1BKA MAANDAG 18 DECEMBER 2023

1BKA MAANDAG 18 DECEMBER
MORGEN
NABESPREKEN 
SCHRIJFTOETS
VERSLAG!
timer
10:00
HUISWERK DEZE LES:
m. opdr. 13 t/m 20 (Lezen 4.3)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1BKA MAANDAG 18 DECEMBER
MORGEN
NABESPREKEN 
SCHRIJFTOETS
VERSLAG!
timer
10:00
HUISWERK DEZE LES:
m. opdr. 13 t/m 20 (Lezen 4.3)

Slide 1 - Tekstslide

TEKSTVERBANDEN & SIGNAALWOORDEN!
LET OP: tot nu toe heb je de volgende tekstverbanden met signaalwoorden geleerd:
  • opsomming (als eerste, bovendien, verder, daarnaast, ook, tot slot)
  • tegenstelling (maar, daarentegen, echter, toch, integendeel)
  • tijdsvolgorde (eerst, daarna, voordat, nadat, toen, terwijl, zodra, ten slotte)

HOE EERDER JE DEZE TEKSTVERBANDEN & SIGNAALWOORDEN KENT, HOE BETER HET IS!


Slide 2 - Tekstslide

START THEORIE LEZEN 5.3
In deze paragraaf leer je:

  • de tekstdoelen overtuigen en activeren herkennen.



DOORNEMEN THEORIE + LEERHULP -> SAMENVATTING H1.3 T/M 5.3
(let op: deze kun je in de vakantie alvast gaan leren, staat in Magister voor maandag 8 januari 2024!)

Slide 3 - Tekstslide


                  Welke zin hieronder zou in een activerende tekst kunnen staan?
Activerend
A
Ik vind dat heel goed.
B
Meld je aan!

Slide 4 - Quizvraag

Een ander voorbeeld van een informerende tekst (tekstdoel informeren) is
A
een reclame-advertentie
B
een filmrecensie
C
een stripverhaal
D
een nieuwsbericht

Slide 5 - Quizvraag

Een activerende tekst ...
A
wil jou als lezer vermaken
B
geeft de mening van de schrijver weer.
C
wil jou als lezer in actie brengen.
D
geeft informatie over een bepaald onderwerp.

Slide 6 - Quizvraag

Amuseren betekent
A
vermaken
B
iets leren of uitleggen
C
iets laten doen
D
een mening geven

Slide 7 - Quizvraag



In een overtuigende tekst wil je iemand ........
Met een overtuigende tekst wil de schrijver......?
A
Jouw mening duidelijk maken
B
Iemand overhalen om iets te doen
C
Iemand uitnodigen
D
Iemand informeren

Slide 8 - Quizvraag

Een betoog is een overtuigende tekst. Wat is ook een overtuigende tekst?
A
Het weerbericht
B
Een bijsluiter van medicatie
C
een filmrecensie
D
Een reclametekst

Slide 9 - Quizvraag

Wat wil een schrijver met het tekstdoel 'amuseren'?
A
De lezer veel kennis bijbrengen
B
De lezer informeren
C
De lezer vermaken, bijvoorbeeld door fictie
D
De lezer overhalen

Slide 10 - Quizvraag

Overtuigen is een voorbeeld van een
A
Tekstdoel
B
Tekstsoort
C
Tekstvorm

Slide 11 - Quizvraag

Welke tekst heeft als doel te overtuigen?
A
etiket op de pindakaaspot
B
schoolboek
C
recept
D
recensie

Slide 12 - Quizvraag

Wat is informeren?
A
je leest een mening en geen feiten.
B
je leest feiten en geen mening.
C
je word vermaakt.
D
je word geactiveerd.

Slide 13 - Quizvraag

Bij overtuigen wil de schrijver dat...
A
je moet lachen
B
je iets te weten komt
C
je zijn mening overneemt
D
je iets gaat doen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een amuserend leesdoel?
A
Voor je plezier lezen
B
iemand overtuigen
C
iets nieuws leren
D
iets studeren

Slide 15 - Quizvraag

Een amuserende tekst...
A
geeft informatie over een bepaald onderwerp.
B
wil jou als lezer in actie brengen.
C
geeft de mening van de schrijver weer.
D
wil jou als lezer vermaken

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een informerende tekstvorm?
A
een lesboek
B
een leesboek
C
een advertentie
D
een reisfolder

Slide 17 - Quizvraag

Een activerende tekst =
A
Een nieuwsbericht is een activerende tekst.
B
De schrijver wil dat je iets gaat doen.
C
Een activerende tekst lees je voor je plezier.
D
Een menukaart is een activerende tekst.

Slide 18 - Quizvraag

EN DE LAATSTE VRAAG: Wat is activeren?
A
Informatie geven
B
Je overhalen iet te doen
C
Iets zeggen
D
Instructie geven

Slide 19 - Quizvraag

huiswerk in agenda schrijven!
DINSDAG 19 DECEMBER
m. opdr. 13 t/m 20 (Lezen 4.3) 

WOENSDAG 20 DECEMBER 
m. opdr. 1 t/m 5, 7 t/m 10 (Lezen 5.3)

NA (of tijdens) VAKANTIE NOG MAKEN:
opdr. 11 t/m 25 (Lezen 5.3)





Slide 20 - Tekstslide

ALLE OPDRACHTEN VOOR PW LEZEN:
LEZEN 1.3: opdr. 1-5, 8-16 + Test Jezelf Lezen 1.3
LEZEN 2.3: opdr. 1-9, 11-16 + Test Jezelf Lezen 2.3
LEZEN 3.3: opdr. 1, 2, 4-17 + Test Jezelf Lezen 3.3
LEZEN 4.3: opdr. 2-20 + Test Jezelf Lezen 4.3
LEZEN 5.3: opdr. 1-5, 7-25 + Test Jezelf Lezen 5.3

DEZE OPDRACHTEN MOET JE UITERLIJK 10 JANUARI ALLEMAAL GEMAAKT HEBBEN!

Slide 21 - Tekstslide