizvraag

00:40
De Duitser dragen graag praktische kleding.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 19 - Quizvraag

01:20
Vele mensen gaan minstens 1 x per week shoppen.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 20 - Quizvraag

03:00
De kleding die je aantrekt is afhankelijk van je beroep
A
Richtig
B
Falsch

Slide 21 - Quizvraag

04:10
Een donker pak is professioneel
A
Richtig
B
Falsch

Slide 22 - Quizvraag

Rückblick

Slide 23 - Tekstslide

Wat heb je in deze les geleerd?

Slide 24 - Open vraag

Noteer 5 woorden (auf Deutsch) die het uiterlijk beschrijven:

Slide 25 - Open vraag

Hausaufgaben
Maak: de planning voor deze week zie Magister.me

Leer: de woordjes Lernliste  Niederländisch-Deutsch

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

ENDE
klik LessonUp nu weg
en ga verder met de Hausaufgaben:
zie de planning in Magister.me

Slide 28 - Tekstslide

Wer ist das?
Es ist ein Mädchen
Sie hat blonde Haare und Locken
Ohrringe?
Sie tragt ein Pullover, Bluse?
Farbe?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Das Aussehen

Slide 31 - Tekstslide

Veel mensen gaan minsten een keer per week shoppen
A
Richtig
B
Falsch

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Video

Duitse vrouwen dragen graag een jurkje.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 34 - Quizvraag

0

Slide 35 - Video

De kleding die je aandoet hangt af van je beroep.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 36 - Quizvraag

0

Slide 37 - Video

Een donkere kleur pak is professioneler.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 38 - Quizvraag

0

Slide 39 - Video

0

Slide 40 - Video

0

Slide 41 - Video