Archiveren deel 1
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Archiveren/Archief
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Wat zijn gegevens?
A
Cijfers
B
Feiten
C
Artikelen
D
Woorden
Slide 5 - Quizvraag
Wat kun je uit gegevens halen?
A
Woorden
B
Cijfers
C
Informatie
D
Artikelen
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Video
Slide 8 - Tekstslide
Wat zijn procedures?
A
Regels en afspraken binnen een bedrijf
B
Producten die een bedrijf verkoopt
C
Een takenlijst
D
Een ander woord voor gegevens
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een protocol?
Tip; denk aan het woord procedures
Tip; denk aan het woord procedures
Slide 10 - Open vraag
Wat betekent; efficiënt werken of efficiëntie
Slide 11 - Open vraag
Wat is een archief?
A
Een kast
B
Een map
C
Een USB stick of CD
D
Een verzameling van informatiedragers
Slide 12 - Quizvraag
Geef een voorbeeld of voorbeelden van informatiedragers
Slide 13 - Open vraag
Wat is een dossier?
A
Een verzameling documenten over één persoon of onderwerp
B
Een ander woord voor docent
C
Een kast waarin je informatie stopt
D
Een dossier is een archief
Slide 14 - Quizvraag
Wat is belangrijk bij het archiveren; het opbergen van documenten?
Slide 15 - Open vraag
Wat is rappelleren?
A
Mensen herinneren documenten terug te brengen
B
Een ander woord voor rappen
C
Documenten uitlenen aan mensen
D
Dat je geordend en systematisch werkt
Slide 16 - Quizvraag
De stukken in dit archief worden vaak gebruikt; verandert constant
Dit archief bevat documenten die bewaard moeten worden, maar bijna nooit gebruikt
Dit archief bevat documenten die bijna nooit meer gebruikt worden; heel af en toe verandert er iets.
Semi-statisch archief
Statisch archief
Dynamisch archief
Slide 17 - Sleepvraag
Dit archief bevat afgehandelde stukken die nog bewaard moeten worden
Het archief van de medewerker; paieren en digitale documenten van de medewerker
Dit is een gezamenlijk archief van verschillende medwerkers die met elkaar samenwerken
Persoonlijk archief
Afdelingsarchief
Centraal archief
