Cursus 7 - Spelling - paragraaf 4 - dubbele punt en aanhalingstekens
Nederlands week 9
Op tafel
- leesboek
- boek Nederlands blz. 228
- pen en schrift
Computer
- mag nog even in je tas blijven
Aan je eigen tafel zitten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2
In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Nederlands week 9
Op tafel
- leesboek
- boek Nederlands blz. 228
- pen en schrift
Computer
- mag nog even in je tas blijven
Aan je eigen tafel zitten
Slide 1 - Tekstslide
Lezen in je leesboek
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
Programma deze les
Huiswerk vorige les nakijken
Doel van deze les
Voorkennis
Instructie
Aan de slag
Huiswerk volgende week les
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerk nakijken
Het huiswerk: cursus 7 spelling - paragraaf 3 komma's
Slide 4 - Tekstslide
Doel
Ik leer leestekens op de juiste manier te gebruiken.
Slide 5 - Tekstslide
Voorkennis
We zijn met cursus 7 'spelling' begonnen. Deze cursus begon met een les over hoofdletters. We gingen verder met een les over komma's.
Er zijn nog een aantal andere leestekens die je moet kennen en kunnen gebruiken, namelijk de dubbele punt en de aanhalingstekens.
Slide 6 - Tekstslide
Instructie
De dubbele punt gebruik je op 2 manieren:
Situatie 1:
Als je iets aankondigt of opsomt
Ik kreeg een aantal cadeautjes: scheenbeschermers, kousen en een trainingsjack.
Slide 7 - Tekstslide
Instructie
Situatie 2:
Als je iemand citeert
Jasper zei: ‘Overmorgen ben ik jarig.'
De quizmaster riep: ‘Je hebt gewonnen!'
Mevrouw Dijkhuizen vertelde: 'Er zijn verschillende leestekens in de Nederlandse taal.'
Slide 8 - Tekstslide
Instructie
Als je iemands woorden precies opschrijft zoals hij ze uitsprak, gebruik je ook een dubbele punt. Dat heet een citaat.
Je kondigt het citaat aan met een dubbele punt. Je zet de woorden die gezegd zijn tussen aanhalingstekens. Het citaat begint altijd met een hoofdletter!
Slide 9 - Tekstslide
Instructie
Let op!
Als een citaat vooraan in de zin staat, gebruik je geen dubbele punt. Wel komt er een komma na het citaat en het aanhalingsteken.
‘Overmorgen ben ik jarig’, zei Jasper.
‘Wie heeft zin in een potje voetbal?’, vroeg Danique.
Slide 10 - Tekstslide
Filmpje
Slide 11 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 12 - Link
Aan de slag
Ga aan de slag met opdracht 1 tot en 6 op bladzijde 230-231.
Ben je klaar? Kies uit:
- maak de trainer 'leestekens: komma 2'
- maak de trainer 'leestekens: dubbele
punt en aanhalingstekens 1'
Slide 13 - Tekstslide
Huiswerk
Maandag 4 maart:
- maak opdracht 1 tot en 6 op bladzijde 230 en 231