Surveilleren als Handhaver

Surveilleren als Handhaver
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Surveilleren als Handhaver

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen welke soorten surveillance er zijn en hoe je moet surveilleren.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel en vertel waar de les over gaat.
Wat weet jij al over surveilleren?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is surveilleren?
Surveilleren is het toezicht houden op een gebied of object om de veiligheid te waarborgen.

Slide 4 - Tekstslide

Leg kort uit wat surveilleren betekent.
Waarom is surveilleren belangrijk?
Surveilleren zorgt voor veiligheid en voorkomt misdrijven en overtredingen.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit waarom surveilleren belangrijk is voor de handhaver.
Soorten surveillance
Er zijn verschillende soorten surveillance zoals mobiele surveillance, vaste surveillance en objectbeveiliging.

Slide 6 - Tekstslide

Leg kort uit welke soorten surveillance er zijn.
Mobiele surveillance
Bij mobiele surveillance wordt er rondgereden in een voertuig om een bepaald gebied in de gaten te houden.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat mobiele surveillance is en wanneer deze ingezet kan worden.
Vaste surveillance
Bij vaste surveillance wordt er vanuit een vast punt toezicht gehouden op een gebied.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat vaste surveillance is en wanneer deze ingezet kan worden.
Objectbeveiliging
Bij objectbeveiliging wordt er toezicht gehouden op een specifiek object, bijvoorbeeld een gebouw of terrein.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wat objectbeveiliging is en wanneer deze ingezet kan worden.
Hoe moet je surveilleren?
Bij het surveilleren is het belangrijk om alert te zijn en goed te observeren wat er gebeurt.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit hoe je moet surveilleren en waar je op moet letten.
Communicatie
Goede communicatie is essentieel bij het surveilleren, zowel met collega's als met burgers.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit waarom goede communicatie belangrijk is en geef voorbeelden.
Rapporteren
Na het surveilleren is het belangrijk om een rapport op te stellen van wat er is gebeurd en wat er is waargenomen.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit waarom rapporteren belangrijk is en geef tips voor het opstellen van een rapport.
Veiligheid
Bij het surveilleren is veiligheid altijd het belangrijkste aspect. Zorg dat je altijd veiligheid in acht neemt.

Slide 13 - Tekstslide

Benadruk hoe belangrijk veiligheid is en geef voorbeelden.
Conclusie
Je weet nu welke soorten surveillance er zijn en hoe je moet surveilleren.

Slide 14 - Tekstslide

Vat de les kort samen en benadruk het leerdoel.
Quiz
Test je kennis over surveilleren met deze quiz.

Slide 15 - Tekstslide

Voeg een korte quiz toe om de kennis van de studenten te testen.
Praktijkopdracht
Ga in de praktijk aan de slag met het surveilleren op een door de docent aangewezen locatie.

Slide 16 - Tekstslide

Geef de studenten een praktijkopdracht om het geleerde in de praktijk toe te passen.
Evaluatie
Evalueer de les en bespreek wat er goed ging en wat er beter kan.

Slide 17 - Tekstslide

Evalueer de les met de studenten en bespreek eventuele verbeterpunten.
Bronnen
Gebruikte bronnen in deze les.

Slide 18 - Tekstslide

Vermeld de gebruikte bronnen in de les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.