3.2.2. De kamers van de koning + 3.2.3. Onrust in 1848

  • Willem I zorgde voor verbetering van de spoor- en waterwegen;
  • Hierdoor kwam er economische groei en meer welvaart.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

  • Willem I zorgde voor verbetering van de spoor- en waterwegen;
  • Hierdoor kwam er economische groei en meer welvaart.

Slide 1 - Tekstslide

Ga op je eigen plek zitten
Pak je spullen (boek, schrift, pen)
Ga naar LessonUp.app
Log in met je eigen naam


timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les:
  • Eerste stadhouder van Nederland...

Slide 3 - Tekstslide

Wie was de eerste stadhouder van Nederland?

Slide 4 - Open vraag

Vorige les:
  • Eerste stadhouder van Nederland...
  • Willem van Oranje;
  • Dit stadhouderschap werd in de familie doorgegeven.

Slide 5 - Tekstslide

Vorige les:
  • Napoleon veroverde Nederland en maakte zijn broer Lodewijk Napoleon koning;
  • Later werd Nederland onderdeel van het Franse rijk.

Slide 6 - Tekstslide

Vorige les:
  • Nederlanders wilden weer een eigen bestuur;

Slide 7 - Tekstslide

Wie was de eerste koning van Nederland?

Slide 8 - Open vraag

Vorige les:
  • Nederlanders wilden weer een eigen bestuur;
  • Willem I werd de eerste koning van Nederland;
  • Het koningschap wordt doorgegeven aan het oudste kind.

Slide 9 - Tekstslide

3.2.2: De kamers van de koning
Lezen blz 51 + 52

Slide 10 - Tekstslide

3.2.2: De kamers van de koning:
  • In 1815 werd Willem I koning van de Noordelijke- en Zuidelijke Nederlanden;
  • Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.

Slide 11 - Tekstslide

  • In 1830 splitste België van Nederland.

Slide 12 - Tekstslide

Willem I was blij dat hij België kwijt raakte in 1830.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

  • In 1815 komt er een nieuwe grondwet;
  • Er kwamen twee kamers in het parlement.

Slide 14 - Tekstslide

  1. De leden van de Eerste kamer werden door de koning benoemd;
  2. De leden van de Tweede Kamer werden door een klein groepje rijke burgers gekozen.

Slide 15 - Tekstslide

  • De koning benoemde ook de ministers;
  • De koning kon hen ook weer ontslaan.

Slide 16 - Tekstslide

De koning had nog altijd bijna alle macht in handen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

3.2.3: Onrust in 1848:
  • In 1840 volgt Willem II zijn vader op;
  • Hij hield veranderingen in de grondwet tegen, waardoor er veel verzet tegen hem ontstond;
  • Vooral van de liberalen.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

  • In 1848 waren er in verschillende Europese landen opstanden;
  • Willem II was bang door deze onrust en besloot mee te werken aan een nieuwe grondwet.

Slide 20 - Tekstslide

De koning wilde zelf graag een grondwet zodat het volk meer invloed kreeg.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

  • De koning verloor bijna al zijn macht:
  1. Alle burgers dezelfde grondrechten;
  2. Ministers moesten gehoorzamen aan het parlement;
  3. De burgers kozen de leden van het parlement.

Slide 22 - Tekstslide

Voor 1848
Na 1848
De koning zit op de troon, maar heeft niet veel macht.
Alle belangrijke besluiten worden door het parlement goedgekeurd.
De koning benoemt ministers en leden uit de Eerste Kamer zelf.
Ministers kunnen door het parlement worden ontslagen.
De koning neemt belangrijke besluiten.

Slide 23 - Sleepvraag

Maken:
t/m opdracht 9;
Hoofdstuk 3 paragraaf 2;
Zelfstandig;
In stilte.

Slide 24 - Tekstslide