5.2 Democratie in Nederland herhaling van de les

H5 Burgers en stoommachines
5.2 Democratie in Nederland

Herhaling
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H5 Burgers en stoommachines
5.2 Democratie in Nederland

Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PROGRAMMA
  • Uitleg HERHALING 5.2
  • Aan het werk
  • Maak een....?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkblad 
Lees de omschrijving en vul het juiste begrip in
( Tip: gebruik paragraaf 5.2 uit je handboek)

Iemand die in de politiek streeft naar meer vrijheid
……………………………………………………………………………..
Bestuurssysteem waarin het parlement de hoogste macht heeft
……………………………………………………………………………..
Deel van de Staten-Generaal waarvan de leden door burgers zijn verkozen
………………………………………………………………………………

Lees de omschrijving en vul het juiste begrip in

Iemand die in de politiek streeft naar meer vrijheid
……………………………………………………………………………..
Bestuurssysteem waarin het parlement de hoogste macht heeft
……………………………………………………………………………..
Deel van de Staten-Generaal waarvan de leden door burgers zijn verkozen
………………………………………………………………………………

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul het juiste begrip in op de open plekken in de tekst
 
(Kies uit: Provinciale Staten, Eerste Kamer, Staten-Generaal, Tweede kamer, staatshoofd, grondwet, liberalen, regeringsleider, parlementair stelsel.)

Nederland heeft sinds 1815 een parlement dat bestaat uit de
 ………………..…………………….. en ……………………………………… die samen de
……………………………………………………. worden genoemd. Veel rechten had het
parlement niet, de koning was niet alleen …………………………. maar ook
……………………………………………… Door invloed van de …………………………… kreeg
Nederland een nieuwe …………………………… in 1848. In deze grondwet werd
vastgelegd dat Nederland een ……………………………………………………………………….
zou krijgen, een systeem waarin het parlement de hoogste macht heeft. De
Tweede Kamer werd voortaan gekozen door de burgers en de Eerste kamer door de ………………………………………………………..

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Wat zien jullie hier?
Den Haag 1914 
Niet vanzelfsprekend
Over-overgroot moeder 
1789: 
De Franse Revolutie
  • Strijd voor vrijheid, gelijkheid en broederschap

  • Meer gelijkheid: einde aan de standenmaatschappij

  • Een grondwet

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1795-1801: 
Bataafse Republiek
  • Revolutie van de Patriotten: zij willen meer van het volk en minder van de Oranjes

  • De Patriotten krijgen hulp van de Fransen

  • Frankrijk bezet Nederland (1795-1813) en stadhouder Willem V moet vluchten naar Engeland

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jaar 1813 - Nederland  
 -Napoleon verslagen en prins Willem van Oranje keert terug 

-Prins Willem I wordt Koning van Nederland

-In 1815 werden Nederland en België samen gevoegd tot het Koninkrijk der Nederlanden

Slide 10 - Tekstslide

Fransen niet meer aan de macht, dictator/generaal. Hoe heet hij? 

Zoon wethouder prins Willem I keert terug NL,  19 jaar geleden gevlucht met zijn vader.  22 jaar 41 jaar 

Filmpje?
1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden

    • Nederland krijgt een grondwet en een tweekamerstelsel

    • Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, België en Luxemburg

    Slide 11 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Jaar 1815 het bestuur van Nederland

    Het parlement


    Eerste Kamer

    Tweede Kamer
    Staten-Generaal
    Koning: staatshoofd + regeringsleider
    Constitutionele Monarchie
    • Constitutie: Regels vastgelegd in de grondwet 
    • Monarchie: Regeringsvorm met koning(in) als staatshoofd, verkregen door erfopvolging 

    Slide 12 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Volk komt in opstand 
    • Koning Willem I besliste alles zonder overleg.

    • De Nederlanders vonden dit de eerste jaren prima.

    • Liberale Belgen niet. Zij kwamen in opstand en stichtten in 1830 een onafhankelijke staat.

    Slide 13 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Liberale invloed
    • Veel leiders van de Belgische Opstand waren liberalen die in de politiek streefden naar vrijheid.







        Slide 14 - Tekstslide

        Liberalisme
        Politieke stromingen
        Klassiek liberalisme

        Liberalen vrijheid, zonder te veel instemming van de een regering, veel vrijheid/inspraak bij de burgers.
        In Nederland kwamen liberalen ook in opstand.
        Ondertussen in Frankrijk...
        • -Honger vanwege mislukte oogsten.

        • -Opstand onder het volk

        • -De koning vluchtte, de liberalen namen de macht over

        • -Frankrijk: monarchie -> republiek

        Slide 15 - Tekstslide

        Deze slide heeft geen instructies

        Liberale invloed
        • 1840 Koning Willem II komt aan de macht 

        • 1848 Liberale leider Johan Rudolph Thorbecke schrijft nieuwe grondwet 

        Slide 16 - Tekstslide

        -Koning Willem I overleden Koning Willen II aan de macht
        -Parlement komt erachter dat zijn vader te veel geld had uitgegeven. 
        -In 1 nacht liberaal filmpje 
        -Koning Willem II wilde voorkomen dat dit ook in Nederland gebeurde.
        -Hij gaf de liberale leider Johan Rudolph Thorbecke de opdracht een nieuwe grondwet te schrijven.
        Grondwet van 1848
        Burgerlijke vrijheden:

        • Godsdienstvrijheid
        • Persvrijheid
        • Vrijheid van verenigingen en vergaderen



        Slide 17 - Tekstslide

        Deze slide heeft geen instructies

        Gevolgen
        De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt een nieuwe grondwet:

        Koning is onschendbaar
        Ministeriële verantwoordelijkheid

        Dit betekent: de ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de regering (ook: voor de daden van de koning)

        Slide 18 - Tekstslide

        Deze slide heeft geen instructies

        Grondwet van 1848


        Nederland wordt een parlementaire democratie
        -> Niet de koning, maar het parlement de hoogste macht.

        Slide 19 - Tekstslide

        Deze slide heeft geen instructies

        Grondwet van 1848


        Regeringsleider: minister-president
        Alle ministers bij elkaar: het Kabinet



        Koning: 
        staatshoofd + regeringsleider

        Slide 20 - Tekstslide

        Parlementair stelstel: een politiek systeem waarbij het parlement (1e en 2e kamer) de hoogste macht hebben. 

        -Koning is staatshoofd maar geen regeringsleider
         – minister president is staatshoofd – 
        -Koning wordt onschendbaar 
        – alle ministers zijn verantwoordelijk voor alles wat de koning doet 
        -Koning macht niets doen zonder toestemming van de ministers 
        -2e kamer wordt gekozen door de burgers van Nederland

        Jaar 1815 



        Jaar 1848


        Nederland: Constitutionele Monarchi
        Staatshoofd + regeringsleider
        Koning Willem I: 
        Ministers: 
        Voeren beleid uit, gekozen door de Koning
        Parlement: 
        1e kamer & 2 kamer = Staten Generaal
        1e kamer = gekozen door de koning 
        2e kamer = gekozen door 50% van alle mannen en de rest door invloed van rijke burgers 
        Staatshoofd 
        Koning Willem I: 
        Regeringsleider
        Minister-President 
        Ministers: 
        Voeren beleid uit, gekozen door de Koning
        Parlement: hoogste macht! 
        1e kamer & 2 kamer = Staten Generaal
        1e kamer = gekozen door Provinciale Staten, die gekozen zijn door burgersnuit hun provincie 
        2e kamer = gekozen door Nederlandse burgers 

        Slide 21 - Tekstslide

        Deze slide heeft geen instructies

        Willem I
        Willem II
        Willem III

        Slide 22 - Tekstslide

        - 1849 Willem III komt aan de macht
        -Nederland wordt democratischer 

        Slide 23 - Tekstslide

        Deze slide heeft geen instructies

        Slide 24 - Tekstslide

        Samenvatting

        Slide 25 - Tekstslide

        Deze slide heeft geen instructies


        Koning Willem Alexander geboren 1967

        Koning Willem II (1818-1849)
        Kroonprinses Amalia geboren 2003

        Slide 26 - Tekstslide

        Deze slide heeft geen instructies

        Maak een...
        Rap, gedicht, verhaal, nieuwsbericht over 5.1 

        Slide 27 - Tekstslide

        Deze slide heeft geen instructies

        Goed gewerkt!

        Slide 28 - Tekstslide

        Deze slide heeft geen instructies