P4 - Unidad 10

Metas
En esta clase...

1. ...aprendo sobre América Latina
2. ...practico el pretérito indefinido

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Metas
En esta clase...

1. ...aprendo sobre América Latina
2. ...practico el pretérito indefinido

Slide 1 - Tekstslide

La semana pasada...
Cuenta algo sobre la semana pasada.

¿Fuiste de vacaciones?
¿Quedaste con amigos?
...

¡¡Usad el pretérito indefinido!!

Slide 2 - Tekstslide

Unidad 10: América Latina
Haz LT 32/1a.
timer
7:00

Slide 3 - Tekstslide

Unidad 10: América Latina
LT p. 130-131

Escucha
y ¡haz apuntes!

Slide 4 - Tekstslide

¡Manos a la obra! Aan het werk!
- hacer y corregir: LE p. 80 ejs. 1,2
- conversaciones

Slide 5 - Tekstslide

Objetivos Doelen
En esta clase...

1. ...aprendo a formar un adverbio* 
2. ...y me preparo para el examen oral

* bijwoord

Slide 6 - Tekstslide

El adverbio | Het bijwoord (1)
  • Verschil bijvoeglijk naamword & bijwoord?
  • Waar zeggen deze iets over?

Slide 7 - Tekstslide

El adverbio | Het bijwoord (2)
Een bijwoord kan iets zeggen over:  

- een werkwoord (Tú bailas bien)
- een bijvoeglijk naamwoord (Ese coche es enormemente caro)
- het naamwoordelijk deel van het gezegde (Él es bastante simpático)
- een ander bijwoord (Yo hago mis deberes muy rápidamente)

Slide 8 - Tekstslide

El adverbio | Het bijwoord (3)
Om van een bijvoeglijk naamwoord een bijwoord te maken, neem je de vrouwelijke enkelvoudsvorm, en zet daar -mente achter:

rápido > rápida > rápidamente 

enorme > enorme > enormemente

difícil > difícil > difícilmente

Slide 9 - Tekstslide

El adverbio | Het bijwoord (4)
Je hebt ook bijwoorden die niet eindigen op -mente, zoals:

bien, mal, bastante, tan, muymucho (zie LT p. 205)

Slide 10 - Tekstslide

Conversaciones
Estrategias de comunicación 

= handige zinnen voor tijdens een mondeling

Slide 11 - Tekstslide

Frases útiles Handige zinnen
  • Je weet niet wat iets betekent
  • Je hebt denktijd nodig
  • Je weet het ff niet
  • Het gaat te snel
  • Je wil dat de ander het herhaalt
  • Je begrijpt de ander niet
  • Je wil reageren

Slide 12 - Tekstslide

Frases útiles Handige zinnen
  • Je weet niet wat iets betekent: ¿Qué significa ..?
  • Je hebt denktijd nodig: Déjame pensar, Pues.., Bueno.., Ehm..
  • Je weet het ff niet: No sé (cómo decirlo)
  • Het gaat te snel: Puedes hablar más despacio, ¿por favor?
  • Je wil dat de ander het herhaalt: ¿Puedes repetir?
  • Je begrijpt de ander niet: No entiendo. 
  • Je wil reageren: ¡Ah!, ¡Claro!, ¡Qué bonito!, ¡Qué interesante! ..

Slide 13 - Tekstslide

¡Manos a la obra! Aan het werk!
hacer y corregir LE 83 ejs. 4,5
- estudiar: voca U10
- conversaciones

Slide 14 - Tekstslide

Objetivos Doelen
En esta clase...

1. ...leemos un texto de vacaciones
2. ...repasamos el adverbio
3. ...trabajamos en el examen oral

Slide 15 - Tekstslide

¿Qué tal, che?
LT 133

Slide 16 - Tekstslide

¿Qué tal, che?
Haced: LT 134/2,3 y LE 82/1.

En 20 minutos, los discutimos y corregimos.
timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

¡Manos a la obra!

Slide 18 - Tekstslide

Metas
En esta clase...

1. ...practico el vocabulario de la unidad 10
2. ...aprendo las palabras 'desde', 'hace' y 'desde hace'
3. ...preparo el examen oral

Slide 19 - Tekstslide

Argentina tiene unos 46 millones de (inwoners).

Slide 20 - Open vraag

¡No lo sabía! (Daar viel mijn mond van open.)

Slide 21 - Open vraag

(De vlucht duurt) aproximadamente catorce horas.

Slide 22 - Open vraag

- ¿Dónde está el monitor? No lo encuentro.
- (Waarschijnlijk) en el puerto.

Slide 23 - Open vraag

- ¿Qué te parece visitar el obelisco?
- (Dat lijkt me goed.)

Slide 24 - Open vraag

Durante la semana de intercambio, (verdwaalde ik) en Bilbao. ¡Fue un lío!

Slide 25 - Open vraag

(En vez de) la catedral, prefiero visitar el zoológico. Me muero por ver los lémures, porque ¡son monísimos!

Slide 26 - Open vraag

hace - desde - desde hace
¿Qué significan? 

¿Cuál es la diferencia?

Slide 27 - Tekstslide

Twee weken geleden had ik vakantie...

Dos semanas pasadas tuve vacaciones.

Slide 28 - Tekstslide

Twee weken geleden had ik vakantie...

Dos semanas pasadas Hace dos semanas tuve vacaciones.

Slide 29 - Tekstslide

hace, desde y desde hace
Hace 15 años empecé a trabajar aquí
15 jaar geleden begon ik hier te werken

Trabajo aquí desde el año 2005
Ik werk hier sinds /vanaf 2005

Trabajo aquí desde hace 15 años
Ik werk hier sinds/al 15 jaar


      Hace 4 años empecé a trabajar aquí.
      4 jaar geleden begon ik hier te werken.

      Trabajo aquí desde el año 2020.
      Ik werk hier sinds / vanaf het jaar 2020.

       Trabajo aquí desde hace 4 años.
       Ik werk hier sinds / al / gedurende 4 jaar.



Slide 30 - Tekstslide

hace, desde y desde hace
Hace 15 años empecé a trabajar aquí
15 jaar geleden begon ik hier te werken

Trabajo aquí desde el año 2005
Ik werk hier sinds /vanaf 2005

Trabajo aquí desde hace 15 años
Ik werk hier sinds/al 15 jaar


      Hace 4 años empecé a trabajar aquí.
      4 jaar geleden begon ik hier te werken.

      Trabajo aquí desde el año 2020.
      Ik werk hier sinds / vanaf het jaar 2020.

       Trabajo aquí desde hace 4 años.
       Ik werk hier sinds / al / gedurende 4 jaar.



Maak nu zelf zo'n drieluik, bijvoorbeeld over een vriendschap of over een hobby die je al een tijdje hebt.

Slide 31 - Tekstslide

¡Manos a la obra! Aan het werk!
- Haz y corrige: LE 82/83 ej 3ab
- Después, prepara la conversación

Slide 32 - Tekstslide

Objetivos Doelen
En esta clase...

1. ...repaso los marcadores 'desde',  'desde hace' y 'hace' 
2. ...repaso el uso del adjetivo y el adverbio
2. ...practico el Indefinido

Slide 33 - Tekstslide

Desde, desde hace, hace
¿Qué recuerdas de la clase pasada?

Slide 34 - Tekstslide

Desde, desde hace, hace
Haz LT p. 135 ej. 7.

En 5 minutos, corregimos.
timer
5:00

Slide 35 - Tekstslide

Adjetivo vs adverbio
¿Qué recuerdas?

Wanneer bijvoeglijk naamwoord, en wanneer bijwoord?

Slide 36 - Tekstslide

Adjetivo vs adverbio
Haz LT p. 134 ej. 4.

En 5 minutos, corregimos.
timer
5:00

Slide 37 - Tekstslide

Indefinido
Ahora, para practicar el pretérito indefinido, haz LT p. 135 ej. 8 y LT p. 138 ej. 'El fútbol'.

En 10 minutos, corregimos.
timer
10:00

Slide 38 - Tekstslide