Les 3, inventariseren wensen en behoeften client

Les 3, inventariseren wensen en behoeften client
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 3, inventariseren wensen en behoeften client

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gaat het met jullie?
A
B
C
D

Slide 2 - Quizvraag

ENERGIZER :)




Slide 3 - Tekstslide

Waar word jij gelukkig van?
Upload een foto als je wil :)

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Doel van de les
1. de student kan specifieke leer- en ondersteuningsbehoeften van zorgvragers en mantelzorgers inventariseren bij afnemende zelfstandigheid.

Je hebt specifieke kennis nodig over het ziektebeeld / de problematiek van de cliënt om passende zorg en begeleiding te kunnen bieden.



Slide 6 - Tekstslide

Les vandaag
Terugblik vorige week
Huiswerk vorige keer doorlopen/bespreken
Groepsopdracht
PES/SMART

Slide 7 - Tekstslide

Les vorige week: 
Huiswerk, gelukt?
Opdracht was: Bekijk even alle kopjes. Leesopdracht doen als voorbereiding volgende les. Kijk ook alvast even naar de praktijkopdracht.

Slide 8 - Tekstslide

Invullen Growbrick: 2 leerdoelen

Slide 9 - Tekstslide

Praktijkopdracht (inleveren)
ANS; Opdrachtomschrijving
In de bijlage van deze opdracht vind je de inspiratiebox/poster methodisch werken met het zorgleefplan.
Neem deze poster mee naar de praktijk en onderzoek of op jouw werkplek alle 6 stappen van het zorgproces worden doorlopen. Beschrijf welke stappen je herkent en welke stappen je mist. Vergelijk de stappen op de poster met de activiteiten die binnen jullie team worden uitgevoerd in dit zorgproces.

Geef je mening over de uitkomst van jouw onderzoek.
Verwerk de uitkomsten op een Word document, lever deze in via ANS.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide










https://edition.thiememeulenhoff.nl/secure/next/arrangement/traject_3_zp/resource/thip.6d9605f8-4b10-4dba-95c0-6fbd6696aad7/exercises

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk opdrachten/lezen

Slide 13 - Tekstslide

Toelichting huiswerk
  • Casus meneer Eikholt (bezoek van zoon Kees) lezen 
  • Lees+ opdracht Communicatie en begeleiden N3
(= o.a. invullen vragen in ANS)
  • Praktijkopdracht : Communiceren en begeleiden.
Ga op jouw werklocatie na hoe de ondersteuning van mantelzorgers is georganiseerd. Maak daarbij gebruik van het SOFA-model. Wat herken je uit dat model en wat mis je? (dit lever je in op ANS).

Slide 14 - Tekstslide

  • Lezen (kort stukje) : Vervolg casus meneer Eikholt: inventariseren van behoeften

-> Volgende week verder met: 
Lesdag Inventariseren van wensen en behoeften van de cliënt

Slide 15 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om naar iemand/cliënt  te luisteren en zijn/haar behoeften duidelijk te hebben?

Slide 16 - Tekstslide

Les vandaag: 


inventariseren wensen en behoeften cliënt

Casus ANS lezen; Meneer Veenstra
OF gebruik een eigen casus van werk


Slide 17 - Tekstslide

Groepsopdracht of individuele opdracht:
Vandaag ga je aan de hand van de casus van meneer Eikholt, of een eigen cliënt uit de praktijk (in overleg) behoeften van de cliënt inventariseren.

In de les ga je van de gekozen cliënt:
1. kort het ziektebeeld omschrijven
2. minimaal 3 hulpvragen die voortkomen uit het ziektebeeld beschrijven
3. per hulpvraag uitwerken welke interventies/acties moeten worden uitgezet.

Beschrijf de hulpvragen vanuit de PES, stel dan per hulpvraag een SMART doel op en beschrijf per hulpvraag de interventies. 

Slide 18 - Tekstslide

Wat is PES ?

  • De PES wordt gebruikt om een verpleegkundige diagnose te maken.
  • SMART is een hulpmiddel waar een verpleegdoel aan moet voldoen.

Slide 19 - Tekstslide

P?
  • De P staat voor Probleem
  • Een probleem is een beknopte beschrijving van de actuele en/of potentiële gezondheidsproblemen van de zorgvrager, zijn naasten en zijn omgeving.
  • Voorbeelden zijn angst, pijn, verdriet, verstoorde slaap of verminderde mobiliteit.

Slide 20 - Tekstslide

E?

  • De E staat voor Etiologie (oorzaak)
  • Hierin wordt beschreven wat het probleem veroorzaakt, beïnvloedt of wat bijdraagt aan het ontstaan ervan

Slide 21 - Tekstslide

S?
  • De S staat voor Symptomen
  • Hierin worden de symptomen (verschijnselen) beschreven die het gevolg zijn van het probleem.
  • Onderverdeeld in objectieve en subjectieve symptomen.
  • V.B. Koorts en een hoge bloeddruk-> objectief 
  • Pijn en onrust-> subjectief

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wat is SMART

  • Doelstellingen worden vaak te vaag en vrijblijvend geformuleerd als wensen of goede voornemens. Om zo veel mogelijk uit de zorg te halen die je geeft moet je SMART doelen stellen.

Slide 24 - Tekstslide

S
  • Specifiek
  • Wat moet ik doen om dit doen te behalen?
  • Wat wil je bereiken?
  • Wie zijn erbij betrokken?
  • Waar ga je het doel uitvoeren?
  • Is het een concreet doel?
  • Waarom wil je dit doel bereiken? 

Slide 25 - Tekstslide

M
  • Meetbaar

  • Wanneer weet je of je je doel hebt bereikt? Je doel moet meetbaar zijn. Bij afvallen kun je kiezen voor aantal kilo’s. Bij sporten kun je kiezen voor het aantal sportsessies per week.
 

Slide 26 - Tekstslide

A
  • Acceptabel

  • Sluit het doel aan bij de opdracht?
  • Je weet waarom je het doel wilt bereiken

Slide 27 - Tekstslide

R
  • Realistisch

  • Is het doel haalbaar?
  • Niet te moeilijk en niet te makkelijk

Slide 28 - Tekstslide

T
  • Tijdsgebonden

  • Wat is de periode dat het doel klaar moet zijn?
  • Wanneer ben je klaar?
  • Wanneer is het doel behaald? 


Slide 29 - Tekstslide

TIPS om doelen smart te formuleren 
Niet gebruiken:
  • meer
  • beter
  • veel
  • weinig
  • goed
  • voldoende
Wel gebruiken:
  • Ik kan...
  • Binnen nu en...
  • Over 2 maanden  

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Evalueren
Terugblik les
Hoe vonden jullie de les?

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen casus  + Leesopdracht Observeren (=reader).



Slide 33 - Tekstslide