8.3 De balans

Doel van deze les:
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Doel van deze les:

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf korter:
11 + 5 x r - 3 x r = k

Slide 2 - Open vraag

Maak bij de formule (a + 5) x 8 = b
de pijlenketting
A
x8 +5
B
+8 x5
C
+5 x8
D
x5 +8

Slide 3 - Quizvraag

8.3 De balans

Slide 4 - Tekstslide


Slide 5 - Open vraag


Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

-6 knikkers
: 5

Slide 8 - Tekstslide


Welke vergelijking hoort bij deze balans?
A
3+k = 10
B
3k = 36
C
3k = 12
D
k = 36

Slide 9 - Quizvraag

Welke vergelijking hoort bij dit plaatje en wat is de oplossing?
A
3a = 12 a = 4
B
3a = 12 a = 6

Slide 10 - Quizvraag

Los de vergelijking 3x(g+4) =15 op.
Maak gebruik van de pijlenketting en de omgekeerde pijlenketting
A
q = 1
B
q = 2
C
q = 4
D
q = 5

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

-6 knikkers
: 5

Slide 13 - Tekstslide


Welke vergelijking hoort bij deze balans?
A
3+k = 10
B
3k = 36
C
3k = 12
D
k = 36

Slide 14 - Quizvraag

Welke vergelijking hoort bij deze balans?
Gebruik voor de kazen de letter k.

Slide 15 - Woordweb

Als ik aan de linkerkant 3kg weghaal, hoeveel moet ik dan aan de rechterkant weghalen? 
De weegschaal MOET in evenwicht blijven!

Slide 16 - Woordweb

Als ik aan beide kanten 3kg heb weggehaald, welke vergelijking blijft er dan over? 
 

Slide 17 - Woordweb

Hoeveel weegt één kaas? 

Slide 18 - Woordweb

Samen: schrijf mee!

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Maken 8.3 De Balans

Slide 20 - Tekstslide

Welke vergelijking hoort bij dit plaatje en wat is de oplossing?
A
4a = 21 a = 5,25
B
4a + 9 = 21 a = 3

Slide 21 - Quizvraag