4.3 Kan het sneller en beter?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 4 : Goed gemaakt?

4.3 Kan het sneller en beter? 

§ 4.3 Kan het sneller en beter?

Leerdoelen:

• Je weet wat technologische ontwikkelingen zijn
• Je weet het verschil tussen mechanisatie en automatisering
• Je weet wat arbeidsproductiviteit is
• Je weet hoe de arbeidsproductiviteit kan toenemen
• Je weet hoe je de afschrijving van een kapitaalgoed berekent

Wat zijn technologische ontwikkelingen?

§ 4.3 Kan het sneller en beter?

Door onderzoek en experimenten beschikken we over nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen. Dit noem je technologische ontwikkelingen. 

Je ziet de gevolgen hiervan in het leven van alledag terug. Telefoons die steeds meer kunnen, zelfrijdende auto’s, e-bikes, betalen met je telefoon en ga zo maar door.

§ 4.3 Kan het sneller en beter?

Technologische ontwikkelingen maken het mogelijk om gemakkelijker te produceren. Daarbij onderscheiden we:

• Mechanisatie: machines nemen het zware werk van mensen over.
  
• Automatisering: computers en computerprogramma’s sturen de productie aan.
  

Bekijk de afbeelding. Is er op deze afbeelding sprake van mechanisatie, van automatisering of van beide?

1. Mechanisatie
2. Automatisering
3. Beide

§ 4.3 Kan het sneller en beter?

Mechanisatie en automatisering helpen mee om de arbeidsproductiviteit te vergroten. Dat betekent dat de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd groter wordt.

§ 4.3 Kan het sneller en beter?

In een bedrijf slijten machines en andere kapitaalgoederen geleidelijk. Door het gebruik worden ze ieder jaar minder waard. Deze jaarlijkse waardevermindering van een kapitaalgoed noem je afschrijving. 

Afschrijving per jaar = aanschafprijs : aantal gebruiksjaren

Noa koopt voor 35.100 een nieuwe bedrijfsauto. De auto gaat negen jaar mee. Hoeveel is de afschrijving per jaar?

§ 4.3 Kan het sneller en beter?

Aan de slag!

BK:

4.3 Kan het sneller en beter? blz. 150, opdracht 41 t/m 55

KGT:

4.3 Kan het sneller en beter? blz. 150, opdracht 41 t/m 59

EXTRA: plusopdrachten blz. 175 opdracht 9 t/m 12