Instrumentenleer: C. De stem

Instrumentenleer: C. De stem
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuzieklabDeeltijds kunstonderwijs

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Instrumentenleer: C. De stem

Slide 1 - Tekstslide

Hoe wordt de klank geproduceerd?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Onderverdeling:
Mannen van hoog naar laag: Contratenor of altus, Tenor, Bariton en Bas.

Vrouwen van hoog naar laag: Coloratuursopraan, Sopraan, Mezzosopraan en Alt.


Slide 4 - Tekstslide

Welke stem heb jij?

Slide 5 - Open vraag

Technieken:
Tuvaanse keelzang



Uitleg boventoonzingen

Slide 6 - Tekstslide

Falsetstem/kopstem
Hallelujah door Nick Pitera:



Over my shoulder door Mika en
contratenor Jakub Jozef Orlinski

Slide 7 - Tekstslide

Ken je zelf nog zangers, groepen of liedjes met een typisch gebruik van kopstem?

Slide 8 - Open vraag

Nog enkele bijzondere technieken:

Whistle notes:


                                                                    Jodelen:

Scatten:

Slide 9 - Tekstslide

Zoals we al zagen is de stem één van de eerste instrumenten waarmee de mens muziek maakte. In het oude Griekenland werden poëzie en literatuur vaak gezongen. 
In de middeleeuwen was de zang een heel belangrijk aspect van de Christelijke rites. Enkel mannen zongen in de kerk, zonder instrumentale begeleiding (a cappella). Hoge stemmen werden in die tijd gezongen door knaapjes, contratenors, of door castraten.
Naast de kerkelijke muziek waren er uiteraard ook seculiere (=niet religieuze) liederen, maar deze werden zelden neergeschreven. 
In de Renaissance begon er meer aandacht te komen voor seculiere muziek en werden -dankzij de uitvinding van de drukpers- ook deze liederen verspreid. 
In de Barok werden muzikanten en componisten vaak ‘gesubsidieërd’ door de Kerk of door de adel. Vele composities voor zang waren terug religieus, anderen waren voor formele gelegenheden (zoals een kroning). Stilaan ontstond de opera, als vertier voor de rijken.
De katholieke kerk beschouwde vrouwen die optraden nog steeds als zondig. Dus vrouwenrollen werden gezongen door castraten, die in de 18e eeuw soms een heuze sterrenstatus kregen. Het gebruik van castraten begon pas minder populair te worden aan het einde van de 18e eeuw. De toenmalige president van Frankrijk (later keizer) verbood castratie en gaf vrouwen de toestemming in kerken en opera te zingen. 
Het ontstaan van de opera in deze periode heeft een zeer grote invloed gehad op evolutie van de zangtechniek. In plaats van in galmende kerken werd nu ook gezongen in theaters, waar de akoestiek minder goed was. Zangers moesten daarbij ook bewegen en zingen tegelijk. Én de begeleidende ensembles werden steeds groter. De zangtechniek moest dus evolueren om aan de nieuwe eisen tegemoet te komen. Deze evolutie zet zich door in het Classicisme, waar Mozart steeds moeilijkere aria’s schreef. En in de Romantiek, waar zangers begeleid werden door symfonische orkesten, en soms uren lang moesten zingen. 
  


Slide 10 - Tekstslide

In de 20e eeuw begonnen nieuwe genres te ontstaan, jazz, musical, later rock & roll en pop. Met de uitvinding van de microfoon, en versterkte muziek, verschenen weer andere soorten zang op het toneel. De zangers moesten namelijk niet meer zelf de gigantische volumes produceren om het grote publiek te bereiken. 


Slide 11 - Tekstslide

Bekende werken uit de klassieke zang:
Erbarme dich:


                                       Koningin van de nacht:


Nessum Dorma:

Slide 12 - Tekstslide

Bekende zangers:
Luciano Pavarotti:         Maria Callas:        Dietrich Fischer-Dieskau:




Ken je zelf bekende klassieke zangers of zangeressen?



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide