Samenstellingen en cijfers/getallen les 1 (21/03)

Welkom!
Ga rustig op je plek zitten en pak je laptop erbij.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga rustig op je plek zitten en pak je laptop erbij.

Slide 1 - Tekstslide

Cijfers en getallen 

Slide 2 - Tekstslide

Theorie 
Samenstellingen + cijfers en getallen 

Slide 3 - Tekstslide

Samenstellingen 
Aaneenschrijven:
  • woorden met één klemtoon 
  • samengestelde werkwoorden en samenstellingen die afgeleid zijn van werkwoorden
  • Engelse leenwoorden schrijf je met andere Engelse of Nederlandse woorden vast 
  • Eigennaam 

  • Feestbeest, minimumleeftijd 
  • lichtgeel, loodwaar
  • afmaken, lesgegeven, dagdroomde 
  • eraf, hierheen, daarvandaan 
  • flatscreen, sportoutfit, TikTokdansje 

Slide 4 - Tekstslide

Samenstellingen
Spaties:
  • Als in een eigennaam al een spatie staat, dan blijft deze behouden
  • Soms ligt het aan de betekenis 

  • Anne Frankhuis, Red Bullverslaving, Dode Zeezout 

  • Wat een fantastisch uitzicht!
  • Het schip verdween langzaam uit zicht. 
  • Weet je wie er meedoen vanavond?
  • Ik vraag me af wat ze ermee doen. 

Slide 5 - Tekstslide

Samenstellingen 
Tussen -s:
  • Als je een -s hoort 
  • Soms hoor je de -s niet bij het eerste deel, vervang deze dan om te controleren

  • Koningsdag, buitenshuis
  • Dorpsstraat -> dorpshuis 
  • Levensstijl -> levensgevaarlijk 

Slide 6 - Tekstslide

Samenstellingen
Tussen -en:
  • Als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is met meervoud op -en

  • Boekenweek, krantenbezorger, sterrenstelsel 

Tussen -er: 
  • Je schrijf de tussen -er meestal bij woorden die in het meervoud eindigen op -eren 

  • eierdop, kinderfiets 

Slide 7 - Tekstslide

Samenstellingen  
Tussen -e:
  • Je schrijft een tussen -e als het linkerdeel van de samenstelling bij:
  • een meervoud heeft op -s -> aspergesoep 
  • een meervoud heeft dat zowel -s als op -(e)n kan eindigen -> keuzestress 
  • geen meervoud heeft -> roggebrood 
  • uniek is, er bestaat er maar één van -> zonneschijn 
  • een bijvoeglijk naamwoord versterkt -> apetrots 

Slide 8 - Tekstslide

Samenstellingen  
Koppelteken:
  • als klinkers 'botsen' -> zee-eend 
  • bij gelijkwaarde combinaties -> chef-kok, singer-songwriter 
  • tussen alle woorden van een vaste woordgroep -> een-op-een, kant-en-klaarmaaltijd 
  • aardrijkskunde namen en samenstellingen -> West-Terschelling, Schouwen-Duiveland
  • na afkortingen, letter, cijfers en speciale tekens -> PvdA-leden, L-vormig 
  • samenstelling waarin het volgende deel begint met een hoofdletter -> oud-Hollands
  • tussen anderstalige woorden die normaal los geschreven worden -> déjà-vugevoel 

Slide 9 - Tekstslide

Denk aan een cijfer in je sport, je hobby, je gezin, ...
Schrijf een correcte zin met dit cijfer!
Bijv. 
Na tweeënhalf uur lopen heb ik de marathon van New York voor gezien gehouden en ben ik het vrijheidsbeeld gaan bezoeken. 

Slide 10 - Tekstslide

Denk aan een cijfer in je sport, je hobby, je gezin, ...
Schrijf een correcte zin met dit cijfer!
Bijv. 
Ik heb maar één broer maar wel zeventien neven en nichten. 

Slide 11 - Tekstslide

Denk aan cijfer in je sport. hobby, gezin, ...
Schrijf een correcte zin met dit cijfer!

Slide 12 - Open vraag

Cijfers en getallen   
Getallen in letters of cijfers:
  • In zinnen en langere teksten schrijf je getallen tot en met twintig, tientallen, en ronde getallen met honderd, duizend, miljard, enzovoort, in letters ->
    Er waren meer dan zevenhonderd mensen.
    Ze was de duizendste klant 
  • Cijfers als het gaat om een datum, jaartal, temperatuur, gewicht, maat, bedrag of snelheid ->
    Wordt het weer 40 graden deze zomer?
  • Als er andere cijfers in dezelfde zin staan, gebruik dan voor alle getallen cijfers ->
    100 jaar keer 365 dagen is 36.500 dagen.
  • Soms worden cijfers en letters gecombineerd bij getallen met miljoen en miljard ->
    Die voetballer is 20 miljoen euro waard. 

Slide 13 - Tekstslide

Cijfers en getallen
Getallen voluit schrijven:
  • Getallen in letters schrijf je aan elkaar 
  • Alleen na het woord duizend en voor én na miljoen en miljard komt een spatie ->
    negen miljard 
  • Bij klinkerbotsing schrijf je een trema, geen koppelteken ->
    tweeënhalf 


Slide 14 - Tekstslide

Cijfers en getallen
Samenstelling met cijfers en getallen:
  • een samenstelling met een getal in letters schrijf je volgens de regels voor samenstellingen
  • na een getal in cijfers schrijf je een koppelteken -> 22-jarige 
  • Als een woord na een cijfer een samenstelling is, dan komt er een spatie tussen het getal en de samenstelling -> 4 meiherdenking 

Slide 15 - Tekstslide

Denk aan cijfer in je sport. hobby, gezin, ...
Schrijf een correcte zin met dit cijfer!
Zou je de schrijfwijze aanpassen?

Slide 16 - Open vraag

Huiswerk voor donderdag
- Opdrachten p126-127, opdr 3-9

Slide 17 - Tekstslide