1.6 Rekenen met procenten

Paragraaf 6 Rekenen met procenten
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 6 Rekenen met procenten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kunt procenten berekenen
Je kunt de toe- en afname van bedragen in procenten berekenen
Je kunt procentuele vergelijkingen maken

Slide 2 - Tekstslide

Soorten Verandering
  • Absolute verandering = toe- of afname van iets
  • Relatieve verandering = toe- of afname van iets in vergelijking met iets anders. DUS IN PROCENTEN!

Slide 3 - Tekstslide

Dus...
zakgeld verhoging van
€ 5,- > € 6,- = 
absolute verandering van € 1,- 
relatieve verandering is de verandering in procenten:
 (€6 - € 5,- ) / 5 x 100 = 20%

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Procentuele verandering
!! Heel belangrijk !!

(Nieuw-oud)/oud    x 100%

(N-O)/O x 100% = procentuele verandering

Slide 6 - Tekstslide

procentsommen
Evy heeft een uurloon van €3,85. Ze krijgt een loonsverhoging van 5%.
Wat wordt haar nieuwe uurloon?

Op een trui die normaal €45,- kost krijg je 8% korting, hoeveel moet je nog betalen?

In Ommen wonen 18.955 mensen, daarvan zijn er 4103 tussen de 25 en 45 jaar? Hoeveel procent van de bevolking in Ommen is tussen de 25 en 45 jaar?

Slide 7 - Tekstslide

procentsommen


Karel spaart €200,- per maand, Leonie spaart €220,- per maand. Hoeveel procent spaart Leonie meer per maand dan Karel.

Karel spaart €200,- per maand, Leonie spaart €220,- per maand. Hoeveel procent spaart Karel minder per maand dan Leonie.

Slide 8 - Tekstslide

REKENEN MET PROCENTEN

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video