les 5 H1 - §1.4 Druk

§1.4 - Je leert
  • wat het verschil is tussen kracht en druk;

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§1.4 - Je leert
  • wat het verschil is tussen kracht en druk;

Slide 1 - Tekstslide

§1.4 - Druk

Slide 2 - Tekstslide

Wie oefent de meeste druk uit?
Angelina Jolie
of 
Olifant

Slide 3 - Tekstslide

Druk

Slide 4 - Tekstslide

Druk
A
B
Spijker A heeft een scherpe punt, dus een klein oppervlak. Hierdoor oefent hij een grote druk uit op de plank.
Druk = Verdeling van de kracht over het oppervlakte.
Weet je nog hoe je oppervlakte berekend?

Slide 5 - Tekstslide

Kracht op een oppervlakte

Slide 6 - Tekstslide

Evenredigheid druk en oppervlakte
Tussen oppervlakte en druk bestaat een omgekeerd evenredig verband.

Als het oppervlakte 2 x zo groot wordt, dan wordt de druk 2 x zo klein.


Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel keer wordt de druk groter in het rechter plaatje?

Slide 8 - Open vraag

Druk berekenen
p = druk in N/m2
F = kracht in N
A = oppervlakte in m2

Slide 9 - Tekstslide

Eenheden druk
De standaard eenheid van druk is:  N/m2 
1 N/m2  = 1 Pa (Pascal)

Andere eenheden van druk:
N/cm2 :                     1 N/cm2 = 10 000 N/m2 = 10 000 Pa


Slide 10 - Tekstslide

Bereken: wie oefent de meeste druk uit?
Angelina Jolie:
F = 600 N
A = 0,0002 m2

  • P = F : A
  • P = 600 : 0,0002
  • P = 3 000 000 N/m2

Olifant:
F = 50000 N
A = 0,0250 m2

  • P = F : A
  • P = 50000 : 0,0250
  • P = 2 000 000 N/m2

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Lezen §1.4 uit je boek

Maak de opgaven;
- zie huiswerkplanner Classroom

kies eventueel uit:
- route blauw
- route paars



Zs

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Lezen §1.4 uit je boek

Maak de opgaven;
- zie huiswerkplanner Classroom

kies eventueel uit:
- route blauw
- route paars



Zf

Slide 13 - Tekstslide

Wat weet je al???

Slide 14 - Tekstslide

Grootheid
Symbool
Eenheid
Afk.eenheid
Druk
F
vierkante centimeter
Sleep de onderstaande woorden naar de juiste plek in de tabel.
p
kracht
cm2
N/cm2
Newton
Oppervlakte
N
Newton per vierkante centimeter
A

Slide 15 - Sleepvraag

Je kunt...
  • uitleggen hoe druk, kracht en oppervlakte samenhangen;
  • berekeningen maken met druk;
  • voorbeelden noemen waarbij een grote druk en een  kleine druk wenselijk zijn en aangeven hoe je dat voor elkaar krijgt.




Slide 16 - Tekstslide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll