In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Doel
Na deze les ken je de belangrijkste theoretische begrippen die nodig zijn voor het PTA over de middeleeuwse literatuur.
Je hebt geoefend met het toepassen van deze kennis.
Slide 2 - Tekstslide
Neem deel aan deze LessonUp voor de interactieve vragen via Lessonup.app
Voeg de code linksonder in dit scherm in.
Slide 3 - Tekstslide
Het feodale stelsel (of leenstelsel) houdt in dat.....
A
De koning zijn land zelf bestuurt met behulp van ministers
B
De koning het bestuur van delen van het rijk aan de adel overliet, in ruil voor trouw
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Video
00:19
Welk voordeel had het feodale stelsel voor Karel de Grote?
A
Zijn leenmannen hielpen hem met vechten tegen vijanden.
B
Zijn vijanden lieten het wel uit hun hoofd om hem aan te vallen, omdat zijn rijk zo groot was.
Slide 6 - Quizvraag
00:53
Hoe noem je de middeleeuwse cultuur waarbij het christelijk geloof van grote invloed is op de samenleving?
Slide 7 - Open vraag
02:47
Eerste macht
Tweede macht
Priesters
Adel
Slide 8 - Sleepvraag
Slide 9 - Video
00:14
Waar was de kunst in de Middeleeuwen vooral te vinden?
Slide 10 - Open vraag
00:34
Waarvoor diende de kunst?
Slide 11 - Open vraag
Middeleeuwse literatuur is bedoeld om .....
A
te lezen
B
te luisteren
Slide 12 - Quizvraag
Handschrift verwijst naar
A
De manier waarop iemand schreef
B
Het lettertype dat werd gebruikt
C
Geschreven tekst door de monniken
Slide 13 - Quizvraag
Vanaf wanneer werd de poëzievorm van verhalen overbodig en werden verhalen in proza omgezet?
Slide 14 - Open vraag
Welke tekst wordt beschouwd als de oudste Nederlandse tekst?
A
Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu?
B
Wildi u liefde te mi werts vesten,
Ick sal u consten leeren sonder ghelijcke
C
So lange lach si hem an,
Dat hi haer seggen began,
Dat hi haers broeder doot hadde gesworen
D
God, die vander maghet was gheboren,
Om dat hi niet en woude laten verloren
Dat hi met sinen handen hadde gemaect
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een kenmerk van wiegendruk of incunabelen?
A
Er ontstond een nieuw lettertype, de drukletter
B
Het lettertype leek erg op schrijfletters
Slide 16 - Quizvraag
Wat betekent 'Diets'?
A
Diets is de taal die iedereen sprak in de Middeleeuwen
B
Diets is de overkoepelende term voor verschillende dialecten in Nederland
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Video
Zoek op dbnl.nl een middeleeuwse tekst, waaruit duidelijk een levensles blijkt en kopieer deze als antwoord in je scherm. Je hebt vier minuten de tijd.
timer
4:00
Slide 19 - Open vraag
Ridderroman
Hoofse roman
Gaat over oorlog en trouw
Belangrijke waarden zijn moed en kracht
Belangrijke waarden zijn liefde en intelligentie
Gaat over het leven naast het vechten
Slide 20 - Sleepvraag
Welke hoofse kenmerken herken je in dit stukje tekst: Heer Walewein, die altijd en eeuwig uitblonk in deugdzaamheid, schaamde zich toen hij hoorde dat niemand van plan was de belofte te doen aan zijn heer, de koning, en daarom stapte hij naar voren en zei: ‘Koning Artur, heer, de woorden die u zojuist hebt gesproken, heb ik goed gehoord. Zult u tegenover degene die uw wens wil vervullen de eed gestand doen die u zo-even hebt gezworen?’
Slide 21 - Open vraag
Kijk naar het nieuws van vandaag (nu.nl). Bedenk welke moraal een schrijver in een hedendaags verhaal zou willen meegeven aan de lezers. Noteer deze in één zin.
timer
5:00
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Video
00:59
Waarom zou de dichter zeggen dat Eugidius nu alle vreugde heeft, terwijl hij dood is?