Archiveren 1 - 21/22

Archiveren: Deel 1
Belangrijke begrippen

Lees hoofdstuk 1.1, 1.2, 1.3, 1,6 en 1,7
(blz. 3 t/m 9)
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AdministratieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Archiveren: Deel 1
Belangrijke begrippen

Lees hoofdstuk 1.1, 1.2, 1.3, 1,6 en 1,7
(blz. 3 t/m 9)

Slide 1 - Tekstslide

Archiveren/Archief

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Digitaal archief
Voor en Nadelen

Slide 4 - Woordweb

Wat is een archief?
A
Een kast
B
Een map
C
Een USB stick of CD
D
Een verzameling van informatiedragers

Slide 5 - Quizvraag

Geef een voorbeeld of voorbeelden van informatiedragers

Slide 6 - Open vraag

Wat is een dossier?
A
Een verzameling documenten over één persoon of onderwerp
B
Een ander woord voor docent
C
Een kast waarin je informatie stopt
D
Een dossier is een archief

Slide 7 - Quizvraag

De stukken in dit archief worden vaak gebruikt; verandert constant
Dit archief bevat documenten die bewaard moeten worden, maar bijna nooit gebruikt
Dit archief bevat documenten die bijna nooit meer gebruikt worden; heel af en toe verandert er iets. 
Semi-statisch archief
Statisch archief
Dynamisch archief

Slide 8 - Sleepvraag

Dit archief bevat afgehandelde stukken die nog bewaard moeten worden
Het archief van de medewerker; paieren en digitale documenten van de medewerker
Dit is een gezamenlijk archief van verschillende medwerkers die met elkaar samenwerken
Persoonlijk archief
Afdelingsarchief
Centraal archief

Slide 9 - Sleepvraag

Welke stukken worden lang bewaard?

Slide 10 - Woordweb

Hoelang moet financiële administratie wettelijk bewaard worden?
A
twee jaar
B
vijf jaar
C
zeven jaar
D
tien jaar

Slide 11 - Quizvraag

Hangmap
Datasafe
Ladenkastje

Slide 12 - Sleepvraag

Archiefdoos
Archiefbinder
Ordner

Slide 13 - Sleepvraag

Noem drie belangrijke eisen bij de keuze van opbergmiddelen

Slide 14 - Open vraag

Welke werkzaamheden verricht men in het archief?

Slide 15 - Open vraag

Wat is rappelleren?
A
Het archief opschonen als de bewaartermijn is verstrijkt.
B
Het vernietigen van papieren archiefstukken.
C
Een notitie maken wie wanneer iets leent.
D
Een herinnering sturen als een lener iets niet op tijd terug brengt.

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag:
Maak nu opdracht
1. Theorievragen en opdracht 4. Archiefbeheer
Maak deze in je reader (p. 16 en 24) of op Its learning.

Slide 17 - Tekstslide