Domein C: Gespreksvaardigheid
Subdomein C1: Gesprekken voeren
3. De kandidaat kan: – adequaat reageren in sociale contacten met doeltaalgebruikers; – informatie vragen en verstrekken; – uitdrukking geven aan gevoelens; – zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden; – strategieën toepassen om een gesprek voortgang te doen vinden.
Subdomein C2: Spreken
4. De kandidaat kan verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en
daarbij zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden.