In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
vmbo 1BK
Les 2
Slide 1 - Tekstslide
Spoorboekje
- inloggen LessonUp
- terugblik
- lesdoelen
- oefeningen en theorie
- wat heb je geleerd
- aan het werk
Slide 2 - Tekstslide
Wat heb ik in de vorige les geleerd?
Slide 3 - Woordweb
Lesdoelen
Je leert het meervoud van woorden die eindigen op -en schrijven
Slide 4 - Tekstslide
Meervoud op -en
Als er van iets meer dan één is, noem je dat een meervoud.
Bij de meeste woorden maak je het meervoud door -en achter het woord te zetten:
één vrouw – twee vrouwen
één boek – twee boeken.
Slide 5 - Tekstslide
Korte klanken
Er moet een letter bij. Je hoort een korte klank en schrijft dus twee medeklinkers:
één zus – twee zussen
één bed – twee bedden.
Slide 6 - Tekstslide
Lange klanken
Er moet een letter af. Een lange klank aan het einde van een lettergreep schrijf je met één klinker. Je hoort een lange klank, dus je zet er één medeklinker achter
één schuur – twee schuren
één bioscoop – twee bioscopen.
Slide 7 - Tekstslide
-s wordt -z
Je moet een -s in een -z veranderen:
één muis – twee muizen
één kaas – twee kazen.
Slide 8 - Tekstslide
-f wordt -v
Je moet een -f in een -v veranderen
één neef – twee neven
één dief – twee dieven
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het meervoud van: broek
Slide 10 - Open vraag
Wat is het meervoud van: huis
Slide 11 - Open vraag
Wat is het meervoud van: bos
Slide 12 - Open vraag
Wat is het meervoud van: school
Slide 13 - Open vraag
Wat is het meervoud van: druif
Slide 14 - Open vraag
Wat kan ik nu?
Woorden schrijven die in het meervoud op -en eindigen
Woorden herkennen waar in het meervoud letters veranderen.
Slide 15 - Tekstslide
Wat ga je doen?
Ik ga zelfstandig aan het werk
Ik ga met de docent de opdrachten bespreken en daarna aan het werk
Slide 16 - Poll
Aan het werk
Maak van hoofdstuk 4 - taalverzorging 2 - meervoud op -en opdracht 6 t/m eind