De Droomtijd van de Aboriginals

• Basisschool

De Droomtijd van de Aboriginals

Leerdoel

Aan het eind van de les weet je wat hogere orde denkvragen zijn en hoe je deze kunt stellen over de Droomtijd van de Aboriginals.

Dit is het leerdoel van de les. Leg dit kort uit aan de leerlingen.

Wat weet je al over de Droomtijd van de Aboriginals?

Wat is de Droomtijd?

De Droomtijd is de scheppingstijd van de Aboriginals. Het is het verhaal van hoe de wereld is ontstaan en hoe de eerste mensen hun plek kregen in deze wereld.

Leg kort uit wat de Droomtijd inhoudt en waarom het belangrijk is voor de Aboriginals.

Hogere orde denkvragen

Hogere orde denkvragen zijn vragen die meer van je vragen dan alleen feitenkennis. Het zijn vragen waarbij je moet nadenken, verbanden moet leggen en conclusies moet trekken.

Leg uit wat hogere orde denkvragen zijn en waarom het belangrijk is om deze te stellen.

Voorbeelden van hogere orde denkvragen

Wat is het verband tussen de Droomtijd en de cultuur van de Aboriginals? Wat zou er gebeurd zijn als de Droomtijd anders was verlopen? Waarom is het belangrijk om de Droomtijd te kennen?

Geef voorbeelden van hogere orde denkvragen die gesteld kunnen worden over de Droomtijd.

Stel je eigen hogere orde denkvraag

Stel zelf een hogere orde denkvraag over de Droomtijd van de Aboriginals.

Laat de leerlingen zelf een hogere orde denkvraag bedenken en bespreek deze klassikaal.

Interactieve opdracht

Schrijf in groepjes van twee of drie een toneelstukje over de Droomtijd. Bedenk hierbij ook een hogere orde denkvraag die na afloop van het toneelstukje beantwoord kan worden.

Laat de leerlingen in groepjes een toneelstukje schrijven en opvoeren. Bespreek na afloop de gestelde hogere orde denkvragen.

Terugblik

Wat zijn hogere orde denkvragen? Waarom zijn deze belangrijk voor het begrijpen van de Droomtijd?

Blik kort terug op de les en herhaal de belangrijkste informatie.

Einde van de les

Zijn er nog vragen over de Droomtijd of over hogere orde denkvragen?

Sluit de les af en geef de leerlingen de gelegenheid om vragen te stellen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.