Weet je een antwoord niet? Zoek het dan op in je boek of op het internet.
Geen Instagram, Snapchat, Whatsapp etc.
Wil je niet mee doen? Ga dan zelfstandig aan het werk.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Regels gebruik LessonUp
Doe serieus mee.
Weet je een antwoord niet? Zoek het dan op in je boek of op het internet.
Geen Instagram, Snapchat, Whatsapp etc.
Wil je niet mee doen? Ga dan zelfstandig aan het werk.
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn chromosomen?
Slide 2 - Tekstslide
Chromosomen
Slide 3 - Woordweb
Chromosomen
Bestaan voornamelijk uit DNA
Bevatten erfelijke informatie (genen)
Lichaamscellen hebben 46 chromosomen
Eicellen en zaadcellen hebben 23 chromosomen
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Gen; twee allelen
- iedereen heeft een gen voor oogkleur, maar de informatie daarin is niet altijd hetzelfde
- het gen 'oogkleur' heeft verschillende varianten (bruin/blauw/groen), zo'n variant heet een allel
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Aan de slag met opdracht 11 en 12 in je werkboek
3 min timer: http://www.schoolbordportaal.nl/data/timer%20time/zandloper.html
Slide 8 - Tekstslide
Fenotype
-Je fenotype komt tot stand door je genotype en de invloeden vanuit het milieu.
Slide 9 - Tekstslide
Zie je het fenotype, het genotype of allebei?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Video
(Vraag 17) Meneer de Bruin is lid van een familie met een te hoog cholesterolgehalte. Doordat hij een te hoog cholesterolgehalte in zijn bloed heeft, krijgt hij een hartinfarct. Wordt het fenotype (zie vraag b) volledig bepaald door het genotype (zie vraag a) of heeft de omgeving ook invloed? Zo ja, welke invloeden zijn dit dan?
Slide 12 - Open vraag
Aangeboren aandoening
Meerdere oorzaken:
Erfelijk
fout tijdens de meiose (bv syndroom van Down)
Verkeerde stoffen of ziekteverwekkers beschadigen het embryo
Slide 13 - Tekstslide
Syndroom van down is een ..... handicap
A
Verworven
B
Aangeboren
Slide 14 - Quizvraag
Syndroom van Down (trisomie 21)
Slide 15 - Tekstslide
Prenataal onderzoek kan op verschillende manieren (minimaal 3) worden uitgevoerd. Zoek deze op!
Slide 16 - Open vraag
Prenataal onderzoek
Prenataal = voor de geboorte
3 Manieren:
echoscopie; vanaf 6e week. Via geluidstrillingen ontstaat er beeld
Vlokkentest; vanaf 8e week. Weefsel uit placenta (hoort bij embryo) gehaald en chromosomen onderzocht.
Vruchtwaterpunctie; vanaf 16e week. Wegzuigen vruchtwater, bevat cellen foetus, chromosoomonderzoek. Niet zonder gevaar.