herhaling 7 8

herhaling 7 8
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

herhaling 7 8

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wietse en Jelte bedenken dat het voor het onder controle houden van de muizenpopulatie verstandig zou zijn om afwisselende begroeiing aan te brengen tussen de weilanden.
Verklaar hoe een afwisselende begroeiing tussen de weilanden ertoe kan leiden dat muizenplagen uitblijven.


De Amerikaanse vogelkers kan goed groeien op verschillende bodemtypes doordat de soort een breed tolerantiegebied heeft voor bepaalde abiotische factoren.

2p Noteer twee abiotische factoren in de bodem waarvoor de Amerikaanse vogelkers een breed tolerantiegebied kan hebben

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welke biotische factor kan veranderd zijn?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Waarom is 1 bananenkloon extra kwetsbaar? (2pt)

Slide 10 - Open vraag

Er is een grens aan het aantal individuen van een soort dat zich in een bepaald gebied langdurig kan handhaven.
1p 31 Welke vakterm gebruiken ecologen hiervoor?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Beredeneer dat het ook mutualisme genoemd kan worden (3p)

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Welk trofisch niveau ontbreekt?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

2p Geef aan de hand van het voedselweb nog een andere uitleg dat het uitzetten van extra blankvoorns waarschijnlijk niet zal leiden tot een grote afname van de slakkenpopulatie.

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

3p 14 − Noem een factor die maakt dat de voedselconversie voor varkensvlees in de bio-industrie hoger is dan in het wild. − Geef ook aan waardoor deze een bijdrage levert aan die hogere voedselconversie.

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

2p 2 Door welke twee processen verdwijnt een deel van de antropogene CO2-emissie weer uit de atmosfeer?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

2p 3 In welke van de drie beschreven situaties kan, bij toename van de CO2-opname als gevolg van een temperatuurverhoging, de NPP toenemen in een ecosysteem? Noteer het nummer/de nummers.

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

2p Schrijf de nummers 1, 2 en 3 onder elkaar en noteer erachter of de betreffende bacteriën hiervoor wel of niet moeten worden toegevoegd.

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

2p Schrijf de letters P, Q en R onder elkaar en noteer erachter wat de naam is van het betreffende proces uit de stikstofkringloop

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide